Barmhartig zijn

Tijdens de welkomst- en overstapdienst heeft de voorganger ook een preek gehouden. Zijn uitleg en verkondiging gaat over Matteüs 18:21-35. In dat gedeelte schenkt de koning zijn knecht een grote schuld kwijt, de knecht laat een ander voor een kleine schuld in het gevang opsluiten en de koning roept de knecht ter verantwoording. Dominee Wim Everts begint zijn toespraak met te zeggen dat als er één ding is dat Jezus de mensen duidelijk wil maken dan is het wel dat God genadig en barmhartig is. Aan God moet de mens verantwoording afleggen, maar bij God kun je altijd opnieuw beginnen. God wil dat geen mens verloren gaat, Gods barmhartigheid zal groter zijn dan al onze menselijke schuld. Jezus heeft Zijn boodschap eens samengevat met de woorden ‘Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is’(Lucas 6:36). Zo ging Jezus om met hoeren en tollenaars. Hij wilde hen bevrijden van hun schuld opdat ze zouden opstaan tot een nieuw leven. Jezus roept ons op om Hem te volgen en ook barmhartig te zijn en om oog te hebben voor de zonde en zwakheid van de ander. ‘Hoe vaak moet ik vergeving schenken’, vraagt Petrus aan Jezus. Petrus wilde weten tot hoever je moet gaan als die ander je telkens weer onrecht aandoet. Je kunt toch niet altijd ermee doorgaan om vergeving te schenken. Dan zegt Jezus: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven’. Petrus moet niet tellen, vergeving schenken kent geen eind. Als je telt valt het vergeven steeds zwaarder. Als je blijft tellen heb je de ander nog niet echt vergeven. Zeventig maal zeven, daarmee verwijst Jezus naar Lamech die zei: ‘Kaïn wordt zevenmaal gewroken, Lamech zevenenzeventigmaal’ (Gen. 4:24). Dat is de wet van de vergelding, als iemand je wat heeft aangedaan keihard terugslaan. We zien het in het Midden Oosten hoe geweld steeds meer geweld oproept. Dat gebeurt ook in het klein, van mens tot mens. Jezus houdt ons een andere weg voor en dat is niet kwaad met kwaad vergelden. In de gelijkenis die gelezen is maakt Jezus dat duidelijk. Hij schetst drie taferelen. Een koning krijgt medelijden met een knecht en scheldt hem zijn schuld kwijt. De knecht is niet zo genadig en gaat naar een andere knecht die hem een klein bedrag schuldig was en laat hem gevangen zetten. De koning hoort wat er is gebeurd en dat is het derde tafereel. De koning laat de knecht bij zich komen. Omdat je geen genade toont blijf je niet langer in mijn genade, en de koning laat de knecht opsluiten die alles terug moet betalen. Het is een hard eind maar het zegt niets over de hardheid van de koning maar alles over de hardheid van de knecht. Jezus wil hiermee zeggen dat God een en al barmhartigheid is. Hoe zou de liefde in ons blijven als we zelf geen liefde geven? Vergeving is niet alles door de vingers zien, niet zand erover, ook niet vergeef me maar. Zo wordt de ander niet serieus genomen. Je kunt hoogstens vergeven wat ons niet echt geraakt heeft. Nee, de weg van de vergeving is geen gemakkelijke. Er is soms zoveel kwaad aangericht dat het moeilijk is om te vergeven. Als je dan maar de woede kunt loslaten zodat die niet je leven gaat beheersen. Nee, het is geen gemakkelijke weg, het kost iets van jezelf om de gevolgen te overwinnen. Zo is het ook met de koning. Als hij kwijtscheldt, wil hij zelf de schade lijden. In het lijden en sterven van Jezus neemt God de last op zich van onze zonde en schuld. In de gekruisigde lijdt God zelf de schade. Ik weet dat velen voor het woord zonde huiverig zijn. Vroeger leerden we dat we van nature tot zonde geneigd zijn. Als de Bijbel over zonde spreekt is het niet zo bedoeld. Het is een erewoord. Zonde veronderstelt een goede relatie. Zonde betekent dat je geen goede relatie met God en je medemens hebt. Ik geloof in de vergeving der zonden betekent dat een nieuw leven mogelijk is. Dat wij nooit zullen vallen buiten het Rijk van Gods genade. We mogen ons hart ruim maken om de ander te begrijpen. Vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. Na het amen van de preek worden van lied 836 de verzen 1,2,4 en 5 gezongen. De dank- en voorbeden worden door de dominee met een van de ouders uitgesproken en tijdens de collecte komen de kinderen weer binnen. Na het zingen van het lied ‘Dank u voor deze nieuwe morgen’ leest een andere ouder het volgende gedicht voor.
Ik wens je …
Ik wens je twee stevige voeten
om door het leven te gaan.
Ik wens je twee stevige handen
Om anderen bij te staan.

Ik wens je een mond om te lachen
Om met vrienden vrolijk te zijn.
Maar ook om mensen te troosten
Bij tegenspoed en pijn.

Ik wens je twee heldere ogen
Om te zien wat kwaad is of goed.
Dan zul je altijd weten
De weg die je volgen moet.

Ik wens je een liefdevol hart toe,
Een hart dat mensen bemint.
Maar bovenal heb je Gods zegen,
Word heel gelukkig, mijn kind.

Tot slot zingen we lied 103c vers 1,2 en 3 waarna de dominee de zegen uitspreekt. Na afloop van de dienst is er gelegenheid om koffie, thee of een glas fris te drinken.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Barmhartig zijn

  1. Frans Boersma schreef:

    Er is soms zoveel kwaad aangericht dat het moeilijk is om te vergeven. Als je dan maar de woede kunt loslaten zodat die niet je leven gaat beheersen. Nee, het is geen gemakkelijke weg, het kost iets van jezelf om de gevolgen te overwinnen.
    Tekst van jou Tijme.

    Heb ik vanavond veel over deze tekst nagedacht!
    Het loslaten is wel een heel moeilijke christelijke opdracht.
    Met vriendelijke groet,

    Frans

Reacties zijn gesloten.