Gedachtenisdienst

Voor het eerst wonen Greet en ik de dienst waarin de overleden gemeenteleden worden herdacht bij in de Helenakerk. Ook vanmorgen is er in twee van de drie gebouwen een dienst. In de Zuiderkerk is geen dienst en daar hebben we tot nu toe de dienst op de laatste zondag van het kerkelijk jaar bijgewoond. In deze dienst gaan de predikanten ds. Aja Yntema en ds. Wim Everts voor, is Gerard Wesselink de organist en is er zang van de Cantorij Aalten. Bij de ingang ligt een liturgie met de tekst van de te zingen liederen. Na het woord van welkom door Riek Hoftijzer en het zingen van de verzen 1 en 7 van Psalm 42 spreekt ds. Yntema bemoediging en gebed van toenadering uit. Daarna steekt ze drie grote kaarsen aan en ook drie waxinelichtjes van het liturgisch bloemstuk. De Cantorij zingt van lied 286 het eerste lied en allen zingen daarna de verzen 2 en 3. Het gebed voor de nood van de wereld wordt telkens beantwoord met ‘Kyrie eleison, Christe eleison’. Lied 725 is het Glorialied waarvan de cantorij het eerste vers zingt en de verzen 2,3, en 4 door allen worden gezongen. Ds. Everts maakt een praatje met de kinderen. Hij vraagt wat hij in zijn hand heeft. ‘Een takje’. Niet zo’n mooi takje. ‘Hoe komt dat?’ Er zitten geen bladeren aan, is het antwoord. ‘Is dit takje dood?’ ja, deze wel. Maar aan de bomen is het anders. ‘Hoe kun je dat zien?’ Er zitten knoppen aan. Daar komt straks weer blad uit. De kaars wordt aangestoken aan de Paaskaars en zeven kinderen gaan naar de nevendienst. Er zitten nog meer kinderen in de kerk, maar zelfs na de aansporingen van beide predikanten om mee te gaan blijven ze zitten. Ds. Everts leest Matteüs 24:14-35. De cantorij zingt vers 1 van lied 462 en allen zingen de verzen 2,3, en 4. Jezus spreekt in het gelezen gedeelte over de toekomst van de wereld, zo begint ds. Everts zijn verkondiging. Het zijn sombere woorden. Hij spreekt over de komende verwoesting van de stad Jeruzalem, over oorlogen, hongersnoden en aardbevingen. Dat zal slechts het begin zijn. Deze geschiedenis loopt door tot in onze tijd. We zien het in Syrië, in natuurrampen en hongersnoden. In onze wereld wordt veel geleden, niet alleen ver weg maar ook dichtbij. En het kan ook onszelf treffen. Deze woorden van Jezus worden gevolgd door woorden over Zijn eigen lijden en sterven. Het lijden van Christus is onlosmakelijk verbonden met het lijden van de wereld. Jezus krijgt deel aan het lijden van de wereld. Zo wordt Jezus opgenomen in het eeuwige leven van God zelf. God is niet een onbewogen God, God staat naast ons in ons lijden. Het lijden van de wereld ervaart God als Zijn eigen lijden. Want dit is de kern van het Evangelie dat God ons eens zal bevrijden en dat God met ons een toekomst voor heeft. Jezus wil ons bemoedigen om het in alle pijn en verdriet uit te houden, er komt een nieuwe wereld en een nieuwe hemel. Jezus gebruikt het beeld van de vijgenboom. In de winter is de boom kaal en dor. Je denkt dat de boom doodgaat. Maar toch, door de stam stroomt levenskracht. Na de winter lopen de takken uit en weet je dat de zomer zal komen. Juist in de diepste nood ontkiemt het nieuwe leven, het einde is niet het einde. Het geloof kijkt voorbij de dood. Nu is er nog zoveel leed in de wereld, Jezus spreekt erover en zal het zelf ervaren. Maar alle leed zal verwijzen naar de nieuwe wereld. Het zijn geboorteweeën van de nieuwe tijd. Niet dat het lijden daarmee een diepere zin zou krijgen maar het betekent dat het lijden verwijst naar een nieuwe wereld. God heeft ons niet gemaakt voor het duister en de dood, maar voor de opstanding en het leven. Voor hen die in het afgelopen jaar zijn overleden steken wij vanmorgen een kaars aan opdat zij mogen leven in Gods eeuwig licht. Na het amen wordt lied 801:1-5 gezongen. De kinderen komen weer terug in de kerk. Ds. Yntema spreekt een inleidend woord op de gedachtenis van de gestorvenen. Ds. Everts zegt dat we in eerbied en vertrouwen hun namen noemen en voor hen een kaars aansteken. Dan worden de namen gelezen en komen nabestaanden en vrienden naar voren om een lichtje aan te steken. Dat gebeurt vier maal en tijdens het aansteken van de lichtjes wordt door de cantorij het lied ‘Als alles duister is …’ gezongen. Ongeveer 60 kerkgangers komen naar voren om met een kaarsje een lichtje aan te steken. De cantorij zingt hierna ‘A prayer of Saint Patrick’. Er is nog een mededeling van overlijden waarna lied 951:3 wordt gezongen. De voorbeden worden beantwoord met: ‘Zie ons aan en blijf ons nabij, Licht in het duister, hoor naar ons bidden’. Na de collecte worden van lied 737 zes verzen gezongen. De zegenbede wordt beantwoord met het zingen van lied 416 ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’. Na afloop van de dienst is er gelegenheid om elkaar in Elim te ontmoeten.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Gedachtenisdienst

  1. theo derksen schreef:

    God is toch Allermachtig. Waarom grijpt God niet meer in?
    De Wereld brandt maar God doet niks! Waarom nu niet maar voor de jaartelling en in het begin daarvan wel. Daarom snap ik er niks van wanneer ik lees wat ds. Everts in overweging geeft. Zal wel aan mij liggen.
    Groetjes,
    Theo

Reacties zijn gesloten.