De goede Herder

In de Oosterkerk en in de Oude Helenakerk viert de Protestantse Gemeente Aalten (PGA) vandaag het Avondmaal. Wij gaan naar de Oude Helenakerk. Bij de ingang ligt de liturgie voor iedere kerkganger klaar, ook liggen er liedboeken voor hen die vergeten zijn er een mee te nemen. Fop van Wijk heet de kerkgangers welkom en leest de afkondigingen. De voorganger is vanmorgen ds. Wim Everts en de organist is Joop Ormel. Hij nodigt de kerkgangers uit om de gemeenteavond op dinsdagavond a.s. bij te wonen. Daar zal het voorgenomen besluit inzake de toekomst van drie kerkgebouwen worden toegelicht. (De Oosterkerk zal worden gesloten, de Zuiderkerk is het meest geschikt voor de toekomst – met een kanttekening –  en de Oude Helenakerk wordt ondergebracht in een stichting waarin de PGA het voor het zeggen heeft. Voor de Oosterkerk komt het besluit op een moment dat deze kerk de meeste kerkgangers van de drie kerken telt.)

Van Psalm 66 worden de verzen 1 en 2 gezongen waarna bemoediging en groet volgen. Na een gebed mogen de kinderen naar voren komen, het zijn er twee die naar de neven dienst gaan. Uit Numeri 12 worden de verzen 12 tot 17 gelezen, Mozes en Aaron mogen het beloofde land vanaf een bergtop zien maar zullen er niet binnentrekken. Na het zingen van Psalm 100 wordt uit Johannes 10 gelezen over de goede Herder. Na het zingen van vers 6 van lied 653 begint de dominee aan zijn overdenking. Als wij denken aan een herder en een kudde hebben we een romantische gedachte over een herder met zijn kudde op de heide. In de tijd van Jezus was het een zwaar beroep. Dag en nacht was de herder bij zijn kudde en altijd op zoek naar voedsel en water. Het was ook een gevaarlijk beroep. De herder moest de schapen beschermen tegen roofdieren en moest daarvoor zijn eigen leven inzetten. Als Jezus zegt: ‘Ik ben de goede Herder’ beseft Hij hoeveel dat van Hem vraagt.

Jezus spreekt ook over huurlingen. Die doet het om zijn brood mee te verdienen. De schapen zijn niet van hem. Hij leeft van de schapen, niet voor de schapen. Als er gevaar dreigt laat een huurling de schapen in de steek. We zien dat ook in de huidige tijd. Hoeveel machthebbers zijn er niet die toen ze aan de macht kwamen zeiden dat ze er voor het volk zijn maar ze maken zich groot en verrijken zich. We zien dat ook met de Panama papers, machthebbers onttrekken veel geld aan de publieke sector. Ook in het dagelijkse leven zien we hetzelfde in de omgang van mensen met elkaar. Als er problemen zijn laat de een de ander aan zijn lot over. Mensen denken alleen aan zichzelf. Ook kunnen we denken aan de vluchtelingen in Europa die in de steek worden gelaten.

Jezus spreekt ook over wolven. De wolf staat voor het rijk van de duisternis vol onrecht en extreem geweld. Over een paar weken staan we op 4 en 5 mei er weer bij stil. In de afgelopen week zijn er in Aalten Stolpersteine voor enkele huizen gelegd. Dat zijn stenen met daarop namen. Namen van Joden die vanuit die huizen zijn weggevoerd naar vernietigingskampen. Hoe is het toch mogelijk geweest dat zes miljoen Joden zijn vermoord. Dat is de wolf in onze wereld, mensen staan elkaar naar het leven. Ook in onze tijd zijn er nog onrechtvaardige structuren waardoor mensen gevangen blijven in uitzichtloze situaties. Jezus weet dat Hij te maken heeft met de wolven en weet wat Hem te doen staat: Zij leven inzetten voor de schapen. Als ze verdwaald zijn, brengt Hij ze terug. Zo nodig laat Hij de kudde in de steek om het verloren schaap te zoeken. Er zijn nog andere schapen, ook die moet Jezus hoeden. ‘Er zal één kudde zijn met één herder’.

In de Bijbel is God de Herder van Israël. Zijn ontferming gaat uit naar alle mensen op de wereld. Zo wil God met ons zijn, ook al gaan we door een dal van diepe duisternis (Psalm 23). Jezus ziet zich als beelddrager van God. ‘Ik ben de goede Herder’. Hij zal vechten tegen het kwaad. ‘Ik geef mijn leven om het ook weer terug te nemen’. Het lijden is niet iets wat Hem overkomt maar het is Zijn keuze. Het kwaad zal Hem niet overweldigen. Niet de ondergang maar de opstanding is zijn toekomst. Ook het avondmaal staat in dat teken. Ook wij mogen met Hem opstaan en op weg gaan, Gods toekomst tegemoet. Om liefde te geven en weerstand te bieden tegen het kwaad en elkaar niet over te laten aan het lot. Gesterkt door brood en wijn mogen we op weg gaan in vol vertrouwen.

Na de voorbeden wordt de avondmaalscollecte gehouden, de kinderen komen terug van de nevendienst en van lied 377 worden de verzen 1,4,5 en 6 gezongen. Dan vindt de avondmaalsviering plaats die begint met de nodiging, het zingen van lied 985, het gemeenschappelijk bidden van het Onze Vader. Het is een lopende viering. Ik tel hen die voorbij komen. Er zijn twee uitgiftepunten van brood en wijn – en glutenvrij brood en druivensap. Bij mij komen zestig avondmaalgangers langs, de andere kant is op hetzelfde moment gereed. De verzen 1,3,4 en 5 van lied 967 zijn het slotlied waarna de dominee de zegenbede uitspreekt.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.

Eén reactie op De goede Herder

  1. Hans te Winkel schreef:

    Dag Tijme,

    Het voorgenomen besluit over de Oosterkerk, is nog geen definitief besluit. Dat komt toch na gemeentevergadering van a.s. dinsdag. Dat er iets moet gebeuren is wel duidelijk, en emoties spelen daarin zeker een rol.
    Ik hoop dat men lering heeft getrokken uit het verleden.

Reacties zijn gesloten.