Een nieuwe kans

De dienst in de Zuiderkerk is vanmorgen een opwekkingsdienst. Er is geen organist, onder het orgel staan drums (Henk Luimes), een toetsenbord (Sander te Grotenhuis) en een gitaar (Johan Klein Nibbelink) opgesteld. Heidi Ebbers is de zangeres. Tussen half tien en tien uur kan er in de hal koffie worden gedronken. Op het scherm voorin de kerk staan de medewerkenden aan deze dienst met naam genoemd. De voorganger is ds. Marten Jan Kooistra. Koster Ger-Jan Voerman is al druk geweest met alle voorbereidingen. Vlak voordat de dienst begint spelen de muzikanten twee liederen. Er worden twee korte filmpjes vertoond. De eerste is van Kerk in Actie die het leven van kinderen in asielzoekerscentra belicht. Ze hebben het moeilijk, leven jaren in onzekerheid, moeten vaak verhuizen en wonen in huizen met andere gezinnen die een taal spreken die ze niet kunnen verstaan. De ‘Kinderwinkel’ en de ‘Stichting de Vrolijkheid’ proberen een lach op het gezicht van de kinderen te brengen. Zie: https://www.kerkinactie.nl/projecten/een-lach-op-het-gezicht-van-kinderen-in-nederland Dan is er nog een filmpje over ‘Het hart van Goede Vrijdag’. Een interkerkelijk comité nodigt jou uit voor een voor een sfeervolle avond met muziek van praiseband ‘The Well’ en een overdenking over de missie van Jezus.
Ouderling Henri van Eerden heet de aanwezigen welkom en leest de mededelingen. Daarna worden drie liederen gezongen. Lied 833, Opwekking 717, en uit ‘Geroepen om te zingen’ lied 15: ‘Vrede voor jou hierheen gekomen, zoekend met ons om mens te zijn’. Met dit begin van de dienst is een kwartier gemoeid. Dan spreekt de dominee bemoediging en groet uit waarna hij het gebed om de nood van de wereld uitspreekt. De voorganger legt in het kort het thema van de dienst uit. Op het scherm verschijnt een plaat met een anker op het strand. Vanmorgen gaat het over een nieuw begin. En schip ligt vast aan een anker en is dan beschermd tegen storm en golven, zo mag God een anker voor ons zijn. Van lied 538 worden de verzen 1,2, en 4 gezongen. De muzikale begeleiding van de gemeentezang wordt verzorgd door de vier muzikanten. De kinderen die naar de nevendienst gaan mogen naar voren komen. De dominee pakt tuingereedschap en zegt: ‘Toen ik hiermee de kerk binnenkwam zei Ger-Jan Voerman: ‘Wat ga je nou doen’’. De dominee vraagt waar deze voor is. Die is om grond los te woelen, een hark met drie tenen. Het andere attribuut is een gieter. Als het droog is wordt die gebruikt, niet nu want er is in de afgelopen tijd veel regen gevallen. Dan heeft de dominee nog een snoeischaar. De elf kinderen gaan bij de muziek staan en er worden twee liederen gezongen, ‘Kijk eens om je heen’ en ‘Ben je groot of klein’. Op het scherm verschijnt een plaat met een boom. Links staat en vrouw met een gieter, rechts een man. Op de voorgrond staan voetstappen, de tekening hoort bij het Paasproject voor de derde zondag in de 40dagentijd.
Uit de Bijbel in Gewone Taal leest de dominee Hebreeën 7:16-25 en Lucas 13:6-9 waarna lied 289 wordt gezongen. De dominee begint zijn uitleg met te zeggen dat 14 dagen geleden (13 febr. 2016) er een interessant interview stond in het dagblad Trouw. De Amerikaanse theoloog Stanley Hauerwas zei dat de kerk uit het middelpunt van de samenleving is verdwenen. Vroeger vervulde de kerk een brede functie. Maar de kerk heeft ook in deze tijd een functie. Dat is het levend houden van de hoop op het Koninkrijk van God. Hoop betekent dat ik mijn leven en wat er in de wereld gebeurt volstrekt serieus neem. Oorlog, ziekte, tegenslag en wat dan ook hebben niet het laatste woord, het kan me niet breken. In beide Bijbelgedeelten speelt de hoop een belangrijke rol. In de brief aan de Hebreeën is sprake van geloofsaval, de gemeente dobbert rond. Maar in de brief wordt ook opgeroepen om vol te houden en de hoop niet te vergeten. En de wijngaardenier in Lucas heeft de hoop nog niet verloren. De grond om de boom nog eens omwoelen en misschien geeft ze volgend jaar vrucht.
Waar is die hoop op gebaseerd? Op onszelf? Dat is te wankel. Onze hoop is gebaseerd op God. Dankzij Jezus mogen we erop vertrouwen dat we Gods kinderen zijn. Dat beeld mag voor ons een anker zijn, een anker voor de stormen van het leven. Als kind kun je gepest worden, je ouders zijn gescheiden, als puber lig je met je geloof overhoop, of misschien met de hele wereld. Later heb je zorgen om een baan, en maak je de ups en downs van je relatie mee. En als je ouder wordt is er de last van de ouderdom. In alle levensfasen komen de stormen op je af. En jij, heb jij een anker? In het pastoraat kom je mensen tegen die voelen dat ze daarboven uit getild worden, die God ervaren, een hand voelen die hen draagt. Wat zijn de ankers in ons leven. De Hebreeën brief wijst ons op Abraham en Jezus. Dat zijn de grote voorgangers in het geloof. Abraham gaat op weg en blijft vasthouden aan de beloften van God. Jezus zegt dat God een bedoeling heeft met de wereld en met jou. Als ik mezelf van tijd tot tijd de vraag stel: Waar doe ik het voor? Dan is mijn antwoord dat ik het Koninkrijk van God verwacht. Soms is het een schreeuw, soms een hartenkreet. Dan zeg je twee woordjes: En toch … Het is het anker van het geloof, je mag blijven hopen op Gods aanwezigheid, op Gods trouw op Gods bemoeienis met jou.
In de brief aan de Hebreeën lezen we dat Jezus de afstand tussen God en mensen heeft overbrugd. Eenmaal per jaar mocht de hogepriester het voorhangsel opzij schuiven en het heilige der heiligen binnengaan. Jezus is dat heiligdom ook binnengegaan en heeft de afstand tussen God en mens overbrugd. Leven met hoop en verwachting is iets anders dan passief afwachten. Daarover gaat een bekend Joods verhaal. Er was een klein afgelegen stadje. Alle beroepen waren daar behalve een. Er was geen klokkenmaker. De klokken gingen ongelijk lopen. Of bleven stilstaan. Sommige mensen keken er niet meer naar om. Anderen bleven de klok elke dag opwinden. Op zekere dag komt er weer een klokkenmaker. Iedereen haast zich om zijn klok te laten maken. Maar alleen die klokken waren te maken die elke dag waren opgewonden. De anderen waren verroest. Na het amen van de preek wordt lied 904 gezongen, ‘Beveel gerust uw wegen’.
De dank- en voorbeden worden gesproken afgesloten met een gezongen Onze Vader. De toetsenist van het muziekcombo stelt zich voor. Sander te Grotenhuis is de pianist van ‘The Well’. Op Goede Vrijdag voeren ze ‘Het Hart van Goede Vrijdag’ uit in de Oosterkerk om negen uur ’s avonds. Hij nodigt ons uit dit bij te wonen. Een stukje van een eerdere voorstelling wordt tijdens de collecte getoond op het scherm. De kinderen komen weer binnen. Ze hebben een paar kale takken meegenomen die opzij van het liturgisch bloemstuk wordt gezet. Op de tafel van het bloemstuk staan schoenen en liggen een paar bloemen. De dominee zegt dat de kale takken verwijzen naar de vijgenboom uit Lucas 13. Het slotlied is Opwekking 710, waarna de zegen wordt uitgesproken terwijl de piano doorspeelt en tot slot allen een zegen zingen.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.