Naar een Grondwet van vijfentwintig artikelen

De toeloop is groot, de keukenkamer van de Krent in Hummelo is net groot genoeg om de 18 oud-collega’s van de Oud-Burgemeesters Achterhoek (OBA) op een stoel te laten plaatsnemen en om van een aperitief te genieten. Hans Alberse is nieuw in ons midden. Hij stelt zich even voor. Raadslid en wethouder van Rheden geweest, en burgemeester van Lingewaal en Oude IJsselstreek. Een paar jaar geleden is hij begonnen als adviseur bij ProDemos om gemeentebestuurders te helpen de lokale democratie te versterken.

In een afgeschermd deel van de grote eetzaal staat een tafel voor ons gedekt. Na de lunch krijgt Paul Scholten, nog wonend in Hummelo en schrijver van ‘Schets van een Korte Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden’, het woord. Aan het hoofd van de lange tafel wordt een lezenaar geplaatst. Paul legt er zijn aantekeningen op en begint zijn toespraak met de stelling dat de grondwet (GW) meer moet zijn dan van juridische betekenis. Het hoort een appel te zijn, een houvast voor het volk. Een kostbaar bezit dat verdedigd wordt als het wordt aangevallen. De GW is 200 jaar oud. In die tijd is er zowat alles veranderd in onze samenleving, maar de GW niet. De zittende macht is bang voor verlies van eigen macht bij wijziging van de GW. Er zijn iets meer dan 20 wijzigingen van de GW geweest, daaronder slechts 2 belangrijke. Die kwamen tot stand onder dreiging van revolutie. In 1848 werd de ministeriële verantwoordelijkheid ingevoerd, in 1918 het algemeen kiesrecht.

De spanning tussen de bevolking en de politiek is in het hier en nu te hoog opgelopen. In oktober 2015 publiceerde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) zijn rapport ‘Meer democratie, minder politiek’ (te downloaden via de site scp.nl). Over dit rapport heeft de Eerste Kamer op 19 jan. 2016 vergaderd en nam de motie Duthler aan. Daarin wordt gepleit voor een staatscommissie die moet onderzoeken of ons parlementair stelsel voldoende toekomstbestendig is. De Tweede Kamer gaat hiermee zonder debat akkoord en op 12 juli krijgt de voorzitter van de ministerraad het verzoek deze commissie in te stellen.

‘Mijn voorstel is om de GW onder de mensen te brengen’, zo vervolgt hij zijn betoog. Hij wil de 142 artikelen terugbrengen naar 25. Wat eruit wordt gehaald gaat niet verloren maar wordt overgeheveld naar de gewone wet(ten). Hij laat de GW van 1840 zien, een klein boekje. Inkrimping van het aantal artikelen dwingt tot bezinning op de kern. Pas na het debat in de Eerste Kamer is Paul aan het werk gegaan. Er moet wel een historische lijn zichtbaar blijven, de nieuwe GW staat op de vorige. Voorts wijst hij op de versplintering en wijst op 17 fracties in de 2e Kamer. De GW moet in staat zijn de vernieuwing een kans te geven. Wat is zijn voorstel?

Verkorting. Met 25 artikelen kan iedere burger het lezen en dat dient ook een educatief doel. Hij laat een klein Amerikaans boekje zien ‘The United States Constitution & Bill of Rights. The entire text; its origins and its revision in a readable format’ met als ondertitel: ‘The fundamental laws of the Nation; the base rights of every American presented with explanatory notes and definitions’. In de tekst van Paul is het de taak van de overheid om de vrijheid en onafhankelijkheid van de burger te garanderen.

Verkiezingen. In een parlement met 17 fracties vindt een goed vergadergesprek niet plaats. Hij stelt twee verkiezingsrondes voor. Na de eerste ronde gaan de zes partijen met de meeste stemmen door naar de tweede ronde die 14 dagen later plaats vindt. Dan wordt de grootte van de zes partijen door de kiezer bepaald. De Eerste Kamer worden rechtstreeks verkozen via een regionaal stelsel.

Verbod op afsplitsing. Tenzij voldoende voorkeursstemmen, ofwel de kiesdeler, behaald.

Toetsing door de rechter van wetten aan de GW. In Duitsland is dat ingevoerd na de Tweede Wereldoorlog. Stel dat een partij in de huidig Nederlandse situatie de meerderheid behaalt, dan houdt niemand ze tegen.

Haalbaar? Nu misschien niet, er is geen gevoel van urgentie. Paul pleit voor een voorbereider die het plan voorlegt aan de Staatscommissie. Het advies van deze commissie gaat naar de regering. Paul laat zijn eigen boek van hand tot hand gaan.

Tijdens de discussie wordt Paul nader aan de tand gevoeld om de spanning tussen bevolking en politiek toe te lichten. Is het getal van zes partijen niet arbitrair en in strijd met het recht op vereniging en vergadering? Een ander merkt op dat we besturen met middelen uit een vorige eeuw. Een derde is van mening dat onze representatieve democratie aan een grote onderhoudsbeurt toe is en is gecharmeerd van het voorstel van David van Reybrouck om door loting een groep burgers aan te wijzen. Hierop antwoordt Paul dat hij niet gesproken heeft over politieke partijen. Die hebben nog steeds de air van: ‘We weten alles’. Met behulp van staatssubsidies zetten ze paginagrote advertenties in de krant (zoals jl. maandag ‘Aan alle Nederlanders’ van Mark Rutte).

Reinder besluit de discussie met de opmerking dat deze inleiding een uiterst geslaagde bijdrage is om een nieuwe dimensie aan ons samenzijn te geven. De volgende bijeenkomst is op 26 april a.s.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Burgemeester. Bookmark de permalink.