Wachten

Vanmorgen weer eens met Greet naar de Zuiderkerk geweest. Zevenentwintig jaar gingen we elke zondag naar deze kerk, maar toen met ingang van jan. 2015 een tweedeling werd ingevoerd zijn we gaan zwerven en bezochten de Ooster- en de Oude Helenakerk. Daar worden ‘traditioneel liturgische diensten’ gehouden, een term die ik onjuist vind. Ik spreek liever van een gewone kerkdienst. In de Zuiderkerk zijn sinds begin 2015 alle andere diensten gehouden, zoals kinderdiensten, evangelische diensten, diensten voorbereid door leden van de groep Kerk in Uitvoering, etc. Waarom zijn we naar een KiU dienst gegaan? Om te kijken hoe het hun gaat maar ook vanwege de orde van dienst die we van tevoren zagen. De dienst lijkt wat opzet en te zingen liederen betreft op een gewone dienst en het thema komt overeen met het thema van de derde advent: ‘Wachten’, als is hiervoor vanmorgen ‘De kunst van het wachten’ van gemaakt.

In de kerkzaal zitten we op ons gebruikelijk plekje. Vier achterburen, die daar voor 2015 ook altijd zaten, zijn er ook, in de andere rij ook twee getrouwen. Even een praatje met de achterburen gemaakt. Dinsdag a.s. zijn ze 60 jaar getrouwd, gisteren hebben ze dat met hun kinderen en kleinkinderen gevierd. En de buurman die altijd naast ons zat? In de twee andere gebouwen zagen we hem ook niet. De achterburen ook niet, ze weten te vertellen dat hij lichamelijk wat minder wordt en niet meer in de kerk komt. Het liturgisch centrum is tijdelijk vergroot met het oog op de komende Kerstconcerten. Voor het begin van de dienst zijn vijf kinderen aan een tafel, tussen preekstoel en kerkenraadsbank, bezig met kleurenplaten. Net voor de dienst begint zitten tien kinderen aan deze tafel. Voorafgaande aan de dienst kan er in de hal koffie worden gedronken. Ook na de dienst is daar gelegenheid voor.

In deze dienst is ds. Riemer Faber de voorganger. Hij heeft de dienst voorbereid met Janine Luijmes, Sylvia Zeilstra en Harry Eenink. Gerard Wesselink speelt voorafgaande aan de dienst op een piano, die verbonden is met de geluidinstallatie, en tijdens de dienst op het orgel. Koster Ger-Jan Voerman heeft ervoor gezorgd dat de koffie bruin is en dat de kerk is verwarmd. De beamer wordt aangestuurd door Gerrit Bussink. Vier leden van de groep KiU nemen plaats op de voorste bank, de leden van de kerkenraad zitten in de eigen bank. Harry Eenink begroet de aanwezigen met een goedemorgen en stelt een paar vragen. ‘Konden jullie ook niet wachten met het opzetten van de kerstboom? Konden jullie ook niet wachten om vandaag naar de kerk te gaan? En nog een paar van dergelijke vragen. Hij wenst ons een goede dienst toe. Na het zingen van de verzen 1,2,3, en 10 van lied 281 spreekt de dominee bemoediging en groet uit.

Marinke Oolman, Johan Scholl en Lukas komen naar voren. Marinke vertelt eerst iets over het Kerstproject. Dan lezen Johan en Lukas het opzegversje van de derde advent: ‘’Jakobus schrijft het woord van God, aan rijken en verachten: ‘Houd vol, wacht samen op de dag dat onze Heer zal komen. De Heer laat jou niet in de steek, zal jouw geduld belonen’. Ik steek het derde kaarsje aan: het lichtje van verwachten”. Lukas steekt de derde kaars aan. De dominee vertelt over het liturgisch bloemstuk. Dat ziet er weer een beetje anders uit dan de vorige week, een lelie staat in bloei. De tekst over ‘Dromen van vrede’ wordt uitgesproken. Van lied 36 worden de verzen 1 en 2 gezongen, Janine spreekt een gebed uit en dan wordt het adventsproject toegelicht. In de twee andere kerken zijn ze er al mee begonnen vertelt Marinke. Ze laat de duif Rainbow zien en vertelt dat hij uit Wonderland komt en elke week verslag doet van zijn avonturen. Dan vraagt ze wat Johan daar heeft. Die laat het zien: een megazandloper. Lukas zegt dat hij een zandloper gebruikt bij het tandenpoetsen. Een zandloper helpt je bij het wachten, aldus Johan, je weet hoe lang het nog duurt. Deze is wel heel erg groot maar toch duurt het maar twee minuten. Het is ook een soort klok. ‘Nee, een klok loopt door’, zegt een bijdehandse jongen. Het derde lied van het projectlied wordt gezongen. Twintig kinderen gaan naar de nevendienst. ‘En de jongeren gaan met mij mee’, zegt Heideman jr. Dat zijn er tien.

De dominee zegt dat er tijdens de brainstormavond – een ander woord voor gesprek – met Janine, Sylvia en Harry de vraag is besproken wat wachten, verwachten, inhoudt. Alle drie zullen daarover vertellen, afgewisseld door het zingen van een lied en een lezing uit Jacobus 5 (BGT). Janine vertelt over vroeger toen haar vader en moeder met hun vijf kinderen in de kersttijd naar de kerk gingen. Weer thuis zat ze bij haar vader op schoot die een kerstverhaal vertelde. Toen ze ouder was vond ze de dienst lang duren, ze zag uit naar tweede kerstdag want dan was de Radstake (danstent) open. Dit jaar zal ze de tijd nemen om het kerstgevoel te krijgen. Dat is om me voor te bereiden op dat moois dat ons is gegeven: de Zoon van God. Van lied 1005 wordt het eerste vers gezongen. Sylvia zegt dat ze moeilijk kan wachten. Dat is zo passief, ze wil graag actief zijn. Advent hoeft niet altijd passief te zijn. Wachten geeft ook ruimte om je leven te overdenken. Wat ging er fout en wat ging er goed. Je krijgt de tijd om je hart te openen en Jezus binnen te laten. Er wordt een filmpje op het scherm vertoond dat over wachten gaat. Beelden laten het drukke leven zien. Op straat met veel lawaai maar met de muziek van ‘Stille nacht …’ op de achtergrond. Dan verschijnt een baby, liggend op een doek op stro, op het scherm en klinkt de muziek van ‘Stille nacht …’ luider. ‘Rustiger aan doen en Jezus binnen laten in ons leven’ is de tekst op het scherm. Zie ook: https://youtu.be/RDe8tm3Hr84

De lezing is uit Jacobus 5:7-8 en 10-11, waarna Harry zijn verhaal mag doen. Op aansporing van Sylvia doet hij het in het plat. Hij wil wel wachten, maar het verhaal wil nog niet binnenkomen. Hij stelt zijn verwachting niet te hoog, dan kan het altijd meevallen. Als het na Kerst iets meer vreedzaam is in de wereld dan is dat mooi meegenomen. Hij spiegelt zich aan de boer in Jacobus, alleen heeft hij liever regen in de zomer. Dan zingt hij een liedje: ‘O, o, o, even rustig ademhalen. O, o, o, ‘t lijkt of het regent als altijd, maar het regent en het regent zonnestralen.’ Het liedje gaat over Herman die er een weekje tussenuit knijpt en dan zijn eigen overlijdensbericht in de krant leest. Herman ervaart het als een tweede kans krijgen. Job is een groot voorbeeld voor Harry. Zijn grootste voorbeeld is Jezus. Elk jaar wordt Jezus opnieuw geboren, het wachten waard. Hierna wordt lied 442 gezongen.

Zijn overdenking begint de dominee met het noemen van enkele betekenissen van wachten. Het kan saai zijn. In de file, op het perron, of in de wachtkamer bij de dokter en het schiet maar niet op. Het kan spannend zijn, als een jongen een appje stuurt aan een meisje waar hij van houdt. Het kan tergend zijn, een klas die eindexamen heeft gedaan en wacht op de uitslag. Wachten tijdens de advent is vol van hoop en verwondering. Het is uitzien naar de komst van Jezus. Maar ook uitzien naar zijn wederkomst, naar het rijk van vrede dat komt. Doen we dat wel? Het eerste, uitzien naar Kerst, doen we nog wel. Maar naar Zijn wederkomst? De dominee moet denken aan het gedicht van Okke Jager ‘Kom haastig!’ over de wederkomst. Een dominee zegt het in zijn gebed, maar de boer wil eerst nog de opbrengst van zijn nieuw stuk land zien. Een vrouw wil eerst nog pronken met haar nieuwe bontjas op de uitvoering van het koor. Een kind wil eerst nog met vakantie naar de bossen. En de dominee in het gedicht wil graag nog eerst zijn nieuwe lezing houden voor de jeugd. ‘’De beden komen in de hemel aan. De cherubijnen zwijgen die ze brachten. En Jezus vraagt: ‘Kan ik vandaag al gaan?’ Zijn Vader zucht: ‘Ge moet nog even wachten’.”

Als je jong bent, ben je niet met de wederkomst bezig. Verwachting geeft spanning aan het leven. Wie niets meer verwacht, is als een boog zonder koord. Verwachting ligt in ’t leven zelf. De lente verwacht de bloesems, de zomer verwacht de oogst, de herfst verwacht de kleuren, de winter verwacht het nieuwe leven. De dominee vat de bijdragen van Janine, Sylvia en Harry nog eens samen. Janine wil het gevoel van vroeger weer eens opzoeken. Sylvia kan niet wachten maar heeft ontdekt dat wachten niet passief hoeft te zijn. Harry is van nature ongeduldig. Hij verwacht niet al te veel, dan kan het altijd meevallen. Het is het verschil tussen het hier en nu en wat je verwacht. De dominee citeert Henri Nouwen, een spiritueel denker. ‘Als we niets meer verwachten, raken we verstrikt in het leven’. Als we verwachtingsvol leven dan stellen we ons open voor de vreugde die ons kan overkomen. Advent creëert verwachtingen, God komt in ons midden en maakt een nieuw begin. Bij een ouder echtpaar en bij het meisje Maria. Dat kan vandaag ook nog gebeuren. Het is niet iets van vroeger, het kan ook nu. Het vraagt om sensitiviteit en je openstellen op wat op je afkomt. Dat is de kunst van het wachten. Het is stil worden en tekenen zoeken van het heil. Niet gelijk ‘Ja, maar’ zeggen. Wie weet welk een vreugde dan op ons af kan komen.

Na het amen is er eerst pianospel waarna de verzen 1 en 2 van lied 940 worden gezongen. Er is een afkondiging van overlijden van twee gemeenteleden waaronder ds. Van der Heiden die van 1956 tot 1988 de Hervormde gemeente te Aalten heeft gediend. De dank- en voorbeden worden uitgesproken door Sylvia en de dominee. Tijdens de inzameling van de gaven komen de kinderen weer binnen en de verzen 1,2 en 3 van lied 49 uit de bundel ‘Zingenderwijs’ worden tot slot gezongen waarna de dominee de zegen uitspreekt.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.