In wat voor wereld leven wij?

Ds. Klaas de Lange laat vanmorgen 15 beelden zien op het scherm boven de kansel. Hij leidt dat in door te zeggen dat hij niet weet hoe het de kerkgangers vergaat met de beelden van het geweld in de wereld in de afgelopen weken. Een gevoel van onmacht maakt zich meester van mij, in wat voor wereld leven wij? Hij vraagt in stilte naar de beelden te kijken. Er worden foto’s getoond van de strijd in Gaza, het schuilen voor raketten in Israël, de behandeling van Ebola patiënten, de terreur van Isis in Irak en beelden van het neergeschoten vliegtuig, de MH17, boven Oost Oekraïne. De dienst in de Zuiderkerk is begonnen met een woord van welkom door ouderling Gerrit-Jan Jansen, met het zingen van Psalm 29:1 en 6 en met een moment van stilte, votum en groet. “Rond het licht dat leven doet groeten wij elkaar met vrede’ is het eerste vers van lied 287 waarvan ook vers 2 wordt gezongen. Dan kijken we naar de actualiteit van de afgelopen weken met de beelden van het geweld in de wereld. De verzen 2 en 4 van lied 745 sluiten hierop aan. De dominee gaat voor in gebed waarna de kinderen naar voren mogen komen. ‘Jullie zien er lief uit’, zegt de dominee. ‘Is er wel eens iemand die ruzie maakt?’ De kinderen luisteren. ‘En vechten jullie wel eens?’ ‘Soms’, klinkt als antwoord. Ja, als er iets onverwachts gebeurt, dan sla je erop los. Daar zal ook over verteld worden in de nevendienst. Zestien kinderen gaan naar een andere ruimte in het gebouw. Op het preekrooster staat de vermenigvuldiging van het brood. De dominee zegt geraakt te zijn door de gebeurtenissen in de wereld in de afgelopen weken. De woede, het geweld, de haat en wrok, twee Bijbelgedeelten wil de dominee lezen. Eerst leest hij Psalm 17, waarin David op de vlucht is voor Saul en zijn geweten onderzoekt en tot de conclusie komt dat hij niets misdaan heeft en om recht en hulp vraagt, en dan 1 Kronieken 20:1-3 waar David de steden van de Ammonieten verwoest en hun inwoners vermoordt. ‘Ja wat een verhaal hè. Verschrikkelijk’, zegt de dominee. Van lied 1010 worden de verzen 1 en 2 gezongen. ‘Ik ben een verwoed Trouw lezer’, zo begint de dominee zijn verkondiging. Hij pakt de krant van afgelopen vrijdag met een foto van premier Rutte en de Maleisische premier op de voorpagina. Op pagina 3 verschrikkelijke beelden uit Gaza. Een artikel valt op met als kop: ‘Ban Ki-moon valt uit zijn diplomatenrol’. Hij gebruikt woorden als ‘verwerpelijk’, ‘schandelijk’ en ‘niet te rechtvaardigen’ voor een aanval op een VN-school. Ik weet niet hoe het u vergaat maar ik kijk met een gevoel van machteloosheid naar de beelden. Het valt me op dat jongeren die de Balkan oorlogen (van de 90erjaren) of WO II niet hebben meegemaakt onrustiger zijn dan de ouderen. Hoe kan het dat mensen dit doen. Dat mensen de straat opgaan en roepen: Dood aan de Joden. Mensen worden bedreigd, zowel in Gaza als in Israël. En Isis stelt christenen voor de keus: bekeren, hoge belastingen of je kop eraf. Huizen worden daar gekenmerkt met een teken dat Jood betekent. Een eind buiten dat nieuws zijn er berichten over vervolging van onze geloofsgenoten in Nigeria. Dan zien we de beelden uit de Oekraïne, een gesprek met een boer. Maar hoe gaat het daar met de gewone mensen. Er is verwarring en ontreddering. Dat komt ook tot uitdrukking in Psalm 17. David is op de vlucht voor koning Saul die niet kan verkroppen dat David koning zal worden. David vraagt God om recht. David kan niets in zijn nadeel vinden, ‘de weg van roof en geweld heb ik altijd gemeden’. Nadat David zijn eigen leven tegen het licht van God heeft gehouden vraagt hij om recht en hulp. Dat is de goede volgorde. Later lezen we over hem als iemand die rooft en moordt. Mensen worden omgebracht, steden verwoest. Wat is er gebeurd met die biddende David dat hij hiertoe in staat is? Er is wat aan vooraf gegaan. De koning van Ammon is overleden en David stuurt afgezanten om zijn deelneming te betuigen. Die worden niet vertrouwd en slecht behandeld. Op 12 juni jl. zijn 3 Israëlische jongens vermoord en op 30 juni teruggevonden. Een paar dagen later wordt een Palestijnse jongen verbrand. Dan begint de wraak en de vergelding. Die staan in geen verhouding met elkaar. De wraak is zwaarder dan wat jou is aangedaan. Al vroeg in het bestaan van het volk Israël wordt het opgeroepen tot proportionaliteit. Oog om oog, tand om tand. Jezus kende die regel ook en zegt in Zijn Bergrede: “Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: ‘Een oog voor een oog en een tand voor een tand’. En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren. Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: ‘Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.’ En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, …” En Paulus zegt: ‘’Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. Stel, voorzover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.” En ook: “Overwin het kwade door het goede”. Moet je nu alles maar over je heen laten komen? Nee, maar houdt de volgorde van Psalm 17 in acht. Eerst een reflectie op je eigen bestaan. Daar kan niet alles mee worden opgelost, maar conflicten wel tot redelijke proporties worden teruggebracht. Het is te hopen dat mensen die een vooroordeel hebben over een ander hun oor te luisteren leggen bij deze woorden. Dat geldt ook voor de machtigen op aarde. Ook in woede, haat en wrok zijn keuzes te maken. Aan het eind van zijn leven wil koning David een tempel, een huis voor God, bouwen. Maar David mag het niet, hij heeft teveel bloed vergoten. Mensen moeten zich afvragen ben ik wel de persoon voor deze taak. De dominee moet denken aan het verhaal van een geleerde oude man en een jongen. De oude man vraagt de jongen een plantje uit de grond te trekken. Dat doet de jongen. Dan wijst de oude man naar een grote plant. Ook geen probleem voor de jongen, met wortel en tak wordt die uit de grond getrokken. Dan vraagt de oude man een struik uit de grond te trekken. De jongen heeft al zijn kracht nodig. De geleerde man vraagt een boom uit de grond te trekken. ‘Er is geen beweging in te krijgen’, zegt de jongen. Zo is het ook met woede, wraak en geweld. Als ze jong zijn kun je ze gemakkelijk uit de mensen halen, als ze wortel hebben geschoten en groot zijn krijg je ze niet meer los. Na het amen wordt lied 552 gezongen, er is een mededeling van overlijden van 3 gemeenteleden die staande wordt aangehoord en besloten met het zingen van lied 836:4. Na de dank- en voorbeden kondigt de dominee de collectes aan. Iemand in de kerk zegt wat. De dominee heeft het over een dubbele mededeling. ‘Dat heb je als een collega (ds. Ter Maat) in de kerk zit, fijn dat we elkaar bij de les houden’. De collecte in de dienst is voor christenhulp aan Oost-Europa. Na afloop van de dienst is er gelegenheid om koffie, thee of fris te drinken. Mijn achterbuurman in de bank is ook aanwezig, Greet en ik informeren naar zijn gezondheid. Vijf weken geleden heeft hij een zware hartoperatie ondergaan.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.