Oudjaaravonddienst

De kerkzaal is niet vol verlicht. De sfeer in de Zuiderkerk is daardoor te vergelijken met een bijeenkomst bij veel kaarslicht. Er is nog voldoende licht om aantekeningen te kunnen maken. Buiten wordt vuurwerk afgestoken, ook tijdens de dienst. Luide en zware knallen hinderen de dienst. Ze overstemmen voor een moment dat wat dominee Aja Yntema zegt. Even vraag ik me af of het vuurwerk wordt afgestoken om de dienst te hinderen. Dan is het aanvragen van een vuurwerkvrije zone te overwegen. Slechts een op de vijf gezinnen koopt vuurwerk en het maatschappelijk draagvlak voor het overal mogen afsteken ervan neemt af. De dominee volgt een liturgie met drempelgebed en smeekgebed en, nadat de dienst al enige tijd aan de gang is, een groet vanaf de kansel. De lezingen zijn uit Psalm 115:1-15, Romeinen 12:9-21 en Lucas 24:50-53. De dominee begint haar uitleg en verkondiging met even stil te staan bij de laatste avond van het jaar. We kijken terug. Er waren zorgen, moeite en verdriet. Anderen kenden voldoening over wat bereikt is en het geluk dat ze ervaren hebben. In de kerk kijken we liever vooruit. ‘Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken, is niet geschikt voor het koninkrijk van God’ (Lucas 9:62). In Psalm 115 wordt de naam Heer vaak genoemd. Die naam betekent: Ik ben, Ik zal er zijn. De heidenen zeggen: Waar is die God dan? Zij hebben goden die door mensenhanden zijn gemaakt. Die zijn van hout of steen en bekleed met zilver of goud. Ze moeten vastgemaakt worden anders vallen ze om. In het Oude Testament worden ze voorgesteld als vogelverschrikkers. Ze kunnen hun handen niet bewegen, ze zeggen niks, hun ogen zijn star, ze horen niets. Ze zijn dood als een pier. Afgoden betekenen in wezen niets. Wij dienen geen afgoden, zeker niet als gemeente van Jezus Christus. Is dat wel waar? Er is genoeg te dienen. De afgod van het geld, steeds meer bewapening. Ze dreigen groter te worden dan ons Godsvertrouwen. Gesprekken van mensen gaan over aandelen en koersen. Wat zijn we druk met het vergaren van spullen. Terwijl God ons toespreekt met woorden van liefde en trouw. In de gelezen psalm zingen de priesters en het volk elkaar toe op het plein voor de tempel. ‘Israël vertrouw op de Heer’. Dan zingen de priesters en het volk samen de mensen toe die uit het heidendom zijn geboren. ‘Jullie, die de Heer vrezen, vertrouw op de heer, Hij is jullie hulp en schild’. Dat is gericht tot alle volken. Vertrouw niet op afgoden. Zeg niet: ‘Waar is God?’ Hij is geen dood beeld. Op Hem kun je vertrouwen, Hij is jullie hulp en schild. Dat zijn mooie woorden om vanavond bij stil te staan. Elke zondag klinken die woorden. ‘Onze hulp is in de naam van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft’. De psalm zingt er van. Zonder de kracht van de Geest blijven we niet staande, kunnen we het leven niet aan. Ook niet in het komende jaar. God is onze hulp, ons schild. Wat is een schild? Het schermt je af van de pijlen van de vijand. Ik kan niet geloven dat God die pijlen op ons afschiet. Dat God, hoog in de hemel, denkt welke familie zal ik nu eens treffen. Nee, God vangt die pijlen op. Jezus is ons veilig schild waardoor onze grootste vijand, de dood, is overwonnen. De psalm gaat verder, God zal het huis van Aäron zegenen. Zegen, wat versta je er onder? In het Latijn: Bene dicere, dat is goed spreken ofwel goede woorden zeggen. Dat niet alleen, ook goede daden doen. Dat is doen wat het heil en het geluk van de ander niet in de weg staat. Zo wil God , ook in het nieuwe jaar, zegenen wie op Hem vertrouwen. In de psalm zingen ze dat elkaar toe en ook wij mogen dat elkaar toezingen. Onder Gods zegen mogen we als gemeente van Christus zegenend bezig zijn. Elkaar zegenend en leefruimte gevend om anders te zijn en anders te doen. De laatste woorden in een eredienst zijn eigenlijk de belangrijkste. Dat zijn de woorden van de zegen. We mogen de zegen ontvangen en zelf tot een zegen zijn, jaar in jaar uit. Ik wens u een gezegend Nieuwjaar. Aan de koster, Ger-Jan Voerman, vraag ik na afloop zijn schatting over het aantal aanwezigen. Dat zijn er 225 (en dat is meer dan ik voorafgaande aan de dienst in gedachten had).

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.