Rondje om de Rijn

Met dit mooie weer kan ik niet binnenzitten. Het maken van het verslag van de kerkdienst moet maar even wachten. Ik zoek na de koffie mijn wandelspullen bij elkaar. Waar ligt alles? Om het te vinden kost enige tijd. Ik ga lopen vanaf de jachthaven van Wesel. Mijn plan is naar Bislich te lopen, daar de Rijn over en dan aan de andere kant van de Rijn terug naar Wesel. Bij vertrek voel ik de temperatuur, een poloshirt is voldoende. Een korte broek had ik ook wel aan kunnen trekken. Over de dijk loop ik naar de ingang van Grav Insel, een grote camping middenin de uiterwaarden. Af en toe vliegt een ganzenpaar over, van de Auesee naar een groene weide. Door een stuk bos kom ik. Bij een villa, omringd door een hoge aarden wal, staan mooie blauwe bloemen tussen de bomen. Weer uit het bos komt een fietser me achterop en de man begint tegen me te praten. Ik vertel hem wat de bedoeling is. Zo’n eind lopen, de man stapt van de fiets en wil meer weten. Ik vertel over mijn wandelactiviteiten zoals de 4daagse van Nijmegen en de 11stedenwandeltocht. Het gaat zijn voorstellingsvermogen te boven. Bij een bushalte haal ik de zonnebrandcrème uit mijn rugzak en smeer mijn hoofdhuid en mijn armen er flink mee in. Over de dijk verder. Schapen liggen tegen het hek. Dit mooie weer lokt fietsers naar buiten. Wandelaars zijn er nauwelijks. Ja, mensen die met de auto tot vlakbij de dijk rijden en dan op een bankje gaan zitten en hoogstens honderd meter heen en weer lopen. Bij de steen met daarop ‘Am Deutschen Eck’ sla ik linksaf. Daar ligt nog een smalle dijk, de oorspronkelijke dijk van voor de dijkverzwaring en ophoging. De Rijn komt weer dichtbij, een paar boten varen voorbij. Het terras van het Fähr Haus is goed bezet, maar het kan drukker. Nu ben ik vlakbij het pontje naar de overkant. Links en rechts van de toegangsweg zijn parkeerplaatsen gemaakt. Even bij de Rijn kijken is geliefd. Bratwurst ook. Het fiets- en voetgangerpontje is net gearriveerd. Ik ga in het beschutte gedeelte zitten, mijn winddicht jack blijft in mijn rugzak. Aan de overkant staan veel fietsers en is het terras van het café goed bezet, maar ook hier kunnen er nog wel een paar bij. Het is hier een trefpunt van motorrijders. Ik loop het Bislicher Insel binnen. De kale akkers worden afgewisseld met groene weiden. Een enkele open sportwagen komt voorbij. Fietsers hebben de overhand. Het is een rustige route. Je moet hier bekend zijn om te weten dat ook deze weg de mens van de ene plek naar de andere brengt. Het Auen Café is geopend, www.AuenCafe.de . Ik ga niet op de binnenplaats aan een tafeltje zitten, maar loop naar binnen. Wat zal ik bij een glas thee nemen? Op deze dag lijkt met ‘Himmelbeeren’ wel wat. Een groot stuk Kuchen komt bij het glas te staan. Ik ga enkele aantekeningen maken, in een vol notitieboekje is dat moeilijk. Twee jonge blonde vrouwen zijn druk met elkaar in gesprek. Waar zouden ze het hier op deze stille plek over hebben? Om over hun mannen te roddelen? Het zijn duidelijk zussen, ze lijken sprekend op elkaar. In het toilet smeer ik me nog weer eens met zonnebrandcrème in en vul mijn bijna lege flesje met water. Tot nu toe heb ik gemakkelijk gelopen, het valt me zelfs op. Beter dan vorige jaren? Deze tocht heb ik in vorige jaren altijd gebruikt als test voor de 11stedenwandeltocht. Loop ik deze tocht zonder problemen dan ‘kan’ ik de vijfdaagse in Friesland ook doen. Het is net alsof de overtuiging dat ik de rest van deze tocht ook zal volbrengen mijn tempo wat omlaag brengt. Ik blijf even staan bij een paar vogelaars die in ‘De Hel’ met kijkers een – aangelegde – plas observeren. Ik volg de kruin van de dijk bedekt met gras. Dat heeft de sintels overwoekerd. Fietsen over de kruin kan niet meer, wandelen nog wel maar is zwaarder dan over asfalt lopen. De hekken staan open. Er staat een stevige bries maar de temperatuur is hoog genoeg om in mijn outfit te blijven lopen. Voorbij Perrich, net aan het eind van de keermuur op de dijk, eet ik een appel. Een stuk dijk verderop, pal op het zuiden, kleurt geel van de paarden- en dotterbloemen. Een fraai gezicht. Pal aan de Rijn is een Paasvuur opgericht, vlak er achter staat een partytent. Dat wordt vuurtje stoken met een glas bier bij de hand. Het gras is nu zo hoog dat ik geen hazen meer zie, wel grauwe ganzen en nijlgansen. Ik nader de restanten van de spoorbrug over de Rijn in de vroegere Boxteler Bahn. Aan de voet, net binnendijks, ligt een boerderij die uit de Romeinse tijd stamt. Ooit heb ik me voorgenomen om door de poort naar binnen te lopen en eens rond te kijken. De nieuwe brug over de Rijn nadert. Het zou hoog in de lucht en boven het koude water wel eens fris kunnen zijn en de brug is twee kilometer lang. Ik trek een hemd aan. De brug zal eens rechtdoor lopen naar de A3 als nieuwe inval- en uitvalweg van Wesel. Eerst moet de hermeandering van de monding van de Lippe gereed zijn. Ik kijk er vaak naar, zou de weg op een viaduct over de meanders heen lopen? In de stad is het aangenamer dan op de brug. Ik loop over het industrieterrein. Er wordt aan de waterkant gebouwd. Dan kom ik op de ‘boulevard’ van Wesel. Het is er vrij druk, voor de ijscowagen smacht een rij liefhebbers naar de lekkernij. De raderboot komt net aangevaren en legt aan, passagiers lopen van boord en sommigen blijven nog even aan dek om in het zonnetje en boven water te genieten van een maal. Bij het Rheinbad is een nieuwe stenen kiosk gebouwd, tegenover het een paar jaar geleden geopende boerderijterras van het ‘Welcome Hotel’. Weer een uitgiftepunt van bier erbij, het wordt hier kennelijk drukker. De zweefvliegers bergen hun spullen op. Er landt nog een zweefvliegtuig op het gras, misschien de laatste voor vandaag. Dan ben ik bij de jachthaven, het eindpunt van de wandeling. Ruim vier uur en drie kwartier ben ik in de open lucht en in de vrije en mooie natuur geweest, heerlijk. Deze tocht is ook een soort bevrijding. Ondanks het feit dat mijn inschrijving voor de 4daagse van Nijmegen definitief is, moet ik het nog wel waarmaken. Deze lange wandeling geeft me vertrouwen.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Wandelen. Bookmark de permalink.