Het geloof delen met anderen

In de dienst in de Oude Helenakerk gaat vanmorgen ds. Hendrik Jan Zeldenrijk voor en is Joop Ormel de organist. De nachtvorst heeft de kerkgangers niet belemmerd, de banken ogen goed bezet. Het is de derde adventszondag. Marcel Driessen leest de afkondigingen waarna de verzen 1 en 3 van Psalm 149 worden gezongen. Na bemoediging en groet wordt lied 286 gezongen en bij het zingen van het derde vers steekt de dominee de derde kaars aan. Na gebed wordt lied 442 gezongen en komen de kinderen naar voren. Dat zijn er vijf. De dominee zegt dat ze tijdens de nevendienst hetzelfde verhaal zullen horen als de mensen in de kerk, Maria gaat op bezoek bij Elisabeth.  De dominee vraagt aan een kind: ‘Zeg Willy van Lochem moet jij geen jas aan als je naar buiten gaat’. Het kind zegt nee en mag de brandende kaars dragen. Zijn vader, Rik, gaat wel even mee naar gebouw Elim. De dominee wacht niet tot Rik terug is en leest Lucas 1:39-56 waarna de verzen 1 en 4 van lied 438 worden gezongen.

Als je iets van God in je leven merkt moet je dat niet voor jezelf houden maar moet je dat delen met anderen, zo begint de dominee zijn verkondiging. Maria doet dat, in grote haast reist ze naar het huis van Elisabeth. We lezen over die ontmoeting waar ze hun grote vreugde over Gods beloften delen. De lofzang van Maria kent drie delen. Ze spreekt erover dat ze Gods belofte persoonlijk heeft ervaren. Een persoonlijke God die heel dicht bij Maria staat en zich met mensen wil verbinden. Ten tweede ervaart ze dat Gods redding veel verder gaat dan het persoonlijke, het is voor de hele wereld. Dat geldt ook voor de politiek. Heersers stoot Hij van de kroon en de geringe geeft Hij aanzien. Gods rijk zal komen. In de derde plaats zal Gods redding onlosmakelijk verbonden blijven met het volk van Israël. God is trouw en blijft door de eeuwen heen trouw.

Misschien vraagt u zich af of het niet allemaal te mooi is. Wat moet je met deze woorden in je eigen leven? Het lijkt alsof alles al goed gekomen is. Geen spoor van lijden van haar Zoon in haar woorden. Maria heeft het over machtigen, zij die honger lijden en over rijke mensen. In onze tijd is er nog niet veel veranderd. De machtigen hebben nog steeds veel macht, de hongerigen hebben nog altijd honger en de rijken worden steeds rijker. Klopt het wel? Als we ons even verdiepen in de situatie in Syrië zien we veel geweld en verwoesting. In de afgelopen week stonden de kranten vol over de Rohingya’s. Het is onvoorstelbaar wat hen is aangedaan, hoeveel kinderen zijnn afgeslacht. Het is niet voorstelbaar wat mensen elkaar kunnen aandoen. Dat betreft niet alleen deze voorbeelden maar ook in het gewone leven van alledag. Eerst waren er de onthullingen over misbruik in de kerk, nu was er Metoo en in de afgelopen week stonden de cijfers over misbruik in de sport in de krant. Hoe vaak wordt vertrouwen wel niet geschaad door mensen die het leven van anderen kapot maken. Wat zegt de lofzang van Maria in een wereld waar zoveel ellende is. Is het gek dat mensen zeggen: Wat heb je aan het geloof? Dat is een gevoel dat breed gedragen wordt. Wat maakt het voor verschil of je gelooft of niet?

In wat voor tijd komen de woorden van Maria naar ons toe? Toch zoeken we elkaar op en blijven we advent vieren om te proberen bij het geloof van Maria te komen, bij haar vertrouwen, vreugde en verlangen. Maria spreekt niet alsof alles al is goed gekomen. Ze spreekt haar verwachting uit, een profetie. Ze spreekt over Gods toekomst, ze spreekt over het Kind dat God en mensen met elkaar zal verbinden. De vraag is of wij iets van haar vertrouwen en vreugde herkennen. Of het echt wat uitmaakt dat we geloven, dwars tegen de stemmen in die van buiten komen. Misschien moeten we even terug naar het begin van de preek. Als je iets van God ervaart in je leven  moet je dat met anderen delen. De dominee denkt dat we dat te weinig doen. We moeten veel meer met elkaar over ons geloof praten. Echt in je hart laten kijken, hoe vaak de je dat? We zijn niet allemaal Maria, maar ook wij merken in ons leven toch wel iets va God. Stel die vraag en begin onder eigen dak of onder vrienden. Ben jij wel eens geholpen door God? De dominee stelt die vraag wel eens en is altijd verrast door de antwoorden. Te blijven geloven in een toekomst vol barmhartigheid, liefde e trouw. Deel dat met elkaar.

Na het amen van de preek worden de verzen 1 en 4 van lied 440 gezongen. Er volgt een mededeling van twee overleden gemeenteleden waarna vers 6 van lied 441 wordt gezongen. Hierna volgen de dank- en voorbeden, stil gebed en het gezamenlijk bidden van het Onze Vader. Tijdens de collecte komen de kinderen weer binnen en als slotzang worden de verzen 1 en 4 van lied 435 gezongen.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.