Viering van het Avondmaal

Wordt de beamer vanmorgen wel gebruikt? Het scherm is nog niet naar beneden gelaten. De klokken hebben net voor half tien geluid, maar de kerkenraad komt nog niet binnen. Koster Ger-Jan Voerman loopt de trap naar het orgel op en praat lang met organist Joop Ormel. Is er wat met dominee Wim Everts? Dan komt de kerkenraad binnen. Een deel gaat op de gebruikelijke plek zitten, een ander deel loopt door naar de voorste bank vlak voor de avondmaalstafel. Ouderling Henk Klein Hesselink heet de aanwezigen welkom. Hij zegt dat we wel gemerkt zullen hebben dat we iets later zijn begonnen. De beamerman is niet op komen dagen. De dominee en Harm Hoftiezer zijn bezig geweest om laptop en beamer in orde te brengen. De liederen zijn uit het oude liedboek zodat de liturgie veranderd moest worden. Het eerste lied dat gezongen wordt is hetzelfde gebleven: Psalm 67 de verzen 1 en 2. Alle andere liederen zijn gezangen uit het vorige liedboek. Bijvoorbeeld lied 221 wordt gezang 289 ‘Morgenglans der eeuwigheid’. Er komen 19 kinderen naar de voren, de dominee had voor hen een speciaal lied willen laten zingen, dat gaat niet door. Vanmorgen gaat het over het licht, zegt de dominee. Als er geen licht zou zijn wat dan? Dan zie je niks. In de kerk brandt altijd licht, de dominee wijst op de Paaskaars. Dat is het Licht van Christus. Daarover gaat het vanmorgen. Er zijn twee lezingen, eerst wordt Genesis 1:1-5 gelezen – God schept het licht, dan uit Matteüs 5:13-16 – Jullie zijn het licht in de wereld. Zijn overdenking begint de dominee met te zeggen dat het eerste woord dat door God is gezegd is: Licht. God roept: ‘Er moet licht komen’ en er is licht. Dat geeft aan wie God voor ons wil zijn: Licht. Niet het duister is door God geschapen, maar het Licht. Zijn eerste woord zal ook Zijn laatste woord zijn. God heeft ons naar het licht toe geschapen. Zo heeft Hij ons naar Zijn beeld geschapen. Wij moeten ook licht brengen in het duister, dan lijken wij op God. Het licht dat door God geschapen is, is een beginnend licht. In de hoeken is het nog duister. Het licht zal zich verspreiden. Aan het begin is de wereld in duisternis gehuld. Het licht heeft het moeilijk in deze wereld. Soms is het nog een waakvlammetje. Toch zal het licht overwinnen. In Jezus straalt het licht van God. Jezus geeft mensen nieuwe hoop. Jezus is gestorven om in de diepste duisternis het licht te laten schijnen. Hij is opgestaan en daarmee heeft het Licht overwonnen. Daardoor zal Gods Licht altijd bij ons zijn. In de nacht voor hij wordt overgeleverd viert Hij met zijn vrienden het laatste avondmaal.  Dat wordt beëindigd met het zingen van een loflied. Niet de ondergang maar de opstanding is Zijn toekomst. Van dat Licht mogen wij getuigen. Jezus zegt: Jullie zijn het licht in de wereld. Hij zegt niet: Jullie moeten het licht in de wereld zijn. Het is een vaststelling: Jullie zijn het. Gaat het echt over ons? Want wie zijn wij als gemeente? Zijn wij het licht? In onze tijd wordt de kerk van buiten aangevallen en van binnen is zij verdeeld. Als Jezus zegt: Jullie zijn het licht in de wereld, dan is dat het licht van Christus dat wij weerspiegelen mogen. Wij zijn glinsterende steentjes die dat licht uitstralen. Wij zijn het licht als wij in ons leven wijzen naar Christus. Geroepen zijn we om dat licht door te laten en te laten schijnen in onze omgeving. Of om het met de dichter Jan van Opbergen te zeggen: ‘Dat er licht mag zijn. Licht in onze ogen: dat wij elkaar zullen zien zo goed als nieuw.
Licht in onze harten: dat wij ruimte scheppen, plaats maken voor velen . Licht in onze gedachten:
dat wij komen tot nadenken en eerlijke besluiten. Licht in onze huizen: dat er vriendschap en gastvrijheid heersen. Licht in de omgang: dat we te zien zijn, niet verborgen voor elkaar. Licht op onze wegen: dat wij niet dwalen en elkaar tot doolhof zijn. Licht in alle uithoeken: dat we nergens het kleine vergeten, verdonkeremanen. Licht op deze plaats: om elkaar bij te lichten, elkander toe te schijnen met geloof in Hem die eens geroepen heeft: ‘Ik ben het Licht der wereld’. Amen. Gezang 355 wordt gezongen, er is een afkondiging van overlijden van een gemeentelid, de dank- en voorbeden worden uitgesproken. De collecte wordt gehouden en onder het zingen van gezang 358 komen de kinderen weer binnen. Hierna wordt begonnen met de avondmaalsviering. In de liturgie staat een tekst van de nodiging die gelezen wordt. Het brood wordt gebroken en de wijn gegoten. Daarbij worden de volgende teksten uitgesproken. ‘Het brood dat wij breken is de gemeenschap met het lichaam van Christus’ en ‘De beker der dankzegging waar wij de dankzegging over uitspreken is de gemeenschap met het bloed van Christus’. De woorden ‘Gedenkt en gelooft dat het lichaam van Christus gebroken is (het bloed vergoten is) tot een volkomen verzoening voor al onze zonden’ worden niet gezegd. Het avondmaal wordt lopend gevierd. Op drie plaatsen in de kerk wordt een stukje brood en een klein bekertje wijn uitgereikt, er is ook glutenvrij brood en druivensap. Voordat we ons slotlied zingen doet de dominee nog een mededeling over een workshop a.s. dinsdag georganiseerd door de commissie Inspiratie en Ontmoeting in Bredevoort en volgende week woensdag is er een avond over Spiritualiteit, ook in Bredevoort. De dominee bedankt joop Ormel en Harm Hoftiezer voor het feit dat alles toch goed gekomen, een mededeling waar de kerkgangers het mee eens zijn – er volgt applaus. Ons slotlied is gezang 477.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.