Vergeving komt eerst, dan berouw en spijt

Nadat zo’n 20 kinderen naar de nevendienst zijn gegaan verontschuldigt ds. Hendrik Jan Zeldenrijk, de voorganger vanmorgen in de Oosterkerk, zich uitvoerig. ‘Het was echt mijn fout’. Ik kan me voorstellen dat u denkt: ‘Hoe kan dat nou dat Kerkvenster vermeldt dat Josien ter Horst, Harry Eenink en Martine Winkelhorst aan deze dienst meewerken?’ De dominee vervolgt: ‘Toch stom van Kerkvenster. Maar gemeente het was niet hun fout, het was mijn fout! Ik heb het er per ongeluk bij gezet. Heel stom van mij!’ Dan zegt de predikant: ‘Niemand is weggelopen en ik denk dat ik het de volgende keer expres doe, want dan zit de kerk weer vol!’ Zo’n grapje weten de kerkgangers wel te waarderen. Bij binnenkomst in de kerk staat met grote letters op twee schermen voorin de kerk te lezen dat de drie niet vanmorgen maar de volgende week in de Oude Helenakerk zullen meerwerken. Misschien ter compensatie speelt Janieke Mollenhorst feestelijke muziek op het orgel. Erik Bekkers is de koster, ouderling Johan Elburg heet de kerkgangers welkom en deelt mee dat de bestellijsten voor de Paaskaarsen klaar liggen en dat er na afloop van de dienst gelegenheid is om een kop koffie, thee of fris te drinken. Wanneer de kinderen gevraagd worden om naar voren te komen loopt de dominee de preekstoel af, steekt de kaars aan en maakt een kort praatje met ze. ‘Bijzonder dat jullie er zijn. Hebben jullie vakantie?’ Daarop is maar een antwoord mogelijk, ze hebben vakantie. ‘In de vakantie naar de kerk, heel goed’, zegt de dominee. Terwijl de kinderen naar de nevendienst gaan wordt uit de bundel ‘Geroepen om te zingen lied 5 ‘Dit is de dag’ gezongen. Marcus 2:13-17 wordt gelezen, Levi, de tollenaar, die Jezus zonder aarzelen volgt. Zijn verkondiging begint de dominee met de vraag: ‘Heeft u hem al gekocht?’, en hij kijkt vragend naar de kerkgangers. ‘Ja!’, roep ik luid. Wat heb ik gekocht? De glossy over Jezus. De dominee haalt het glansblad tevoorschijn en laat het de kerkgangers zien. ‘Wie heeft er ook een exemplaar gekocht?’ Er gaan nog een paar handen omhoog. Moet dat wel, kan dat wel, een glossy over Jezus? ‘Heb je hem al helemaal gelezen?’, vraagt de dominee aan mij. ‘Nee, nog niet’, is mijn antwoord. (Maar ik heb wel, in een correspondentie met een vriend over een dominee die de historiciteit van Jezus ontkent, twee pagina’s uit de glossy geciteerd). ‘Ik was aangenaam verrast’, zegt de dominee. Tijme Bouwers corrigeert me wel in woord en geschrift als ik het verkeerd zeg, maar ik vind het een boeiende glossy (ik hoef niet te corrigeren). Jos van Loon zal vast nog wel genoeg exemplaren in de winkel hebben liggen. Een ding hebben de schrijvers van de glossy goed begrepen: Het is vaak anders dan je verwacht. Zo is het in het Evangelie ook. Vaak heel anders dan we zouden verwachten. Net als in het verhaal over de roeping van de tollenaar Levi. Dan loopt het ook anders. Een tollenaar int de belasting voor de bezetter, de Romeinen. Maar ze namen ook geld om in eigen onderhoud te voorzien. Daar werd dankbaar gebruik van gemaakt. Sommigen namen teveel. Ze werkten voor de vijand en ze inden ook nog eens meer dan nodig. In die setting zegt Jezus tegen Levi: ‘Volg mij’. En die doet het. Dan is Jezus in het huis van Levi. Daar zijn zondaars en tollenaars. Is het niet begrijpelijk dat de schriftgeleerden aan de discipelen vragen: ‘Wat is dat nou?’ Dat Jezus met zondaars en tollenaars praat. Hoe kan het dat Jezus met hen aan tafel zit? Begrijpt Jezus niet dat dit echt niet kan? Dat je die lui moet mijden en daar niets mee te maken wilt hebben. Dan zegt Jezus: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel; ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’ Wie verdwaald is, is niet afgeschreven maar mag terugkomen. Stel dat Jezus had gedaan wat de schriftgeleerden wilden. Dan had Jezus gezegd: Levi, wat heb ik gehoord. Wat maak jij er in je leven een rotzooi van. Als jij belooft dat je dat niet weer zult doen, dan wil ik je wel vergeven en mag je mij volgen. Dan zouden de schriftgeleerden er minder moeite mee gehad hebben. Maar dat doet Jezus niet. Hij zegt tegen Levi: ‘Volg mij’. Dat is wat ik bedoel dat het zo anders gaat dan verwacht. Uw band, jouw band, met Jezus begint niet met dat we spijt hebben van wat we gedaan hebben. Het begint bij de roeping, spijt en berouw komen later wel. In andere wereldgodsdiensten is dat niet zo. Ook de kerk heeft er in haar geschiedenis altijd mee geworsteld. Er moet toch een verschil zijn tussen zondaars en rechtvaardigen en zoiets als voorwaarden gesteld kunnen worden. Ik geloof zelf dat het de kern van het Evangelie is. Dat roept spanning en weerstand op. Dat kan toch niet want dan kun je er maar op los rotzooien. Want het wordt toch wel vergeven. Kan niet waar zijn. Bovendien vinden we het niet eerlijk. Behalve dat we het niet logisch vinden, vinden we het niet rechtvaardig. Ook op de catechese merk ik dat. Catechisatie gaat trouwens anders dan vroeger. Als ik dan hierover met jongeren spreek, hebben ze het daar moeilijk mee. Ze zijn van mening dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun daden en dat vergeving niet vanzelf gaat. Waarom heeft de kerk, met wat ik de kern noem, er zoveel moeite mee gehad? Omdat het te gemakkelijk is. Hoezo makkelijk? Laten we teruggaan naar het verhaal van Levi. Jezus zegt niet: ‘Levi, ik heb gehoord dat …’ Midden in zijn zondig bestaan zegt Jezus: ‘Volg mij’. Wat doet Levi? Die gaat niet door met wat hij deed, maar hij volgt Jezus. Hij volgt zijn weg met blijdschap. Het gaat om de volgorde. Berouw en spijt komen na de genade van God. Dat is precies wat we bij Levi zien gebeuren. Als we deze volgorden zouden aanvaarden zouden we dan niet zonder kramp kunnen leven. Dan kunnen we in vreugde en blijdschap leven, dat God de grond is waarop we mogen staan. Hoe zou je leven kunnen zonder dit geloof, hoe zou je kunnen sterven zonder dit geloof. Het blijft wonderlijk, het is anders dan je zou verwachten. Wel mag en moet gezegd worden dat als jij in je leven met Jezus in aanraking bent gekomen, dat het onmogelijk is dat in je leven daar niet iets van zichtbaar wordt. De dominee citeert een gedicht van Geert Boogaard: Wie van genade leeft … Het is niet dat wij God dienen en zijn liefde ontvangen, maar vanuit de liefde van God, dienen wij God. Soms kan dat heel concreet worden in de beslissingen die je moet nemen. Neem je die beslissing buiten God om en zeg je: Ik laat God alleen toe in het gebied waar Hij mag komen? In het contact met mensen kan dat heel voelbaar worden. Dan zou je net zo moeten doen als wat Jezus doet. Zou je moeten vergeven zonder dat schuld beleden wordt. Je merkt het aan een gebaar, aan verandering van gedrag. Vanuit die rust en vrede is zoveel mogelijk. Is er meer mogelijk dan je denkt. Hoe kun je dat weten zult u zeggen. Nou, ik weet het: Kijk maar naar Levi. Na het amen van de preek wordt lied 863 gezongen, na een afkondiging van drie overleden gemeenteleden lied 951. Na de gebeden wordt de collecte gehouden, komen de kinderen terug van de nevendienst en worden van lied 904 de verzen 1,4 en 5 gezongen. De zegen wordt beantwoord met het zingen van lied 425. Na afloop van de dienst kan er in een zaaltje achter de kerk koffie, thee of fris gedronken worden.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.