Doop- en cantatedienst

Aan de dienst in de Oude Helenakerk werken de cantorij Aalten en het Försterkwartet mee. Het kwartet strijkers komt uit Amersfoort, kwartet en cantorij staan onder leiding van Harry van Wijk, de cantor-organist van Aalten die in Amersfoort woont. Joop Ormel is vanmorgen de organist en speelt ook op het koororgel. Frans Ratering doet dienst als koster en de voorganger is ds. Aja Yntema, emeritus predikant. Wim Westerveld heet de kerkgangers welkom op deze vierde zondag in de 40dagentijd. De intochtspsalm is Psalm 122 waarvan de verzen 1 en 3 worden gezongen en de cantorij lied 535E als antifoon zingt. Na bemoediging worden als drempelgebed, als gebed aan het begin van de dienst, de verzen 1,2, en 3 van lied 275 gezongen. Het gebed om de nood van de wereld wordt afgesloten met het zingen van lied 367b en wordt gevolgd door groet en gebed bij de opening van het Woord

Dan mogen de kinderen naar voren komen. ‘Dat is voor alle kinderen in de kerk. Kom maar, het is daar heel gezellig, niks aan de hand’. De dominee vraagt wat er straks gaat gebeuren. ‘Eline weet het wel, we hebben het er gisteren over gehad bij Albert Heijn’. Het antwoord is niet duidelijk te horen, maar de dominee zegt dat er straks gedoopt zal worden. Met de doop zegt de Here Jezus: ‘Ik houd van jou, je kunt altijd bij mij terecht’. Er gaan 11 kinderen met Joop Colenbrander naar gebouw Elim. De eerste lezing is uit Jozua 4:19 – 5:! En 10-12 waarna de verzen 1,5 en 15 van Psalm 105 worden gezongen. Na het lezen van de verzen 4-10 van Efeze 2 voeren kwartet en cantorij ‘Jesu, meines Lebens Leben’ van Buxtehude uit. De dominee zingt mee in de cantorij. Weer terug bij de lezenaar wordt uit Johannes 6 vers 1 en 4-15 gelezen. De voorganger zegt: ‘Lof zij U, Christus’ en allen zingen: ‘In eeuwigheid. Amen’. De dominee kijkt omhoog naar het orgel en zegt: ‘Dat zingen we nog een keer’. Dan wordt het onder begeleiding van orgelmuziek nog een keer gezongen.

De dominee loopt de kansel op en zegt dat ze hier sinds augustus geen predikant meer is. Ze doopt vandaag alleen omdat de doopouders voor haar zulke goede bekenden zijn en zij in hun families zoveel gedaan heeft. Kinderen gedoopt, getrouwd, van alles. En daarom vond ze het ook zo fijn om ‘Lof zij U, Christus’ nog een keer te zingen, ‘want in mijn diensten hebben we dat altijd gezongen’.

De dominee begint haar verkondiging met te zeggen dat de Evangelielezing gaat over ‘het teken van het brood’ zoals er nu ook zo mooi in de Nieuwe Bijbelvertaling staat. De dominee kan zich voorstellen dat mensen hun schouders ophalen bij het horen van het verhaal. Vijf broden en twee visjes voor duizenden en dan nog twaalf manden over. De spotters staan al klaar om het verhaal belachelijk te maken. Maar het verhaal moeten we zien als teken. We moeten proberen te ontdekken wat dit wonder als teken betekent.

Het gaat over brood. Dat is iets dat je elke dag nodig hebt. Met brood wordt iets meer bedoeld. Alle soorten voedsel en – dat niet alleen – ook onze dagelijkse behoeften als kleding en woning, alles wat we nodig hebben om te leven. Ook liefde, aandacht en warmte. Brood is ook een symbool in onze taal. Brood op de plank, broodnijd en andere uitdrukkingen. Brood, in ruime betekenis, speelt een grote rol. Brood betekent eigenlijk leven. In de Bijbel speelt brood ook een grote rol. In de woestijn, op reis naar het land van belofte, waren de Israëlieten afhankelijk van Manna, het brood uit de hemel. Zonder dat bood waren ze nooit bij de Jordaan, de doodsrivier, gekomen om die over te steken en het beloofde land te bereiken.

Over brood gaat het ook in onze Evangelielezing. Die begint met: ‘Daarna ging Jezus naar de overkant van het Meer van Galilea’. Die overkant dat is de overkant van de Jordaan. Naar Bijbelse begrippen is dat de woestijn. En weer is er honger, er is geen brood. Er is wel een jongen met vijf broden en twee vissen, maar dat is niks. Jezus zegt dat de mensen moeten gaan zitten. Er komt brood, brood voor allemaal. Niemand lijdt gebrek, er blijven 12 manden over. Weer is er brood in de woestijn, net als het Manna in de woestijn. Jezus maakt het Oude Testament van kracht. We moeten er geen wonder in lezen maar een teken. Jezus zegt er zelf over, als Hij het uitlegt, ‘Mijn Vader geeft jullie het ware brood uit de hemel. Ik ben het brood dat is neergedaald, het brood dat leven geeft.’ Jezus is het brood waardoor wij, en alle volken, de tocht kunnen volhouden en het beloofde land met de grazige weiden kunnen binnengaan. We zouden ons samenzijn hier, temidden van zoveel verdriet en ellende om ons heen, kunnen zien als een plaats waar het goed toeven is. Een plaats waar we mogen horen en zien van leven, van toekomst, van gered worden van de dood en de duisternis. Gered worden uit het water om voet aan wal te zetten op weg naar het land van belofte. Dat oude verhaal, van Manna in de woestijn, krijgt in het Evangelie een geheel nieuwe dimensie. Het geldt voor alle volken, voor iedereen die het maar horen wil. Het gaat nu over het beloofde land met eeuwigheidsleven. Jezus wordt het brood dat uit de hemel neerdaalde. Hij heeft zichzelf als brood uitgedeeld zodat wij het beloofde land, het land van eeuwig leven, kunnen bereiken. Met het gebaar van uitdelen ging Jezus tot het uiterste. Zijn lichaam werd uiteindelijk gebroken voor ons allen.

Dat breken van het brood is ook een oproep aan ons. Een oproep om ook brood te delen, om anders te gaan leven. Niet alleen voor jezelf in de stijl van: graaien wat je graaien kunt. Nee het is een oproep om anders te gaan leven uit dankbaarheid voor alles wat Jezus voor ons deed, zeggend – zoals Buxtehude – ‘Duizend, duizendmaal, lieve Heer, zij U daarvoor dank’. In Jezus voetstappen mogen we op weg gaan naar het land van belofte. Zelf brood zijn, zelf brood uitdelen. Er is brood genoeg om te breken en te delen. Om er niet alleen voor onszelf te zijn maar ook voor de ander. Een grote opgave maar een nog grotere vreugde. Mogen we zo proberen te leven.

Na het amen van de preek worden de verzen 1,3 en 5 van lied 566 gezongen. De kinderen komen weer terug in de kerk, met de dopeling en het doopwater. De dominee maakt een praatje met de kinderen die op de voorste bank zitten. Jayson wordt gedoopt. Ze staat bij het doopvont en vraagt ‘Wat zit daarin?’ een kind kijkt maar het is leeg. De koster komt met een kan water aangelopen. Dat wordt in het doopvont leeggegoten. Vandaag wordt Jayson opgenomen in de gemeenschap die Jezus probeert te volgen op weg naar het land van belofte dwars door alle narigheid heen. Na het doopgebed worden de doopvragen aan de doopouders gesteld. Dat zijn er vier, over God de Vader, Jezus de Zoon, de Heilige Geest en de vraag om het Evangelie van Jezus Christus aan jullie kind door te geven. Na het bevestigend antwoord van de doopouders worden twee verzen van ‘Laat de kind’ren tot Mij komen’ gezongen en wordt Jayson Christiaan gedoopt. De dominee zingt: ‘Lieve Jayson, vrede wens ik je toe. Liefde wens ik je toe. Moge God je behoeden, leef met zijn liefde. Vrede wens ik je toe. Zegen wens ik je toe. Aandacht wens ik je toe. Dat er mensen zijn met wie je kunt delen. Zegen wens ik je toe’. De doopkaars wordt aangestoken aan de Paaskaars en een broertje van de dopeling leest een gedichtje.

De cantorij zingt ‘Jesus bleibet meine Freude’. Er is een afkondiging van overlijden van drie gemeenteleden. (Waaronder oud-wethouder Gerrit Jan van Lochem, met wie ik uitstekend heb samengewerkt.) Terwijl de kerkgangers nog staan spreekt de dominee de dank- en voorbeden uit gevolgd door stil gebed en het gezamenlijk bidden van het Onze Vader. De collecte wordt gehouden, de verzen 2 en 5 van lied 868 worden gezongen, bij vers 5 zingt de cantorij de bovenstem. ‘Wij mogen heengaan om onze opdracht in de wereld weer op te vatten’ zegt de dominee waarna zij de zegen uitspreekt. Harry van Wijk speelt op het orgel een variatie op Psalm 105.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.