Zij dacht dat het de tuinman was …

Onder het orgel staan enkele attributen van de vijf muzikanten die aan deze Paasdienst in de Zuiderkerk meewerken. Een van hen heeft een lied in het Achterhoeks gemaakt, zal dat begeleidenIMG_6075 op de gitaar en twee anderen zullen dat zingen. Zo’n veertig kinderen gaan al voor het begin van de dienst naar de hal om daar zelfgemaakte figuurtjes op te halen. Maar eerst het welkom op het scherm. Dat is gevuld met de medewerkenden aan deze dienst. De voorganger is ds. Klaas de Lange, de organist is Hans te Winkel. Voorts is er medewerking van Harry Eenink solozang, Jan van Eerden – gitaar, JosienIMG_6094 ter Horst –solozang, en Henk Jan Radstaak – trompet. De koster is Ger-Jan Voerman en Wim Lensink zorgt ervoor dat tekst en plaatjes op het scherm komen. Er komen, relatief gezien, veel jongen mensen in de kerk. Die zullen wel hun kinderen begeleiden want later tel ik zo’n veertig kinderen die naar de nevendienst gaan. Ook komt een jongeman binnen die een opvallend grote rugzak draagt. Harry Eenink kondigt aan dat voorafgaande aan de dienst enkele liederen worden geoefend. Van lied 645 zingen Harry en Josien het tweede vers. Harry Eenink vraagt of alle kinderen naar de hal willen gaan. Dan wordt lied 632 geoefend. Terwijl de kinderen in de hal zich voorbereiden heet ouderling Gert Eeltink de kerkgangers welkom. In de hal staat een ouderling metIMG_6077 een enorme – nieuwe – Paaskaars. De ouderling loopt voorop, daarachter een jongen met kleine kaars. Terwijl lied 637 wordt gezongen lopen de kinderen eerst naar achterin de kinderen om door het middenpad naar voren te lopen. De Paaskaars wordt geplaatst een aangestoken. Op twee grote tekeningen plakt elk kind iets wat het heeftIMG_6086 meegenomen. Een lammetje, een bloem, een kuikentje. De dominee vraagt de kinderen nog wat. ‘Op Paasmorgen zeggen de mensen tegen elkaar: ‘De Heer is waarlijk opgestaan, hebben jullie dat al tegen elkaar gezegd?’ Laten we dat allemaal maar even tegen elkaar zeggen. Hierna volgt stilte, votum en groet. Na het zingen van lied 630 mogen de kinderen al weer hun plaats verlaten en lopen ze naar het podium. De dominee maakt even een praatje over de dingen die op de tekeningen zijn geplakt. ‘Wie heeft er een lammetje meegenomen?’ Heb je wel eens van een …. gehoord? Van wat? Ik versta led-lamp.  De dominee herhaalt het woord. Leblam, wat is dat? Iemand uit de kerk geeft antwoord. Dat is een lam die door de moeder geweigerd wordt. Toen de dominee nog thuis bij zijn ouders woonde hadden ze eens een leblam. ‘Die gaat dood, zei mijn vader’. De dominee gaat de volgende morgen naar het schapenhok, en het lam leeft nog. ‘Wat was ik blij. Dat is Pasen, je verwacht dat het dood is, maar het leeft’. De kinderen gaan naar de nevendienst. De dominee laat een tekening zien.IMG_6093 Daarop een groot kruis, een hart, twee ringen en de hoofden van een man en een vrouw. Het is gemaakt door vijftien jongeren die gisteravond in de Oude Helenakerk waren en daarna een Paaswandelwake hebben gemaakt. Ze zullen nu nog wel op een oor liggen. Maar met deze tekening willen ze zeggen dat het kruis ook met liefde te maken heeft. De medewerkers aan deze dienst zingen ‘May it be’. Dat lied wordt door de solisten in het Engels gezongen, de Nederlandse tekst staat op het scherm zodat de kerkgangers ook de inhoud kunnen volgen. De dominee staat even stil bij het liturgisch bloemstuk en spreekt de bijbehorende tekst uit. De dominee leest Johannes 20:1-18, Maria die bij een leeg graf komt en Jezus treft. De solozangers brengen ‘I don’t know how to love Him’ ten gehore. Ook nu staat de Nederlandse tekst op het scherm (uitstekend). Lied 624 wordt gezongen, waarbij vers 2 solo wordt gezongen waaraan alle vijf muzikanten deelnemen, Hans te Winkel speelt op een keyboard. Met een citaat van Jan van Eerden in kerkvenster begint de dominee zijn overdenking. ‘Je moet het niet te letterlijk nemen want dan houd je het ’t langste vol’. Het is niet een niet alledaags verhaal dat we gelezen hebben. Wat betekent dat verhaal? De dominee vertelt kort de levensloop van Jezus. Een man van rond de dertig liep rond het begin van de jaartelling rond in het land Palestina. Twaalf leerlingen heeft Hij rond zich verzameld. Geen yuppie is Hij, Hij spreekt over de gewone dingen van de gewone man. Het land is bezet en er is ook een actieve verzetsbeweging, de zeloten. Jezus brengt vreemde praktijken aan het licht. Een soort klokkenluider is Hij. De mensen hebben hooggespannen verwachtingen, onder de bevolking is Zijn draagvlak groot. Maar het ging anders, Jezus was niet uit op macht. Het Hosanna verandert al gauw in ‘Kruisigt Hem’. Een vonnis dat direct wordt uitgevoerd. Op klaarlichte dag gebeuren er dan vreemde dingen. Het wordt stikdonker, de aarde beeft. In de stilte van de avond halen een paar vrienden Zijn lichaam van het kruis en leggen het in een graf van een van hen. Dan volgt de zaterdag, stille zaterdag. Op de eerste dag van de week gaat Maria vroeg naar het graf. Zij wil alles nog eens overdenken. Het was allemaal zo onwezenlijk. Ze gaat naar de plaats waar je de stilte kunt zoeken, een begraafplaats. Als ze bij het graf van Jezus komt is de steen weggerold. Verontwaardiging en ongeloof. . Dat kan niet, mag niet, zal toch niet waar zijn. Dan verschijnt Jezus. Eerst denkt ze dat het de tuinman is. Jezus zegt tegen haar ‘Maria!’ Dan herkent ze Jezus en zegt ze ‘Rabboeni’. Dan gaat ze naar de leerlingen van Jezus en zegt: ‘Ik heb de Heer gezien!’ Maria begrijpt dat het bij het geloven niet alleen om de zichtbare tastbare werkelijkheid gaat. De dominee moet denken aan een uitvaart waar hij bij was. Er waren veel kinderen en kleinkinderen. Die strooiden graankorrels op het graf. Later was hij weer bij een begrafenis. Op het graf van de oude man stond was het graan hoog gegroeid. Maria begreep dat het om bevrijding ging. Een nieuwe mens worden, het oude achter je laten. ‘Ik heb de Heer gezien!’, zei ze. Ze ging niet naar een psychiater ‘Wat ik nou toch heb beleefd!’ Dan was de boodschap direct dood geweest. Maria ging naar haar vrienden en zegt: ‘Ik heb de Heer gezien’. Weer vertelt de dominee over een begrafenis. Het was koud, met een ouderling had hij bij een graf gestaan. Ze liepen terug en dan heb je vragen. De ouderling gaf hem een dag later het gedicht ‘Opstanding’.

Jullie vragen hoe is de opstanding der doden? ik weet het niet

Jullie vragen wanneer is de opstanding der doden? ik weet het niet

Jullie vragen komt er een opstanding der doden? ik weet het niet

Jullie vragen komt er geen opstanding der doden? ik weet het niet

Ik weet alleen waarnaar jullie niet vragen: de opstanding van hen die leven

Ik weet alleen waartoe Hij ons oproept tot opstanding vandaag, en nu.

Dat is gelovig aanvaarden dat de dood niet het einde is. Dat mensen wakker worden in Gods hand. Het verhaal wordt zichtbaar in de natuur om ons heen in dit jaargetijde. De navolging van Christus kan veel kosten. Het verhaal van Jezus mogen we zichtbaar maken in deze wereld. Jezus roept jou. We moeten keuzes maken die niet de dood maar het leven doorgeven. Dat is geloven dat het onmogelijke waar kan zijn. Want hoe mooi kan het zijn dat jij en ik in deze wereld een hoofdrol mogen vervullen. Dat jij die tuinman mag zijn. Na het amen zingen de medewerkers solo ‘Joa Joa loat mien kieken’, een lied in het Achterhoeks. Er is een mededeling van overlijden van drie gemeenteleden waarna lied 655:5 wordt gezongen.IMG_6100 Tijdens de collecte wordt solo ‘Ik vroag mien of …?’, een lied van Jan van Eerden gezongen. De kinderen komen terug ut de nevendienst en hebben een Paasei gemaakt. De dominee bedankt de medewerkers die beloond worden met applaus. Na de Zegen wordt door de musici ‘Ik maakte het licht’ ten gehore gebracht. In de hal is gelegenheid om een kopje koffie, thee of fris te drinken.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.