Derde Advent

De schilderijen van de plaatselijke kunstenaars hangen nog aan de muren van de Oude Helenakerk. Ik zit recht tegenover een schilderij met de hoofden van vier koninginnen, van Emma tot en met Beatrix. De vele werken hangen er ter gelegenheid van de jaarlijkse kerstmarkt die gisteren is gehouden en waarbij jaarlijks de plaatselijke kunstschilders de gelegenheid krijgen hun werk te laten zien. Ouderling Ad Doornink heet de aanwezigen welkom. De voorganger is ds. Wilma Onderwaater, organist is Janieke Mollenhorst (en de gastheer is koster Frans Ratering). Er zal worden gecollecteerd voor de kerstgaven van de diaconie en bij de uitgang voor de kerk. Lied 435 wordt gezongen en na stil gebed volgt het woord van verwachting en groet. In de gelijkzijdige driehoek van het liturgisch bloemstuk worden geloof, hoop en liefde verbeeld. Ze verwijzen ook naar de verhalen die vanuit deze drie worden verteld. ‘Zie, kijk hoe vanuit geloof in de liefde de hoop groeit in een wereld waarin zoveel donker is. Goede God dat wij met open handen door het leven gaan om uw liefde te ontvangen’, is de tekst bij dit bloemstuk. Er staan 4 adventskaarsen in het bloemstuk, twee ervan branden al. Kera, een meisje, zal de derde aansteken. De dominee bedankt haar en vier verzen van lied 433 worden gezongen. De dominee zegt dat we niet willen vergeten wat er in de wereld gebeurt en daarom God willen aanroepen. Het gebed om de nood van de wereld wordt uitgesproken en drie verzen van lied 281 worden gezongen. De dominee vraagt of de kinderen in de kerk die naar de nevendienst gaan bij haar willen komen. Iemand anders dan de dominee stelt een vraag. Een vrouw die vanuit achterin de kerk naar voren loopt kijkt door een verrekijker en vraagt: ‘Wie zie ik daar? Ze kijkt naar de poster van het kerstproject. ‘Ik zie een man’, zegt ze. ‘Wat zie je nog meer?’ Een kind antwoordt: ‘Een wolf en een schaap’. Iets verderop is een toren van een kerk te zien. ‘Hoe zou je dat noemen?’ Een dorp of een stad. De vrouw die de vragen stelt is de leidster van de kindernevendienst en samen met de elf kinderen gaat ze naar gebouw ‘Elim’. De dominee leest uit Jesaja 65 de verzen 17-25 en uit Openbaringen 21:1-5 en van lied 462 worden eerst 2 dan 4 verzen gezongen. De dominee was kortgeleden bij een mevrouw op bezoek, zo begint ze haar verkondiging. Ze was op hoge leeftijd, was ziek en had hulp nodig. Veel familie en bekenden waren haar ontvallen. Ze vroeg zich af: ‘Is dit het nou?’ Misschien herkent u deze vraag. Vooral als u in een situatie verkeert waarin het moeilijk is. Je voelt je in de steek gelaten, familie is je ontvallen en je bent afhankelijk geworden. Dat gevoel kun je ook krijgen als je naar de wereld om je heen kijkt. Het conflict in Syrië houdt maar niet op, de beelden van vreselijke ziekte Ebola blijven, mensen die zich verrijken ten koste van een ander. Je zou het graag anders zien en anders ervaren. Is dit het nou? Dat zijn ook de woorden die voorkomen in Jesaja. Het volk van Israël is teruggekeerd uit de ballingschap in Babylon en merken dat het leven niet anders is geworden. Door de Assyriërs zijn ze weggevoerd naar Babel. Wat verlangen ze terug naar hun eigen land en een ander leven. Zestig jaar wonen ze al in ballingschap. Dan is er een andere macht opgestaan: de Perzen. Zij ontnemen de Assyriërs de macht en het volk van Israël mag terug. Dat wordt een desillusie. De mensen in Israël zaten niet op hen te wachten, met het herbouwen van de tempel vlot het niet erg en de mensen vallen terug in hun oude fouten. De toekomst wordt door het heden ingehaald. Dan staat Jesaja op en zegt: Nee, dit is het niet, ik laat jullie een visioen zien. We zien een nieuw Jeruzalem. Er is vreugde, er zijn geen klachten meer, kinderen sterven niet meer op jonge leeftijd. Er zal geen kwaad meer zijn en niemand sticht onheil. Dat is een nieuwe aarde voor mens en dier. Tegenover de werkelijkheid tekende Jesaja een wereld vol vrede en gerechtigheid. Als wij meekijken met Jesaja komen we midden in Advent terecht. Advent betekent: durven verwachten, uitzien naar iets wat er nog niet is. Het zijn geweldige woorden, maar is het niet wat idealistisch? Niet alleen de mensen van toen maar ook wij dragen ons verleden met ons mee. Wat geweest is beïnvloedt ons heden en onze kijk op de toekomst. Beslissingen die je nam, keuzes die je maakte, dingen die je nooit meer goed kunt maken. Maar, hoor het raakt in de vergetelheid, Jesaja toont ons een toekomst die niet langer wordt ingehaald door het heden. Dat durven te geloven heeft alles te maken met Advent. Jesaja gebruikt even daarvoor andere woorden. ‘Al vragen ze niet naar mij, toch laat ik me raadplegen, en al zoeken ze me niet, toch laat ik me vinden. Al roept dit volk mijn naam niet aan, toch antwoord ik: Hier ben ik, hier ben ik’. Hebben we dat niet wat anders in onze gedachten: Wie zoekt zal vinden. God zegt: Al zoeken ze me niet, toch laat ik me vinden. Hier ligt het geheim van Advent. Ongevraagd komt Hij in ons midden. Niet wij zoeken God, maar Hij zoekt ons. Jesaja zet ons op het spoor van Hem die een streep zet door ons verleden. Hoor, God zelf heeft het woord genomen. ‘Zie, ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Wat er vroeger was raakt in vergetelheid, het komt niemand ooit nog voor de geest’. Eeuwen later wordt dat visioen weer uitgesproken, door Johannes. ‘Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw’. Net als toen bij het volk van Israël kan het gebeuren dat wij een wereld zien waarin veel mis is en dat wij ons met lege handen voelen staan. En als we naar de toekomst kijken en ons afvragen: ‘Is dit het nou?’ Nee, God opent voor ons die toekomst. In en door het Kind van Kerst mogen wij verder zien dan wat voor ogen is. Na het amen wordt lied 466 gezongen en komen de kinderen weer binnen. Het projectlied wordt gezongen, er is een mededelingen van overlijden van drie gemeenteleden waarna het dankgebed volgt en de voorbeden, stil gebed en het Onze Vader. Na de collecte worden van lied 444 de verzen 2,4 en 5 gezongen. Na de zegen gaan de kerkgangers huiswaarts.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.