Muzikale avonddienst – Reizen

Vlak voor het begin van deze dienst loop ik de Oude Helenakerk binnen en kan nog net enkele noten horen die Joop Ormel op het orgel en Jan Radstaak op de trompet laten horen. Mooi, aangename klanken. Johan Elburg spreekt enkele inleidende woorden en steekt tee kaarsen aan waarna Lied 263 wordt gezongen. Ds. Wim Everts spreekt een voorbereidingsgebed uit, ik ervaar het als een vorm van votum en groet, gevolgd door het zingen van lied 257. Er volgen nu zes Schriftlezingen die elk voorafgegaan worden door een paar inleidende woorden van de dominee en gevolgd door het zingen van een lied. Inde Bijbel wordt er heel wat afgereisd. Het volk van Israël gaat een paar keer per jaar op reis naar Jeruzalem om daar een groot feest mee te maken. In het zicht van de stad met de gouden koepel zingen ze een pelgrimslied. Ook Psalm 84 is een pelgrimslied. Gelezen wordt Psalm 84: 2 – 8 en de verzen 1, 2 en 3 van deze Psalm worden gezongen. Abraham wordt wel de vader van alle gelovigen genoemd. Geloven is gehoor geven aan de roepstem van God. Uit Genesis 12 worden de verzen 1-4 gelezen en gezongen worden de verzen 1 en 6 van lied 803. Vierhonderd jaar later zijn de Israëlieten slaven in Egypte. Maar God heeft hen bevrijd en God gaat met hen mee als ze 40 jaar door de woestijn trekken. Uit Exodus 13 worden de verzen 20-22 gelezen waarna het lied ‘Leid Gij mij’ wordt gezongen.

‘Leid Gij mij, wees mijn bevrijder, breng mij naar het vaderland. In de dreigende woestijnen zoek ik naar uw vaste hand. Brood des levens, Brood des levens, manna, dat mijn honger stilt. Manna, dat mijn honger stilt.

Sla de rots en laat het stromen, water dat mijn dorst geneest! Wijs in wolk en vuur mijn wegen    door de nacht van angst en vrees. Levend water, Levend water, dat mijn dorst voor altijd lest, dat mijn dorst voor altijd lest.

Draag mij, als ik bang te moede aankom bij de doodsjordaan. Die de dood hebt overwonnen, breng ook mij naar Kanaän, waar ik zingend, waar ik zingend voor uw aangezicht zal staan, voor uw aangezicht zal staan’.

Jakob is op de vlucht voor zijn broer Ezau. We zien hem als een stipje in de woestijn. Gen. 28:10-15 wordt gelezen gevolgd door het zingen van de verzen 1,2,4 en 7 van lied 280. Het evangelie van Lukas is geschreven als een reisverhaal. Voortdurend is Jezus onderweg. Jeruzalem is het einddoel van Zijn reis. De verzen 51,57 en 58 van Lukas 9 worden gelezen waarna van lied 836 de verzen 1,2 en 4 worden gezongen. De laatste lezingen gaat over vreemdelingen en gasten. In het Bijbelboek Hebreeën worden de mensen gezien als Abraham die op reis zijn en op aarde geen vaste plaats hebben. Hierna wordt lied 798 gezongen.

Zijn overdenking begint de dominee met te spreken over een tredmolen. Dat is een houten molen die aangedreven wordt door een dier. Het is eentonig, elke dag hetzelfde. Soms ervaren mensen het leven als een tredmolen. Er is geen doel, de tijd heeft geen richting. In de Bijbel wordt de kringloop van de tijd doorbroken. We bewegen ons in een rechte lijn, we gaan ergens naar toe. Veel verhalen in de Bijbel zijn reisverhalen. Abraham, het volk van Israël, ze zijn op reis gegaan. Ook Jezus zag Zijn leven als een reis. Zijn volgelingen werden ‘Mensen van de Weg’ genoemd.

Onderweg zijn is ook ons leven. Waar ligt onze oorsprong? Waar is onze bestemming? God staat aan het begin van het leven. Ons leven heeft een bedoeling. Vanwaar komen wij? Wij komen van God. Waarheen gaan wij? Wij gaan naar de toekomst. Bij God ligt onze bestemming. Daarover vertelt de Bijbel, hoe God met ons op weg gaat. Van de duisternis naar het eeuwig licht. Ons bestaan is een bedoeld bestaan en wordt niet geregeerd door het toeval. Ons leven is aangelegd op de verwerkelijking van waarden als goedheid, liefde, schoonheid, etc. Daartoe heeft God de wereld geschapen. God is de eerste en de laatste. De Schepper, Onderhouder en Voleinder der wereld. Daarom leven we niet in een kringloop, ons leven heeft perspectief. Zo zijn we op weg, stap voor stap, op ons levenspad. Soms gaat ons levenspad door diepe dalen of gaat het met vallen en opstaan. Overal wil God ons bijstaan en bemoedigen. Soms zijn we het spoor bijster geraakt en raken we gevangen in moedeloosheid. Moge de Geest van God ons aanmoedigen om door te gaan op de weg van het leven, Gods toekomst tegemoet.

Na het amen van de preek wordt lied 542 gezongen, is er een afkondiging van overlijden van twee gemeenteleden en volgen de gebeden. De verzen 1,2,3,4 en 5 van lied 801 worden gezongen als slotlied waarna de dominee de zegen van lied 821 uitspreekt, aangevuld met enkele andere regels, dat beantwoord wordt met het zingen van lied 416.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.