Startdienst Prot. Gem. Aalten – Goede buren

Een volle bak, veel kinderen in de kerk, een gospelband en een cantorij, twee voorgangers die een samenspraak houden en na afloop buiten koffiedrinken onder een blauwe hemel met een warme najaarszon. Zo is deze dienst die het begin markeert van de activiteiten van de protestantse gemeente te omschrijven. De dienst wordt gehouden in de Zuiderkerk. Op het terras voor de kerk staat een tent, staan speeltoestellen en koffietafeltjes voor na afloop. Een speciale commissie heeft veel voorbereidende werkzaamheden verricht. Bij binnenkomst zit de cantorij vlak onder het orgel en gospelband Amio stelt zich op in het midden van het liturgisch centrum daar waar de preekstoel gewoonlijk staat. Achterin de kerkzaal staat een camera op een hoog statief en zal tijdens de dienst worden gebruikt om aan de kerkgangers te laten zien wat er voorin de kerkzaal gebeurt. Amio zingt twee liederen, de kerkenraad komt binnen met de twee voorgangers, ds. Marten Jan Kooistra en pastoraal werker in opleiding Jan Willem Hengeveld die het voor een overhemd met korte mouw vandaag te koud vindt. Ouderling Wim Westerveld heet de kerkgangers welkom en merkt op het fijn te vinden dat we met zovelen mogen zijn. Bij de ingang van de kerkzaal wordt een jonge vrouw in een rolstoel door Jan Willem binnengebracht. Ze gaan tot achter in de kerk. De vrouw maakt een praatje met iemand die ze kent. Er wordt iets doorgegeven, bij het grote raam van de kerkzaal verplaatst de scene zich naar voorin de kerk. Op het scherm is een beetje te zien van wat er gebeurt. Dat vraag ik vanaf mijn plek en iemand zegt dat wat een paar jongeren doen op het Roemenië comité betrekking heeft. Er is een man die zich verontschuldigt: het is hem in de rug geschoten. Vanaf mijn plek is moeilijk te verstaan wat er gezegd wordt, dat kan aan mij, aan de plek, of aan de techniek liggen. Er wordt nog steeds wat doorgegeven. Een jonge vrouw komt bij mij in de buurt. Ze wil bij de buurman de ramen lappen. Die gaat met het emmertje naar weer een ander. Burenhulp wordt uitgebeeld, er is altijd wel wat te doen voor een ander, zo is de conclusie om mij heen. Ds. Kooistra laat de poster voor deze zondag nog eens zien met als titel: Een goede buur. Lied 216 wordt gezongen en ds. Kooistra spreekt bemoediging en groet uit. De cantorij zingt lied 1014, Amio licht het lied ‘Van A – Z’ toe. Alle letters van het alfabet komen in dat lied langs en bij de eerste letter van je voornaam wordt gevraagd de hand omhoog te steken. Van dit lied citeer ik een paar letters en het refrein: M van Messias, N is van need’rig, O is van opstanding, P van profeet, Q van IQ, onze God is de slimste. R is van rots, En S is van schild. Het refrein: Van A tot Z bent U de hoogste Heer. Alpha, Omega en zoveel meer. Oneindig groot is ook Uw heerschappij. U bent het einde voor mij. De kinderen die naar de nevendienst gaan komen naar voren. Ds. Kooistra laat de poster nog eens zien. ‘Wie zijn die poppetjes?’, vraagt hij. ‘Dat zijn buurman en buurman’, wordt direct geantwoord. Die proberen iedere keer iets voor elkaar te doen. Het lichtje wordt aangestoken en ongeveer 40 kinderen verlaten met drie leidsters de kerkzaal. Jan Willem spreekt een gebed uit waarna door Wilco (?) het verhaal van de barmhartige Samaritaan uit Lucas 10:25-37 wordt gelezen. Amio zingt ‘Tienduizend redenen’ waarna ds. Kooistra zegt dat vergeten is een lied te zingen. Het was de bedoeling dat toen de kinderen de kerk uitliepen van Psalm 150 de verzen 1 en 2 werden gezongen. Dat gebeurt alsnog. Nu zingen we over ‘Gods ongemeten wezen …’, woorden die Jan Willem in zijn gebed citeerde. Dan vindt de uitleg plaats. Dat is een tweespraak tussen Jan Willem en Marten Jan die in het liturgisch centrum, het drie treden hoge podium voorin de kerk, heen en weer lopen. Marten Jan heeft een tablet in de hand maar kent de tekst uit zijn hoofd. Ze begroeten elkaar, vragen elkaar hoe het gaat en Jan Willem stelt Marten Jan een vraag over de Sahara. Er volgt nog zo’n mopje, maar ik heb geen van beide verstaan. Marten Jan heeft het nog over Dinxperlo en Aalten en dan komen ze bij het gelezen verhaal uit Lucas 10. Jan Willem is kritisch. Marten Jan legt uit dat er een geschiedenis achter zit. Na Salomo viel het koninkrijk Israël in twee koninkrijken ut elkaar, het Noordelijk deel met 10 stammen en het Zuidelijk deel met twee stammen. In het Noorden, ook wel Samaria genaamd, vermengden zich Israëlieten met nieuwkomers die er door de Assyriërs werden gebracht en die werden Samaritanen genoemd. De echte Joden noemden hen bastaards. Kooistra vindt het moedig wat die Samaritaan deed. Jan Willem vraagt wie we concreet, in deze tijd, zouden moeten helpen. Kooistra geeft eerst een theoretisch antwoord maar nog een keer gevraagd denkt hij aan de vluchtelingen van nu. Misschien moeten we daar wat aan doen. Jan Willem zegt dat daar grenzen aan zijn. Hij pakt Kerkvenster erbij en wijst op een artikel van ‘de grote baas van de PKN’, ds. Arjan Plaisier. Kooistra vindt dat we samen moeten doen wat nodig is. Dat is nou net het probleem van Jan Willem. De Samaritaan zet de man die overvallen is op een ezel en brengt hem bij een ander. Hij is er vanaf en de ander zit er dan mee. Zo gaat het met de vluchtelingen ook. Kooistra wijst erop dat het verhaal doorgaat. De man komt terug en als er iets nodig is zal hij het betalen. De Samaritaan neemt zijn verantwoordelijkheid. Jan Willem zegt dat die Samaritaan het doet om zich goed te voelen. ‘Dat zou kunnen’, zegt Kooistra, ‘maar Jezus vertelt het niet zomaar’. Waar het ten diepste om gaat is dat je in de ander een schepsel van God ziet. Jezus roept ons op tot hulp aan de medemens. De dienst is begonnen met kleine dingen die je voor elkaar kunt doen. Er zijn ook grotere dingen en die moeten we gezamenlijk aanpakken. Er komen vluchtelingen naar Barlo en we moeten Barlo daar niet alleen mee laten zitten, we moeten het samen doen. Jan Willem zegt dat het hem een beetje begint te dagen, hij zal er over nadenken. Kooistra heeft hem geraakt. Van lied 973 worden de eerste vier verzen gezongen. Ds. Kooistra noemt de namen van een paar nieuwe ambtsdragers die volgende week zondag worden bevestigd. En twee jonge mensen willen hun huwelijk kerkelijk laten inzegenen. Er volgt een mededeling van een overleden gemeentelid. De dank- en voorbeden worden afgesloten door een door de cantorij gezongen Onze Vader. Tijdens de collecte zingen de cantorij en Amio gezamenlijk ‘Oh happy day’ dat beloond wordt met applaus. De kinderen komen weer binnen. De eerste groep op een drafje terwijl ze een liedje zingen, de tweede met vlaggetjes. Reinier Demkes maakt een praatje met een paar kinderen. Reinier heeft een tas meegenomen, hij pakt er wat uit en vraagt wat dat is. Een beker om kofie te drinken, een schoen om aan te trekken voor de estafetteloop, en 1 Euro dat deelname aan de loop kost – de opbrengst gaat naar een project voor onze goede buren in Roemenië. Er komt nog een briefje uit de tas. Een kind leest voor wat erop staat. De medewerkers aan deze dienst worden bedankt, gevolgd door applaus. Ds. Kooistra spreekt de zegen uit waarna buiten gelegenheid is voor onderlinge ontmoeting. De kerkgangers pakken kop koffie met stroopwafel en gaan in de zon staan om met elkaar te praten.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.

2 reacties op Startdienst Prot. Gem. Aalten – Goede buren

  1. henk neerhofo schreef:

    Het is heel knap om de kerkdiensten zo te verwoorden iedere keer.
    Doet u het via steno?

    • Tijme J. Bouwers schreef:

      Dank voor uw reactie. Steno beheers ik niet, ik probeer de predikant woordelijk bij te benen.

Reacties zijn gesloten.