Geborgenheid en vertrouwen

Ouderling Gerrit Jan Jansen heet de kerkgangers welkom in de Oosterkerk, die goed bezet is, en in deze dienst op de vijfde zondag van de 40dagentijd. Lied 68:7 (de psalmen worden sinds het Liedboek als liederen aangeduid, in het Liedboek staan ze onder het hoofdstuk Psalmen) is het eerste lied dat gezongen wordt. Een mooi lied dat me raakt. ‘God zij geprezen met ontzag … Hij droeg ons door de diepte heen, de Here Here doet alleen ons aan de dood ontkomen’. Ds. Wytze Andela noemt net als de ouderling het feit dat het kerkgebouw 100 jaar oud is. Lied 283 wordt gezongen als een lied voor de wereld in nood. De dominee wijst op het liturgisch bloemstuk, een boog – een poort –  en een bos afgesneden bloemen. De poort wijst naar de keuzes in je leven. Wanneer je kiest is zomaar ineens alles anders, dat had je nooit gedacht. Je gaat door een poort, de band met God blijft. God snijdt die band niet door. ‘In ons hart en in ons huis: De zegen van God. In ons komen en in ons gaan: De vrede van God. In ons leven, op onze zoektocht: De liefde van God. Bij het einde, nieuw begin: De armen van God om ons te ontvangen, thuis te brengen’. Herman Onnink presenteert ‘100 jaar Oosterkerk 1914 – 2014’ (zie volgend bericht). Hierna wordt lied 280 gezongen, een lied gemaakt in Huis ’t Hooft in Groningen waar Johan Huizinga heeft gewoond en na de oorlog vele studenten theologie hebben gewoond. Volgens een van mijn Groningse corpsgenoten slaat de zin ‘waar nog de wolk gebeden hangt’ op het feit dat een student theologie ook wel eens om een goede uitslag van een tentamen bidt. De dominee wijst op een zijraam van het gedenkraam. Helemaal onderin staat een afbeelding van een kaars die de opengeslagen Bijbel verlicht en daaronder Lucas 12:35. Eerst leest de dominee Exodus 12:11. Twee teksten, misschien wel de kortste Schriftlezing uit de 100-jarige geschiedenis van deze kerk. Exodus 12:11 ‘Zo moeten jullie het eten: met je gordel om, je sandalen aan en je staf in de hand, in grote haast’, de tweede tekst is Lucas 12:35: ‘Laten uw lendenen omgord zijn en uw lampen brandende’. De woorden die daar staan begrijpen de meeste mensen niet meer. Lendenen omgord, dan moet men zich achter het oor krabben. Dat is oude taal. Lendenen zijn heupen. Vroeger droeg men lange gewaden, jurken, die het hele lichaam tot aan de voeten bedekten. Het belemmerde een snelle gang. Daarvoor moest men de jurk omhoog trekken en vastbinden aan de gordel. Het is een oproep om klaar te staan. Die oproep komt vaker voor in de Bijbel. Sta klaar. Jezus verwijst rechtstreeks naar Pasen. Wees klaar om te gaan, om los te laten, klaar om jouw toekomst tegemoet te gaan. Dat verder gaan is soms moeilijk omdat jouw leven is vastgelopen. De dominee denkt aan een boek van een Achterhoekse schrijver. Een vooroorlogse situatie wordt beschreven. Een vader zit met zijn vrouw en kinderen aan tafel. Hij heeft geen werk meer, het geld is op. De rekeningen blijven binnen stromen, vooral die van het ziekenhuis voor de behandeling van de zieke dochter. De vader wil toch zijn gezin opbeuren en zegt: Het is allemaal wel erg wat er gebeurt maar we moeten erop vertrouwen dat het wel goed komt (de dominee zegt het in het Achterhoeks, helaas kan ik dat niet schrijven). ‘Hart onrustig vol van zorgen, vleugellam geslagen ziel, hoop op God en wees geborgen. Hij verheft wie nederviel …’ (Psalm 42:3). Een lied gezongen vanuit de diepte en ook hier ook vaak gezongen. Een lied met verlangen naar geborgenheid. Vertrouw me maar , het komt wel goed. Laat maar los, en ga maar verder. Er is ook een andere kant. Als de mensen achterover geleund hadden, dan was deze kerk er niet geweest. Vertrouwen vereist ook dat je bereid bent klaar te staan. In de afgelopen 100 jaar is hier veel voorbij getrokken aan vreugde en verdriet. Elke keer kwamen hier mensen bij elkaar met zulke verschillende gevoelens. En er waren vragen en die zijn er nog steeds. Over God, over het geloof, over waarom het gaat, wat echt belangrijk is in ons leven. Waar gaat het om, wat is het belangrijkste in je leven? Wat zou u zeggen? Wat is er van de kansel gezegd? Misschien was er veel dogma, veel leerstelligheid. Als het er echt op aan komt wat heb je dan nodig? Geborgenheid en vertrouwen. Geborgenheid betekent dat God met je is en vertrouwen dat je verder kunt met Hem. De gelezen tekst roept ons op om waakzaam te zijn. Dat geeft je kracht en hoop voor de toekomst. Laten uw lendenen omgord zijn en uw lampen brandende. Hier in de kerk staat in het zijraam die tekst. Het gedenkraam is aangeboden uit dankbaarheid. Door mensen uit Scheveningen en Rotterdam, door onderduikers. Als gedacht zou zijn: het komt allemaal wel goed en er zou niets gedaan zijn dan was dat raam er niet. Met vertrouwen op weg gaan betekent dat je bereid bent iets voor de ander te doen. Het mensenlampje is aangestoken door Goddelijk licht. Het licht van Pasen, licht dat een toekomst opent. Dat is de kern van ons geloof. We hebben een toekomst: Gods licht. Dankbaar en met vertrouwen gaan we verder. Zo gaan, is goed gaan. Na het amen van de preek wordt lied 801 gezongen, er is een afkondiging van het overlijden van drie gemeenteleden. Na de inzameling van de gaven wordt lied 90a gezongen. De dominee licht toe dat we dat op de internationale manier doen, een andere manier dan we gewend zijn door met een lang aangehouden O te beginnen. Zoals de Engelsen zingen ‘O God, our help in ages past’. Na de zegen wordt het laatste vers van lied 90a gezongen. Koffie, thee en fris kan er worden gedronken in de consistorie, een enkeling loopt naar de gaanderij en bekijkt het gedenkraam.

 

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.