De kerk – geen religieuze markt

Bij binnenkomst in de Oosterkerk staan de namen van allen die vanmorgen meewerken aan deze dienst op het scherm. Dat zijn er negen. De voorganger is ds. Marieke Andela-Hofstede, de organist Joop Ormel en Erik Bekkers is de koster. Ook de namen van de leidsters van de kindernevendienst worden vermeld: Nadine Bongen en Marita Ruesink, de werkgroep MDW (Missionair Diaconaal Werk) is aanwezig met Janny Hofs en Dick Jentink, de beamer wordt bediend door Gerrit Bussink en Dick Wikkerink zorgt ervoor dat de mensen thuis op hun pc via ‘Kerkbeeld’ de dienst kunnen volgen. Aan een kerkdienst werken in de huidige tijd meer mensen mee dan, zeg, 50 jaar geleden. Maar de meesten van hen die nu in de kerk zitten, zaten toen ook in de kerk (en niet 1x maar 2x op zondag). Bram te Paske is de ouderling die de mededelingen leest waarna van lied 280 vijf verzen worden gezongen. De dominee zegt dat we op deze derde zondag voor Pasen horen hoe Jezus naar de tempel gaat. Hij gaat er naar toe om mensen te herinneren aan wat heilig is en blijft. Het symbolisch bloemstuk laat daar iets van zien. Centraal staan grote handen, open handen die ruimte geven aan wat God wil. De dominee leest de bijbehorende tekst. Van Psalm 119 wordt vers 3 gezongen waarna de dominee de tien geboden leest in de taal van deze tijd. ‘Ik ben jullie God, Ik heb jullie bevrijd, houdt je dan aan je bevrijder, verkoop jezelf niet aan andere goden …’ waarna lied 422 wordt gezongen. Na het zingen van het projectlied, ‘Met open handen’, mogen de kinderen naar voren komen. Op het scherm verschijnt een plaat van gevouwen handen. ‘Fijn dat jullie er zijn op deze mooie morgen’, zegt de dominee. ‘Het ruikt al een beetje naar de lente, ruiken doe je met je neus. Maar wat doe je met je handen?’ ‘Klappen’, zegt een kind. ‘Wat nog meer?’ ‘Zwaaien’, zegt een ander. ‘Op het scherm zie je ook handen, wat doen die handen?’ ‘Bidden’, want vandaag horen we hoe Jezus op weg gaat naar de tempel om te bidden. Maar als Hij daar aan komt ziet Hij dingen die er niets mee te maken hebben. Het kaarsje wordt aangestoken en meer dan 20 kinderen gaan naar de nevendienst. De dominee leest uit Johannes 2:13-22, een gedeelte dat direct volgt op het mooie verhaal over de bruiloft te Kana. Jezus komt bij de tempel en reinigt het voorplein van handelaars en woekeraars. Van lied 556 worden 3 verzen gezongen, waarna de dominee Johannes 2:17 nog eens leest. ‘Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat: ‘De hartstocht voor uw huis zal mij verteren’. De dominee begint haar overdenking met te zeggen dat je het gelezen gedeelte zo voor je ziet. Jezus zo anders dan we hem kennen. Jezus is woedend en verontwaardigd. Ogen die vuur schieten. Er zijn allerlei conclusies getrokken. Ook bij Jezus komt agressie voor. Zie je wel, Jezus is net een gewoon mens. Daarmee komt hij dicht bij ons. Zo kunnen we denken, dan zijn we snel klaar, te snel. Maar zie je het ook goed? Het gaat niet om zijn agressie maar om zijn passie, zijn hartstocht. Het gaat om de tempel. Dat is de plek om te ontdekken wie God is en wie jij mag zijn. Toen Jezus 12 jaar was, kwam hij al in de tempel en had hij gevoeld wie hij was. Ik moet zijn in het huis van mijn Vader. Niet zomaar een huis, een tempel. Een voorproef van de nieuwe aarde waar alles goed is en waar God zal wonen in het midden van de mensen. De tempel is het huis waarin dit visioen wordt bewaard en levend gehouden. Dat is de roeping van de tempel, het visioen bewaren, het verlangen levend houden. Dat beeld past Jezus niet aan, integendeel daar komt Hij voor op. Een ware profeet die mensen terug roept, terug naar de kern, terug naar de bron, terug naar de bedoeling van God. De tempelreiniging komen we bij al de vier evangelisten tegen. Toch is Johannes bijzonder, hij maakt een verbinding met de bruiloft in Kana. Mensen let op, Jezus verandert water in wijn. Hij zorgt dat het feest van het leven door kan gaan. Dat is het eerste, dat is de kern van zijn boodschap. Maar denk eraan het blijft wel Gods feest. Het gaat op Zijn manier, dat is niet altijd de onze. Het is goede wijn, geen zure wijn, geen versneden wijn, maar zuivere wijn. Om die zuiverheid gaat het hier op het plein bij de tempel. Dat plein, dat een overgang moest zijn tussen de alledaagse drukte en het heiligdom, de stilte, de plek waar God is. De priesters wisten hiervan maar ze hadden het plein verhuurd aan kooplieden. Misschien wel uit edele motieven, om een kostbare restauratie te kunnen afbetalen. En de mensen wilden hier hun offerdieren kopen en hun geld wisselen, omdat dat zo gemakkelijk was. Godsdienst in het verlengde van de economie van alledag. Loven en bieden, ruzie om de beste waar, voorrang voor de rijken en brutalen en niemand had er moeite mee, iedereen vond het wel best zo. En weet u als ik daar over nadenk dan komt er een vraag bij me op. Een ongemakkelijke vraag. Zou dat ook zo kunnen gaan in de kerk, onder ons? Ik vind het een beangstigende gedachte dat dit mogelijk is. Dat we druk bezig kunnen zijn terwijl de diepste eerbied verloren gaat. En dat we het dan niet eens wisten. Begrijp me goed ik zeg niet dat het zo is, ik zeg wel dat zoiets mogelijk kan zijn. Dat we alles voor elkaar denken te hebben, maar dat de echtheid de puurheid, de hunkering naar God ontbreekt. Dat kan blijkbaar, dat de glans van het geloof verwordt tot een blikkerige schittering. Dat we niet langer vragen: Heer wat wilt u dat ik doen zal? Maar dat we het zelf wel weten. Dan merk je niet eens dat de wijn op raakt. Dan feest je gewoon door op je eigen manier. Let wel, ik zeg niet dat het zo is, ik zeg wel dat het kan. Dat wij, u en ik, daarbij bepaald worden door dit Evangelie. Laten we beseffen dat ook onze blik vernauwd kan zijn als we een kerk willen die naadloos aansluit bij onze behoefte. Een kerk die is als een religieuze markt waar iedereen meepakt wat hem of haar zint en waar je laat liggen wat niet goed uitkomt. Zo mag het niet, want ook onze kerk is geroepen om dat vreemde en tegendraadse visioen van Gods Koninkrijk levend te houden in deze tijd. Onze tijd waarin grote verhalen het niet meer zo doen. En toch het verlangen is er nog wel. Verlangen naar heelheid, naar puurheid, naar zin en samenhang. Een kracht die je optilt en richting geeft te midden van alles wat er gebeurt. Zoals we het zongen ‘Zal dit een huis, een plaats zijn waar de hemel open gaat, waar Gij ons met uw engelen troost, waar Gij U vinden laat?’ Dat verlangen, die hunkering, is dat niet de kern? Of we nu in een regenboogdienst zijn of in een liturgische dienst , in een zangdienst of bij een vesper. Telkens weer gaat het om verlangen naar God. Verlangen dat in iedere tijd een nieuwe vorm krijgt maar dat altijd blijft. Daarom gaan we naar de kerk. In ieder geval: daarom ga ik naar de kerk. Om herinnerd te worden aan dit verlangen. Waar je te horen krijgt wat je nergens anders horen kunt. Dat we bevrijde mensen zijn. Gekend en geliefd met alles wat wij hebben. Maar vooral wat alles wat wij missen. Hier gaat het niet om onze prestaties, hier hoeven we niet te scoren. Hier worden we niet afgerekend op ons tekort. Hier zijn we welkom in de helende lichtkring van Gods genade. Zijn krediet dat wij niet kunnen verdienen, maar dat ons wordt geschonken. Als wij dat willen. Als wij leven durven met open handen. Dat is ontvangen en geven. Daar komt het op aan. Dat bepaalt onze identiteit en dat bepaalt ook onze opdracht. De opdracht om in deze wereld vol onrust en materialisme te laten zien dat er een God van liefde is. Hoe dat moet, hoe dat kan? Daarover denken wij na in deze week op weg naar Pasen. Het heeft een diepe zin dat juist vandaag ook de tien geboden klonken, de tien woorden van het verbond. Niet om ons klein te houden maar om ons vrij te maken. Vrij van ballast, om te weten waar het om gaat. Om passie voor God en mensen om hartstocht voor gerechtigheid, vertaald in daden van liefde, in woorden van hoop. Willen we dat, durven we dat? Of is ons leven tot de nok gevuld met andere dingen. Met de behoefte om onszelf te laten gelden, met frustraties, met eindeloos gepieker of met bitterheid. Ik vraag het maar gemeente aan u maar net zo goed aan mezelf. Want soms ben ik het ook wel eens kwijt, het besef van diepgang en hartstocht in mijn bestaan. Daarom ben ik zo blij met de zondag als dag van bevrijding, elke week opnieuw. Een dag waarop we er samen aan herinnerd worden dat er meer is dan alles wat we kunnen verdienen en kopen. En ook meer dan alles wat we verliezen en kwijt raken. Dat meer, dat vinden we bij Jezus. Die de woorden van God heeft uitgelegd en voorgeleefd. Die trouw bleef tot op het kruis toen de tempel van zijn lichaam werd afgebroken. Jezus die ons voorgaat als de levende en die ons uitdaagt om te blijven zoeken naar zijn sporen. Geven en ontvangen. Inderdaad met open handen. Lieve gemeente, ik zou nog van alles willen zeggen maar beter is het om te gaan zingen. Een lied dat me telkens weer treft omdat het onze menselijk zoektocht serieus neemt en tegelijk laat zien hoe kostbaar het is dat wij bij God mogen horen, u, en jij en ik. Steeds meer in Jezus naam. Na het amen van de preek worden van lied 837 de verzen 1,3 en 4 gezongen. Dan vraagt de commissie Missionair en Diaconaal Werk aandacht voor de collecte bij de uitgang. Er verschijnt een filmpje over IKA op het scherm. Mensen die dagelijks zorg nodig hebben gaan een week op vakantie en dat kan alleen als ze dan ook zorg krijgen. Dick Jentink licht toe dat ook in de Achterhoek die vakantieweken door de PKN gemeenten worden georganiseerd. Bij de uitgang zullen ook de bekende Paaskaarten worden uitgereikt die aan mensen die in de gevangenis zitten worden verzonden. Er is een mededeling van twee overleden gemeenteleden waarna lied 657 vers 2 wordt gezongen. De gebeden worden uitgesproken door de dominee en door Janny Hofs, waarna de collecte wordt gehouden, de kinderen weer binnen komen en de mededelingen op het scherm verschijnen. De verzen 1,2 en 3 van lied 418 worden tot slot gezongen.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.