In het licht van Pasen gedenken wij …

De herdenkingsdienst van de in het afgelopen jaar overleden leden van de kerkelijke gemeente krijgt in een enkel opzicht steeds meer het karakter van een vroegere Oudjaardienst: de kerk zit stampvol. Velen zijn gekomen om hun overleden dierbare te gedenken. Het verdriet en het gemis is voelbaar in de Oosterkerk wanneer nabestaanden en vrienden naar voren lopen om een kaars aan te steken. Bij het noemen van de namen worden herinneringen levend en delen kerkgangers in het verdriet. Het is vandaag de laatste zondag van het kerkelijk jaar ook wel Eeuwigheidszondag genoemd. Er worden gevoelvolle woorden gesproken, passende gedichten gelezen, bijzondere teksten gelezen en gesproken. Nadat ouderling Guus Luiten de kerkgangers welkom heeft geheten en de afkondigingen heeft gelezen, bemoediging en groet zijn uitgesproken, steekt dominee Hendrik Jan Zeldenrijk, een van de twee voorgangers van vanmorgen, de kaars in het liturgisch bloemstuk aan. Dat is een ronde spiegel, een spiegel met barsten. Daarvoor bloemen in diverse kleuren. ‘In de spiegel zien we de glans van herinneringen. De kapotte stukken geven het verdriet weer vanwege de gebrokenheid van ons bestaan en het moeten missen van hen die dierbaar waren. In de spiegel zien we het Licht dat niet dooft. De bloemen in verschillende kleuren geven de veelkleurigheid van mensen weer”. Hierna leest de dominee het gedicht ‘Blijf geborgen in je naam’ van Gonny Luijpers voor.

Blijf geborgen in je naam

Blijf geborgen in je naam.

Wees als een mens gezegend,

om wat je hebt gezegd, en om wat is verzwegen.

De rafels van je hart omdat je bent gesleten.

Om je wezen, zwak en sterk,

leven is een mensenwerk.

Blijf geborgen in je naam,

Wees als een mens gezegend.

Om wat je hebt gedaan, om wat is nagelaten.

Wat soms is misgegaan, de scherven die je maakte.

Onvermijdelijke pijn

voor wie mensen moeten zijn.

Blijf geborgen in je naam,

Wees als een mens gezegend.

Om je vasthoudendheid, om angsten in het donker.

De pijnen in je lijf, en je geloof in morgen.

Wisselvallig is het tij

voor wie mensen kunnen zijn.

Blijf geborgen in je naam.

Wees als een mens gezegend,

om wie je hebt getroost, gedragen in gedachten.

Je liefde en je hoop, de keren dat je lachte.

Alle zegening en heil

van wie mensen mogen zijn.

Blijf geborgen in je naam

Wees als een mens gezegend,

om heel je reisverhaal met alle mensenfouten.

Om vriendschap en begrip, en ongeschokt vertrouwen.

Om het leren mettertijd

van de naam ‘Ik zal er zijn’.

Blijf geborgen in je naam

Wees als een mens gezegend.                                                                            

 

Hierna worden twee verzen van het lied ‘Heer, herinner U de namen’ gezongen. De dominee leest Openbaringen 21:2-5a, over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarna van lied 747 de verzen 1 en 4 worden gezongen. Dominee Riemer Faber spreekt een gebed uit waarna hij de kinderen in de kerk uitlegt wat er vandaag in de kerk gebeurt. Het is nog geen oudjaar, maar de kerk heeft een eigen kalender. Volgende week is het de eerste adventzondag, de eerste zondag van het kerkelijk jaar. Daarom is het vandaag de laatste zondag van het kerkelijk jaar, herdenken we de overleden gemeenteleden en steken we voor hen een kaarsje aan. Misschien is er wel iemand bij die jullie kennen. Twee verzen van het lied ‘Wij gaan voor even uit elkaar’ worden gezongen, waarna 17 kinderen naar de nevendienst gaan. Vanaf de kansel leest ds. Faber Psalm 139:1-18, waarna de verzen 1, 3 en 5 van lied 23c worden gezongen en de dominee aan zijn overdenking begint.

Het noemen van namen is in de kerk een goede gewoonte. Dat begint al bij de doop, God verbindt Zijn naam aan onze naam. Dat is heel mooi verwoord in Psalm 139: “Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde, was mijn wezen voor u geen geheim. Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.” Voor God zijn wij niet anoniem, maar hebben wij een naam. Geboren uit ouders die ook weer een naam hebben. Bij onze doop is onze naam liefdevol uitgesproken. Met onze naam maken wij geschiedenis bij familie, vrienden en kennissen. Bij onze dood worden woorden gesproken als: “Nu het leven van onze geliefde … ten einde is gegaan vertrouwen we hem/haar toe aan God, onze Vader, bij Wie de bron van leven is en de gedachtenis der namen”.

Vandaag noemen we de namen van wie dat in het afgelopen jaar gezegd moest worden. Achter iedere naam staat een eigen verhaal, een eigen leven. We noemen de namen met eerbied en respect. We hebben ze niet vergeten en willen ze niet vergeten. De dominee moet denken aan een verhaal uit een concentratiekamp. De rabbi stelde voor om elke avond in de barak een eigen appel te houden. Iedereen moest zijn naam noemen en zijn woonplaats. Als zijn buurman was gestorven moest hij die naam ook noemen. De rabbi bleef alleen over. Toen noemde hij de namen van meer dan 200 mensen. Zo bleven de namen genoemd. Gisteren stond er een artikel in Trouw over een vrouw van 88 die als laatste uit een gezin met 10 kinderen nog in leven was. Twee welken eerder was een zus van haar overleden, toen was zij als enige van het gezin overgebleven. Zij plaatste in het Dagblad van het Noorden een advertentie waarin zij de namen van haar ouders en van haar broers en zussen vermeldde met geboorte- en overlijdensdatum. (Dagblad ‘Trouw’ van 19 nov. 2016 pag.9, artikel over mevr. Titia Oorberg). De advertentie leverde veel reacties op uit het hele land, ook van wildvreemde mensen.

We noemen de namen om de herinnering levend te houden maar ook en vooral omdat God hen niet vergeten is. Hun namen staan geschreven in de palm van Gods hand. De pijn van het loslaten kan niemand wegnemen, daarvoor is het te diep. God heeft hen bij hun naam geroepen, je bent van Mij. Zo mogen wij hen in Gods liefde geborgen weten. Onlangs kreeg de dominee een geloofsbelijdenis aangereikt. Hij leest die voor: ‘Wij geloven in de liefde, de liefde die mensen samen brengt, we geloven in het leven …, we geloven in het licht dat ons levenspad verlicht …, de hoop op betere tijden …, we geloven in het leven …, we geloven in de toekomst …, we geloven in de Geest, de Heilige Geest, de Geest van God.’

Na het amen van de preek worden de verzen 1 en 3 van lied 91a gezongen. De kinderen komen terug van de kindernevendienst en lopen eerst naar een kleine kunstboom voor de lezenaar. Heidi Ebbers vertelt dat de kinderen bladeren in de vorm van hartjes aan de herinneringsboom hebben bevestigd. Op de blaadjes de naam aan wie ze vandaag denken. Ds. Zeldenrijk bedankt de kinderen en Heidi en vindt het gebaar erg mooi. Dan gaan we nu over tot de herdenking van de overledenen. Wij noemen de namen en het licht wordt ontstoken aan de Paaskaars, het licht van Jezus. Tijdens het zingen kunnen familieleden naar voren komen, het hoeft niet maar het mag.  “Laten de namen hier genoemd blijven van wie gestorven zijn: zij schonken ons het leven en noemden ons uw naam. Zij deelden met ons de dagen, de nachten. Vol zijn onze gedachten van hen, vol herinnering, vol pijn. Laten hun namen niet vergeten worden; laat het werk van hun handen – nu ons toevertrouwd – niet vergeefs zijn geweest.”

Ds. Zeldenrijk zegt: ‘In het licht van Pasen gedenken wij …’ en leest de namen van 22 overleden gemeenteleden, waarna van lied 281 twee verzen worden gezongen en de familie en vrienden naar voren komen om een kaars aan te steken. De kaarsen die niet zijn aangestoken worden door de voorgangers aangestoken. Dan leest ds. Faber 22 namen waarna weer familie en vrienden naar voren kunnen komen. In totaal worden 89 namen gelezen. Tot slot wordt een kaars aangestoken voor allen die niet genoemd zijn. De kerkgangers gaan staan, ds. Zeldenrijk leest een tekst en spreekt een couplet van het gedicht ‘De mensen van voorbij’ van Hanna Lam uit. Ook worden de namen genoemd van drie leden van de gemeente die in de afgelopen week zijn overleden. Er is verdriet maar er is ook vreugde: Ds. Zeldenrijk leest een afkondiging voor van een huwelijk dat in de komende week kerkelijk ingezegend wordt. De collecte is voor de kerk, bij de uitgang voor de diaconie. Na het zingen van lied 416 geeft de dominee de kerkgangers de zegen van de Heer.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.