Als het leven soms pijn doet

De dienst is voorbereid door ds. Hendrik Jan Zeldenrijk en een groep gemeenteleden. Zes leden van de groep gaan vlak voor het begin van de dienst op de voorste bank zitten, daarna komt de kerkenraad binnen. Het is een dienst die staat aangekondigd onder ‘Kerk in Uitvoering’. Een aantal keren per jaar wordt er een dergelijke dienst gehouden die geleidelijk aan een vaste vorm hebben gekregen. Koffie wordt voorafgaande aan de dienst gedronken, in de hal van de Zuiderkerk is het een gezellige drukte van mensen die met elkaar praten. Er zijn ook vaste kerkgangers die de kerk binnen komen en direct hun plek in de banken opzoeken. Terwijl hun ouders in de hal zijn, zijn 18 kinderen in de kerkzaal aan een lange tafel bezig met kleurpotloden om kleurplaten in te schilderen. Een vrolijk deuntje klinkt uit de luidsprekers. De hal loopt langzaam leeg, dan neemt het uitvoerend comité van ‘Kerk in Uitvoering’ plaats gevolgd door de binnenkomst van de kerkenraad. De ouderling van dienst en de dominee gaan naast de zes leden van de voorbereidingsgroep zitten.  Harry Eenink wenst ons een goede morgen en kondigt aan dat we staande twee liederen gaan zingen. Het eerste is Psalm 89:1 en 6 (vers 8 noemden we vroeger het Calvinistisch Volkslied denk ik tijdens het zingen). Het tweede lied is ‘Nobody knows the trouble I’ave seen’ (Niemand weet de ellende die ik heb gezien). Het lied wordt in de Engelse tekst gezongen, maar zingt iedereen wel mee? Harry Eenink kondigt aan dat we gaan luisteren naar een lied van Johnny Cash.  Die maakte in de herfst van zijn leven het lied ‘Hurt’ (Pijn). Hij heeft het in dat lied over de pijn die hij voelt, over een doornenkroon, over ‘ieder die hij kent uit zijn leven verdwijnt’. De tekst verschijnt niet in het Nederlands op het scherm en je moet goed luisteren om de in het Engels gezongen tekst te kunnen volgen. ‘Mijn naam is Judith Hoitink en ik heet u van harte welkom’, spreekt een lid van het comité ons toe. Ook de gasten uit Polen zijn welkom die onder ons in de kerk zitten. Ze vertelt wie er aan deze dienst meewerken. Dat zijn Hans te Winkel, keyboard en orgel, Jan van Eerden, gitaar, Harry Eenink en Josien ter Horst, zang, Ger-Jan Voerman, koster en Harm Hoftiezer die zorgt dat de beamer de juiste teksten en plaatjes op het scherm laat zien. Judith licht het thema nog even toe. Als het leven soms pijn doet waar kun je dan met je verdriet naar toe? Wat heb je dan aan je geloof? Dominee Zeldenrijk neemt achter de lezenaar plaats en begint met votum en groet. Hij vraagt dan of er nog kinderen in de kerk zitten of zitten ze allemaal aan tafel. Op het scherm zal te zien zijn dat Kinderen voor Kinderen een lied zingen. De dominee vraagt of alle kinderen tijdens dat lied zich rond hem verzamelen. Dat gaat niet vanzelf. De kinderen die bezig zijn met kleurplaten blijven op hun stoel zitten. Als jullie in de kerk willen blijven kan dat. Dan is er beweging. De dominee noemt het thema en vraagt of iemand iets kan bedenken wat niet fijn is, waar je verdrietig van wordt. ‘Als mijn broertje me pest’, komt er als antwoord. De dominee zegt dat er veel dingen in de wereld zijn waar je verdrietig van kunt worden en noemt enkele voorbeelden. ‘Als mijn broertje mij slaat’, zegt een kind. ‘En staat je broertje naast je?’ Ja, dat is zo. ‘Wil jij eens goed naar me luisteren’. De dominee spreekt het jongetje bemoedigend toe. Het lichtje krijgt een van de twee en zusje en broertje lopen voorop. ‘Het is weer helemaal goed’, aldus de dominee. Zo’n veertig kinderen verlaten de kerkzaal. Henk en Janine staan achter de lezenaar en geven afwisselend enkele voorbeelden van het thema. ‘Mijn geest wil nog wel, maar mijn lichaam niet’. ‘Ik moet elke dag terug naar de plek dat mijn thuis zou moeten zijn maar waar ik altijd op mijn hoede moet zijn’. De dominee geeft de eerste uitleg. Natuurlijk zijn er meer voorbeelden. Wat je wel kunt zeggen, is dat niemand van ons altijd in de zon loopt. Het leven is net als het weer, het kan zomaar omslaan. Ineens kan het omslaan, dan heb je pijn. Voor ieder van ons is het verschillend. Er is ook pijn die niet te verteren is, sommige wonden kan de tijd niet helen. Die horen bij je. Ik zou zeggen: Huil dan maar. Als je niet huilt, kun je geen mooie ogen hebben. Pijn kan veroorzaakt zijn door een ander, bewust of onbewust. Maar jij zit er mee. Kun je dan vergeven? Vergeven gaat niet over de ander, maar gaat over jou. Het is het loslaten van de last die je met je draagt. Pijn kan er ook voor zorgen dat je meer in het verleden leeft dan in het heden. Dat je niet meer geniet van de gewone dingen. Door het werk dat ik doe kom ik veel in aanraking met pijn die mensen voelen. Wat me opvalt is hoe verschillend mensen er mee omgaan. Dat ligt ook aan het karakter dat je hebt. Mensen dragen ook pijn met zich mee die bij hen hoort en die het uithouden. Het leven is het waard om geleefd te worden. Juist ook om er voor een ander te zijn. Harry Eenink en Josien ter Horst, begeleid door Jan van Eerden op de gitaar, zingen ‘Elk mens die hef zich ‘m kruus te dragen’, een lied van Daniël Lohues. Op zich zijn die kruizen even groot, maar de een is van piepschuim, de ander is van lood. Na dit lied zegt een lid van de voorbereidingsgroep ‘Goedemorgen’. Herco Schreurs leest uit Matteüs 28 de verzen 16-20 waar Jezus na Zijn opstanding zijn discipelen toespreekt. Voor het eerst tijdens deze dienst klinkt orgelspel, van lied 663 worden de verzen 1 en 2 gezongen. De dominee begint met een tweede uitleg. Wat heb je aan je geloof, als het leven pijn doet? We hebben net Pasen gevierd, we geloven dat de dood niet het laatste woord heeft. Grote woorden zijn snel gesproken, heb je wat aan je geloof als het leven pijn doet? Er zijn er onder ons die daarop volmondig ja zeggen. Er zijn er ook die nee zeggen. Er is net gelezen dat Jezus zegt dat aan Hem alle macht op aarde is gegeven en dat Hij er bij is alle dagen van ons leven. Hoe kan het dan dat alle ellende maar doorgaat? Vul je eigen verdriet, je pijn maar in. Hoe kan dat dan? Jezus belooft niet dat Hij ons zal bewaren voor wat inbreuk maakt op ons geluk. Hij belooft dat Hij er wel bij zal zijn. Het geloof dat we troost, kracht en vrede in onze pijn ontvangen. Er zijn er onder ons die kunnen die geloofsuitspraak nazeggen. De dominee sprak onlangs met iemand op hoge leeftijd die veel verdriet en pijn in zijn leven had meegemaakt. Maar toch kon hij zeggen: Ik heb een rijk leven gehad. Zoiets kun je alleen voor jezelf zeggen, nooit voor een ander. Het komt ook voor dat tegen mensen met verdriet gezegd wordt: Je hebt je geloof, je hebt God toch? Wat willen ze van me afpakken?, is soms de reactie. En vrouw zei eens tegen me: ‘Met God kan ik geen pannenkoeken eten, met mijn man kon ik dat wel’. Troost is het mogelijk maken van verdriet. Misschien heb je meer aan de liefde die iemand om je heen je geeft. Aan aandacht van iemand, dat is het kostbaarste wat je kunt hebben. Dat je mensen om je heen hebt waardoor je een glimp van Gods liefde kan opvangen. God die zegt: Ook jij komt terecht, Ik draag jou. Ook als het moeilijk is en je geen hand voor ogen kunt zien. Na het amen wordt het lied ‘Als het leven soms pijn doet’ gezongen door Harry en Josien begeleid door Jan en Hans. Henk leest van Willem Wilmink het gedicht ‘Huilen is gezond’. Marlies spreekt de dank- en voorbeden uit. Tijdens de collecte wordt door Harry en Josien ‘Just breathe’ (haal maar adem) gezongen, een lied van Pearl Jam. De kinderen komen weer binnen. De dominee spreekt de zegen uit waarna twee coupletten van het Wilhelmus worden gezongen. Tijdens het verlaten van de kerkzaal wordt ‘I still haven’t found what I’am looking for’ (Ik heb nog niet gevonden waar ik naar zoek) gezongen.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.