Wat is jouw verhaal?

De startzondag van de Protestantse gemeente te Aalten vindt in de Zuiderkerk plaats. Aan de zijkant van de kerk staat een achthoekige tent, op het voorterrein tafels en stoelen. Alles is in gereedheid gebracht om na afloop van de dienst buiten koffie te drinken, om diverse activiteiten uit te voeren en tot slot met elkaar te eten. Binnen is van halftien tot tien de gebruikelijke inloop dat neerkomt op koffie drinken en een praatje met elkaar maken. In de kerkzaal is in het liturgisch centrum plaats gemaakt voor The A-company en de cantorij door de opstelling van instrumenten en stoelen voorin de kerk. The A-company is  de kerkband die de ‘lichte’ kerkmuziek wil en kan begeleiden. Daarbij moet gedacht worden aan liederen uit de Opwekking- en Evangelische bundels, maar ook gospels, popmuziek en natuurlijk uit het nieuwe liedboek. De band staat onder leiding van Johan Klein Nibbelink. Harry van Wijk, cantor-organist, dirigeert de cantorij en bespeelt vanmorgen het orgel. Opzij van de preekstoel staat een groot, manshoog, boek met voorop het woord ‘Bijbel’. De kerkzaal raakt goed bezet, hier en daar is nog een plekje vrij. Om tien uur begint de dienst. Marinke Oolman heet de aanwezigen welkom, noemt het thema van de dienst: ‘Wat is jouw verhaal’ ofwel wie ben je en waar kom je vandaan? Ze leest ook de afkondigingen en spreekt een gebed uit.

Van Psalm 119 worden de verzen 1 en 6 gezongen waarna de bemoediging wordt uitgesproken door kerkelijk werker Jan Willem Hengeveld en de groet door dominee Riemer Faber. Voorafgaande aan het gebed om ontferming zingt de cantorij vers 1 van lied 973. Dan spreekt ds. Faber het gebed uit dat na elke gebedsintentie wordt gevolgd door het zingen van een volgend vers van lied 973. Voorganger Hengeveld licht hierna het thema van de dienst toe. ‘Wat is jouw verhaal?’ Achter die vraag zit een gedachte. De verhalen die we over onszelf vertellen en de manier waarop zeggen veel over onszelf, wie je bent. Je kunt ook vragen ‘Wie ben je’ en dan antwoorden met ‘Mijn ouders zijn die en die, de broers en zusters noemen, etc.’ Maar de mens is meer dan een opsomming van feitjes. Het gaat om verhalen over jezelf waar de ander een onderdeel van wordt. Ook voor de kerk kan die vraag gesteld worden. Welke weg gaan we als gemeente? De vraag geldt ook voor God. Wie meer van Hem wil weten luistert naar Zijn verhalen om onderdeel te worden van Zijn verhaal. Dan leren we Hem kennen. ‘Who am I’, ofwel ‘Wie ben ik’ is het leid dat door The A-company en de cantorij gezongen wordt. Elke regel van het lied staat in het Engels op het scherm met direct daaronder de Nederlandse tekst.

De kinderen die naar de nevendienst gaan mogen naar voren komen. De dominee stelt direct de vraag wie het licht mee wil nemen. Als de kaars is aangestoken aan de Paaskaars maakt hij een praatje met de kinderen. Ondertussen wordt de enorme Bijbel door twee mannen wat naar voren geschoven en open geslagen, zo lijkt het. De dominee wijst op dat grote boek. In het latijn heet het ‘biblia’ wat boeken betekent. De Bijbel telt 66 boeken. ‘Als je op vakantie gaat en je wilt veel boeken meenemen dan heb je aan de Bijbel genoeg’. Je kunt door deze grote Bijbel heenlopen. Dat gelooft een jongen niet en die mag dat van de dominee alvast doen. De andere kinderen mogen dat ook, achter het lichtje aan. Zo’n 30 kinderen gaan naar de nevendienst en 10 grotere jongens en meisjes staan klaar om te volgen. Terwijl ze de kerkzaal verlaten wordt ‘We gaan voor even uit elkaar’ gezongen. Reinier Demkes leest hierna Jona 1:1-16. Uit Opwekking wordt lied 428 gezongen.

De overdenking volgt. Die bestaat uit bijdragen van de beide voorgangers en uit interviews met een handvol gemeenteleden. Dominee Faber begint met te zeggen dat we over het thema willen nadenken aan de hand van het verhaal van Jona. Die kreeg ook de vraag ‘Wat is jouw verhaal’ gesteld. Het boek Jona is een boek vol humor. Over Jona die een genadige draai om de oren krijgt van God. Het boek gaat over de roeping van Jona. Roeping wat is dat? Die vraag hebben we voorgelegd aan een paar gemeenteleden, de dominee noemt ze bij naam. De eerste, een man, zegt roeping een groot woord te vinden. De kinderen zeggen dat het betekent dat je kunt doen wat je wilt. Een vrouw op leeftijd zegt dat je in je leven keuzes moet maken. Toen ze jong was maakte ze inleidingen op de Meisjesvereniging in de hoop dat er iets van werd doorgegeven. De dominee concludeert dat roeping als een groot woord wordt ervaren. Misschien ligt het veel dichter bij ons. Jezus zegt: ‘Jullie zijn het licht in de wereld’. Niet dat we het licht moeten zijn, het is niet iets bovennatuurlijks. Je hoeft geen ander mens te zijn, je kunt gewoon jezelf zijn. Jona speelt verstoppertje en dan gaat het mis. De schepelingen herinneren hem aan zijn roeping. Is dat ook niet de positie van de kerk in deze tijd? Die is niet meer vanzelfsprekend. De kerk moet de wereld in om herinnerd te worden aan haar roeping. Net als wij. Ik ben gewoon zoals ik ben. Wat heeft mij gemaakt zoals ik ben en wat kan ik daarvan uitdragen.

Op het scherm wordt weer een deel van de interviews met de leden van de gemeente getoond. Toen ze jong was wilde een jonge vrouw altijd al mensen helpen. De man van de vrouw op leeftijd kreeg op 29jarige leeftijd een hersenbloeding. Toen veranderde haar leven wel. Jan Willem Hengeveld citeert de vraag van de schepelingen aan Jona: ‘Waar kom je vandaan? Uit welk land kom je?’ Jona zegt dat hij een Hebreeër is, een oversteker. Dat roept de hele geschiedenis van het volk Israël in herinnering. Abraham die de woestijn oversteekt. De uittocht uit Egypte waarbij het volk de zee oversteekt. Later wordt het volk teruggevoerd naar Ninevé, terug bij af zou je kunnen zeggen. Hengeveld grijpt terug op een van de interviews. Iemand wilde evangeliseren, maar het is anders gelopen. En wij? Wij roeien tegen de stroom in, of gooien het over een andere boeg. Soms komen we in een midlifecrisis, verlaten onze partner en is er een andere geliefde. Kan dat ook in onze verhouding tot God? Nee, God blijft ons Zijn liefde geven. Misschien kunnen wij nieuwe wegen vinden als partners zich afvragen waarom ze vroeger ja tegen elkaar zeiden. Daarom wordt aan Jona de vraag gesteld bij welke gemeenschap hij hoort.

Op het scherm wordt weer een gedeelte van de interviews getoond. De vrouw op leeftijd vertelt dat ze vroeger het gevoel had dat de gemeenschap om haar heen stond. In de kerk werd er voor je gebeden. Dan ging je terug in de overtuiging dat het wel goed zou komen. Dominee Faber zegt dat de vraag bij welk volk Jona hoort in onze tijd betekent: Bij welke gemeenschap hoor je? In deze tijd heb je mensen nodig waar je je verhaal kwijt kunt. Dat kan familie zijn, of vrienden of buren. Maar ook aan mensen in de kerk. Dat geeft moed om door te gaan. Dat als jij niet meer kunt zingen anderen doorgaan met het zingen van de liederen van Gods liefde. Het woord kerk is afgeleid van kuriakè, wat van de Heer is. We zijn gemeenschap van de Heer. Dat is ons verhaal. Jezus noemde ons het licht van de wereld en daarop mogen we worden aangesproken. We blijven mensen in wording, zoekend naar wie we zijn. Ook over en jaar of over twee jaar hebben we onze bestemming niet bereikt. We zijn Gods volk onderweg. Hengeveld zegt dat Jona ook de vraag kreeg: Hoe heb je dat kunnen doen? Het kan geen kwaad om voor jezelf eerlijk te zijn over de donkere bladzijden in je leven. Niet om daarin te blijven hangen. Stel de vraag in het licht van Gods trouw. Hoe ben ik tot hier gekomen? Dat hebben we gekund met behulp van God.

Na het amen wordt de geloofsbelijdenis staande gezongen, lied 340b. We blijven staan, er is een afkondiging van overlijden van een gemeentelid. Lied 961 wordt voorgezongen door Johan Klein Nibbelink. Hierna volgen de dank- en voorbeden. Tijdens de collecte speelt The A-company ‘Pilgrim’, een lied van de Ierse zangeres Enya. De kinderen komen weer binnen. Lied 969 wordt als slotlied gezongen. Dominee Faber spreekt de zegen uit waarna The A-company ‘Irish Blessing’, Ierse Zegen, zingt. Reinier Demkes vertelt over het programma na afloop. Buiten kan koffie worden gedronken. Voor de kinderen is er in de tent een circusvoorstelling. Voor de oudere jeugd is er een hangplek. Er zijn drie workshops en om half een is er een gezamenlijke lunch.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.