Zacheüs

Voorafgaande aan de avonddienst in de Oude Helenakerk laat Joop Ormel een mooi stukje orgelmuziek horen. Zou het een voorspel op het eerste lied dat gezongen zal worden? Ik zoek Psalm 24 op, maar zo snel (en zo goed) kan ik de noten niet lezen om mijn veronderstelling bewaarheid te zien. Riekie Aalbers leest de mededelingen, de collecte in de dienst is voor ‘Hervormingsdag’ en bij de uitgang wordt gecollecteerd voor het Nederlands Bijbel Genootschap. Van Psalm 24 worden de verzen 2 en 3 gezongen waarna stil gebed, bemoediging en groet volgen. De verzen 1,2,3 en 5 van lied 246b worden gezongen. Voor vanavond is vers 3 zeer toepasselijk, er staat aan de heldere hemel van deze avond een halve maan. Na het gebed bij de opening van het Woord leest dominee Riemer Faber de verzen 1-10 van Lucas 19, het verhaal over Zacheüs die in een vijgenboom klom om Jezus te zien. Als Joop Ormel het hierna te zingen lied voorspeelt is het net alsof voetstappen te horen zijn, lied 531: ‘Jezus die langs het water liep en Simon en Andreas riep …’

Zijn verkondiging begint de dominee met te herinneren aan Hervormingsdag aanstaande dinsdag. Dan is het 500 jaar geleden dat Luther zijn 95 stellingen aan de deur van de slotkapel van Wittenberg sloeg. Luther deed het niet zomaar, hij protesteerde daarmee tegen de misstanden in de kerk. Johan Tetzel ging rond door het land en verkocht in opdracht van paus Leo X aflaten. Zo konden de mensen niet alleen hun straf maar ook hun schuld afkopen. De uitdrukking is bekend: ‘Zodra het muntje in het kistje klinkt, het zieltje in de hemel springt.’ De opbrengst was bestemd voor de financiering van de bouw van de Sint Pieter in Rome. Luther kwam hiertegen in verzet. Een vrijbrief om te zondigen kan niet de bedoeling van het Evangelie zijn. In die tijd waren er nog geen kranten en tijdschriften zoals nu. Hij sloeg zijn stellingen heel bewust op 31 oktober aan de deur van de kerk. Op 1 november is het Allerheiligen en dan komen er veel mensen in de kerk. De daad van Luther wordt als begin van de Hervorming gezien waaruit later de protestantse kerken zijn voortgekomen.

Het gelezen gedeelte sluit goed aan bij wat Luther deed. Zacheüs was hoofdtollenaar in Jericho, een centrum van handel en vervoer van goederen. Hij was er flink rijk van geworden, maar niet gelukkig. Eigenlijk was hij arm, hij leefde alleen, was zijn vrienden kwijt geraakt en liep met een slecht geweten rond. Als hoofdtollenaar spande hij samen met de Romeinen. Hij was als een afstammeling van Abraham – opgevoed met de tien geboden – en wist dat wat hij deed niet klopte. Hij was verstrikt geraakt in eigen schuld. Rondlopen met een slecht geweten brak hem op. Hij durfde zich niet op straat te laten zien. Als Jezus komt verstopt hij zich tussen de bladeren van een vijgenboom. Hij was klein van gestalte maar het andere zal zeker meegespeeld hebben. Hij wil Jezus zien zonder zelf gezien te worden. Stel je voor dat hij zou worden aangesproken door Jezus, wat zou hij dan moeten zeggen? Hoe anders loopt het! Jezus ziet hem en zegt: ‘Ik moet heden in uw huis zijn’. Jezus is de enige die Zacheüs ziet. Jezus ziet geen miezerig mannetje maar een mens die verloren dreigt te gaan aan zijn eenzaamheid en wanhoop. Jezus wil hem bevrijden uit zijn isolement en hem een echte zoon van Abraham doen zijn.

Het verhaal is een prachtig voorbeeld van waar het Luther om ging. In de tijd van Luther hadden veel mensen last van schuldgevoelens. Tetzel speelde daar handig op in, met goede werken kon men zijn schuld afkopen. Luther ontdekte dat de mensen niet gerechtvaardigd worden door eigen goede werken maar enkel en alleen door het geloof. Het geloof in Christus die in Christus de weg naar ons heeft afgelegd. Zacheüs mocht dat geheim ervaren toen Jezus in zijn leven kwam. Zo wil Jezus ook in ons leven binnenkomen om ons te bevrijden en los te maken van al wat ons gevangen houdt. Misschien denken we dat we dat niet nodig hebben en dat het wel meevalt. Maar laat de liefde van Jezus ons niet zien dat wij in liefde tekortschieten, dat in het licht van Zijn genade wij zo ongenadig kunnen zijn en dat Zijn vrede ons kan leren dat wij zo’n gebrek aan rust en vrede kennen?

Zacheüs was een geslaagd mens, hij was rijk. Rijk geworden ten koste van anderen. De mensen keken op hem neer, ze verachten hem. Abraham was ook een rijk mens. Door de vele zegeningen die hij ontving en door het aanzien dat hij had onder de mensen. Wat is rijkdom? Is het een hoge bankrekening of is het iets anders? Zacheüs wordt pas rijk, een echte zoon van Abraham, als hij zijn bezit los kan laten. In de ogen van de mensen kunnen wij het gemaakt hebben, maar hebben we het ook gemaakt in de ogen van God? Moeten we erkennen dat als het om de diepere waarden van het leven gaat dat we tekortschieten? Het mooie van het verhaal van Zacheüs is dat God in ons leven wil binnenkomen zoals we zijn, waar we staan. We hoeven niet volmaakt te zij en alles op orde te hebben. Juist dan kan met Zijn genade werken en kan Jezus met Zijn liefde binnenkomen. Zacheüs was tegen die liefde niet bestand. Schaamte maakte plaats voor verrassing en vreugde, zijn oude leven moest wijken voor een nieuw leven waarin hij de mensen weer recht in de ogen kon kijken. Als men zijn leven behouden wil zal men het om Christus wil moeten verliezen. Niet dat Zacheüs zichzelf verloor, hij werd gevonden door de liefde van Jezus. Niet alleen zijn eigen leven maar ook dat van zijn medemensen werd erdoor verrijkt. Zo mogen wij ook ons laten vinden door de liefde van Christus. Wie we ook zijn, het is nooit te laat om je door die liefde te laten helen.

Na het amen van de preek worden de verzen 1,2 en 7 van lied 908 gezongen. Hierna spreekt de dominee een bewerking uit van de volgende geloofsbelijdenis uit:

‘Ik geloof dat ik nooit alleen ben, God is bij me, Hij is mijn Vader. Hij heeft alles gemaakt, ook mij.
Ik geloof dat God deze wereld in Zijn hand houdt. Hij heeft Zijn Zoon Jezus Christus op aarde gezonden

Ik geloof dat Hij de Zoon van God is. Om mij te bevrijden van zonde en schuld werd Hij aan het kruis geslagen en ging Hij naar het dodenrijk. Hij is opgestaan en Hij is mijn verlosser.

Ik geloof dat ik ook onder de mensen niet alleen ben. Om mij heen is de gemeenschap van de Kerk,
de mensen die God liefheeft. Ze leven overal, in alle landen van de wereld, in alle continenten en onder alle rassen. Ik hoor er ook bij.

Ik geloof dat ik nooit zover van God kan weglopen dat er geen terugkeer meer mogelijk zou zijn;
Dat ik nooit zo ontzettend kan verdwalen dat God mij niet naar Zich toe wil trekken.

Ik geloof dat God voor mij het leven wil en niet de dood, de blijdschap en niet het verdriet en dat Hij bij me is, vandaag en altijd tot in alle eeuwigheid. AMEN’.

De verzen 1 en 3 van lied 412 worden gezongen, er is een afkondiging van overlijden van het overlijden van drie gemeenteleden en de dank- en voorbeden worden uitgesproken. Hierna wordt de collecte gehouden. Gezang 248 is het slotlied waarna de dominee de tekst onder lied 248 voorleest en daarna de Zegen uitspreekt.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.