Geen loden last

‘Welkom in deze doopdienst’ staat bij binnenkomst in de Zuiderkerk op het scherm. Vandaag worden drie kinderen gedoopt, de namen staan op het scherm. De voorganger is ds. Riemer Faber, de organist Hans te Winkel en koster Ger-Jan Voerman is de gastheer. Nog even een praatje met de buurman gemaakt, ondertussen laat Hans te Winkel het geluid van het orgel aanzwellen zodat ik van mijn hand een schelp voor het oor moet maken om de buurman te verstaan. Namens de kerkenraad wenst ouderling Gerrit Jan Jansen ons een goede en gezegende viering. Van Psalm 105 worden twee verzen gezongen en na stil gebed, bemoediging en groet wordt lied 288 gezongen: ‘Goedemorgen, welkom allemaal, ik met mijn en jij met jouw verhaal …’ Na het gebed om ontferming worden drie verzen van lied 218 gezongen en worden de drie dopelingen binnengebracht. Als inleiding op de doop leest de dominee uit Psalm 139 de verzen 1-3 en 13-18. Dan vraagt hij aan de kinderen of ze ook Krr kunnen zeggen. Dat is hoorbaar, om meer volume te krijgen mogen de grote mensen ook meedoen. De dominee zegt dat de tekst van een liedje op het scherm komt dat de kinderen wel kennen. ‘Is je deur nog op slot? Van je krr, krr, krr. Doe hem open voor God want de Heer wil bij je wonen en dan ben je nooit alleen’. Het liedje wordt gespeeld, beeld en tekst verschijnen op het scherm. Na het doopgebed mogen de kinderen in de kerk naar voren komen. De dominee vraagt of ze gisteravond naar het voetballen hebben gekeken. Nee, klinkt het direct. ‘Het was laat’, zegt de dominee. ‘Weet je wel de uitslag?’ 5-3, is het antwoord van een jongen. ‘Bloedstollend’, stond op internet. De dominee is benieuwd wie er gekeken hebben. Er gaan heel wat handen van kerkgangers omhoog. ‘Kijk eens naar de mensen’, zegt de dominee tegen de kinderen. ‘Vind je ze niet slaperig? Dat kon je merken toen ze krr moesten zingen’. ‘Nou mijn moeder heeft dat wel meegezongen’, zegt een kind. De dominee heeft ook gekeken, hij wil de slaap verjagen. ‘Willen jullie eens drie keer achter elkaar heel luid gapen?’ Dat gebeurt. ‘Nu zijn we wel wakker’, volgens de dominee. De doopvragen worden gesteld, dan volgt de doop terwijl een foto van de dopeling op het scherm verschijnt, en de dominee spreekt een zegenbede uit. Een van de doopmoeders spreekt een gedichtje uit: ‘Ik wens je een leven vol bloemen. Ik wens je een wereld vol licht. Ik wens je van alles het beste. Een glimlach op ieders gezicht. Ik wens je een leven vol liefde. Geen tranen, geen zorgen geen pijn. Dat iedere dag hier op aarde voor jou een cadeautje mag zijn’. De doopkaarsen worden aangestoken aan de Paaskaars en lied 85 wordt gezongen. Daarna worden drie doopkaarten uitgereikt door de dominee die de doopouders van harte geluk wenst. Twintig kinderen gaan naar de nevendienst gevolgd door drie grootmoeders die de dopelingen de kerk uitdragen. De Schriftlezing is uit Matteüs 11:25-30 waar Jezus de vermoeiden oproept om tot Hem te komen en neem Mijn juk op je want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie rust vinden. Er staan teksten in de Bijbel waarvan je denkt: Wat moet ik hiermee? Zo begint de dominee zijn overdenking. De tekst is tegendraads en lijkt tegen het leven in te gaan. Lees je aandachtiger dan komt de tekst dichterbij. Maar het omgekeerde is ook het geval. Er zijn teksten die je direct aanspreken, maar na nog eens goed lezen blijkt van niet. Zo ook de tekst die vanmorgen op het preekrooster staat. ‘Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden’. Het klinkt als een medicijn maar zo gemakkelijk is het niet. ‘Waar was Hij toen ik het niet meer kon vinden?’Er kunnen vragen zijn waar geen enkele tekst antwoord op geeft. Maar staat er wel wat er staat? Er staat een juk. Wat is dat? Oudere mensen weten nog wel dat daarmee een paard voor de ploeg werd gespannen. Het is een symbool voor onderdrukking en ook voor teveel lasten. Nu komen we tot het vergelijkingspunt. Jezus zegt: ‘Neem mijn juk op je want mijn juk is zacht’. Alles wijst op de Schriftgeleerden. Die legden de mensen zware lasten op. Het leven is een optelsom van goede en slechte daden. En oh wee als de optelsom van slechte daden groter is dan die van de goede daden. Dan krijg je geen deel aan het Koninkrijk van God. Op die manier worden mensen neergedrukt. Maar Jezus zegt: Kom tot Mij, mijn last is licht. Het juk van Jezus is anders. Hij vraagt niet teveel, Zijn juk past bij onze mogelijkheden. Geen loden last waar je onder door moet gaan. Je hoeft niet aan van alles en nog wat te voldoen om het Koninkrijk van God te ontvangen. Jezus gebruikt het beeld van kinderen. Vanmorgen staan drie kinderen centraal. Stuk voor stuk uniek, al zijn ze nog heel jong, maar voor jullie (doopouders) al vertrouwd en met jullie leven verweven. In de doop wordt de naam van God tegen de naam van jullie kinderen aangelegd. Jullie kinderen worden gekend door jullie familie, maar ook gekend door God, onze Schepper. Daarover hebben we ook gelezen uit Psalm 139. God is een bewogen vader Die ons van achteren en van voren omringd met Zijn liefde. Is dat alles wat we kunnen zeggen? Is de doop een automatisme, een verzekering dat je kind de rest van zijn leven op Gods liefde mag rekenen? Nee, zo is het niet. Je kunt Zijn liefde niet voor kennisgeving aannemen. Dan heeft het geen uitwerking. Liefde kun je pas ervaren als je ervoor open staat. Zo is het ook met de liefde van God. Zo dadelijk gaan we ervan zingen uit lied 791. Wanneer Jezus zegt: ‘Neem mijn juk op me’ wil Hij ons binden aan de oneindige liefde van God die ons leven tot volheid brengt. Vanmorgen hebben jullie je kind laten dopen. Daarmee vertrouwen jullie op Gods liefde. Maar dopen betekent ook Ja en Amen zeggen op die liefde. Dat we in Zijn spoor gaan, ons leven laten leiden door één gebod, het gebod der Liefde. Dan zul je altijd rust vinden. De liefde van God moet leidraad zijn voor je eigen leven. Geen juk dat neerdrukt maar dat leven geeft. Van harte wens ik jullie Gods liefde toe die ons telkens weer wil overkomen. Na het amen van de preek klinkt eerst orgelspel waarna lied 791 in wisselzang wordt gezongen. Er wordt de inzegening van een voorgenomen huwelijk aangekondigd, er zijn drie overleden gemeenteleden, van resp. 82, 75 en 69 jaar. De dank- en voorbeden worden uitgesproken, de collecte is voor de diaconie, de kinderen komen weer binnen – drie met een witte roos – voor elk ouderpaar een. Tot slot worden van lied 704 de verzen 1 en 3 gezongen waarna de dominee de kerkgangers de Zegen van de Heer meegeeft. Na afloop van de dienst kunnen de doopouders worden gefeliciteerd en in de hal en in de grote zaal is er gelegenheid om een kopje koffie, the of fris te drinken. Ik drink een kopje koffie en kijk eens rond. Opvallend veel jonge ouders maken hier gebruik van.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Geen loden last

  1. Henk te Paske schreef:

    Meneer Bouwers
    Ik bewonder ook de volzinnen van I.A. Diepenhorst. Vorig jaar heb ik het 4 of 5 uur durende marathon-interview uit 1986 nog eens geluisterd. Is te beluisteren als je googlet naar vpro marathoninterview Diepenhorst.
    Zeer diepgaand intervieuw dat tegenwoordig niet meer gemaakt wordt, past niet meer in deze hijgerige tijd!

    Groet
    Henk te Paske

Reacties zijn gesloten.