Ruimte voor twijfel

Op het scherm in de Oosterkerk staat voorafgaande aan de dienst ook de mededeling dat er a.s. woensdag in de Zuiderkerk de muziekvoorstelling ‘Bevroren Tranen’ plaatsvindt. Deze voorstelling wordt opgevoerd als afsluiting van het leggen van Stolpersteine in Aalten. Daarmee worden de vanuit hun huizen weggevoerde Joden in de Tweede Wereldoorlog herdacht en met de muziekvoorstelling wordt daaraan in het heden betekenis gegeven en worden de keuzes die toen gemaakt werden in de actualiteit geplaatst. Vorig jaar heb ik de muziekvoorstelling in Zuidlaren, mijn geboortedorp, gezien en gehoord. Een schitterende voorstelling, van harte aanbevolen.
Vanmorgen wordt Luuk Luiten gedoopt, de voorganger is ds. Hendrik Jan Zeldenrijk. Gerard Wesselink bespeelt het orgel, Erik Bekkers is de gastheer en Bert van Eerden en Bennie Westerveld bedienen de computerapparatuur. Annemieke Vink verwelkomt de aanwezigen en leest enkele afkondigingen. De liturgie, te vinden op de website van de Protestantse Gemeente Aalten, wordt gevolgd. De doop vindt in het begin van de dienst plaats. Harmen Luiten en Marloes ter Haar beantwoorden de doopvragen, waarna de dominee de kinderen in de kerk vraagt bij het doopvont te komen. ‘Er zijn er niet veel, er is een kinderdienst in Zuid met dopen. Hoe heeft dat kunnen gebeuren?’ De dominee zal er eens met zijn collega’s over praten. Een paar kinderen – ‘Vijf zelfs’, zegt de voorganger – komen bij het doopvont. De doop is ook op de schermen te volgen. De doopkaars wordt aan de Paaskaars aangestoken.
Na het zingen van de verzen 4 en 5 van lied 354 spreekt de dominee een gebed uit waarna hij een praatje maakt met de kinderen. ‘Wie schrijft wel eens wat op zijn hand?’ Dat blijkt geen onalledaagse vraag voor de kinderen. ‘Wat dan?’, vraagt de dominee. ‘Liefde’, is het antwoord. ‘Dat is mooi’. De volgende vraag van de dominee: ‘Moet je op school wel eens wat leren, wat onthouden?’ Nou komt de aap uit de mouw: dat kun je doen door een woordje op je hand te schrijven. ‘Schrijf je wel eens woordjes op die je niet moet onthouden?’ Dat grapje ontlokt hilariteit in de kerk. Als je meisje of jongen in de klas leuk vindt kun je ook haar of zijn naam op je hand schrijven. Dat deed de dominee al toen hij in de tweede klas zat. Harma heette het meisje. De dominee heeft vandaag wat op zijn hand geschreven. Hij laat de kinderen lezen wat er staat. ‘Amen’ is het woord. ‘Dat woord vergeet ik altijd als ik aan het preken ben. Met Amen weet ik dat ik moet stoppen’. De naam van Luuk wordt bijgeschreven op de rol papier met de namen van de vroegere dopelingen. ‘Geschreven in de palm van Gods hand’, staat er. ‘Ook jouw naam staat daar, dat betekent God zal jou nooit vergeten’. De kinderen gaan naar de nevendienst.
Vorige week is het verhaal over de Emmaüsgangers gelezen, vanmorgen wordt gelezen hoe het verder ging. Johannes 20:19-31 wordt gelezen, waarna van lied 620 vers 1 en dan de verzen 6 t/m 12 worden gezongen. ‘Als we dat verhaal lezen dat Jezus zo maar in hun midden – met de deuren op slot – verschijnt, dan denken we al gauw aan een TiTa tovenaar’, zo begint de dominee zijn verkondiging. Waarom? Het staat er helemaal niet. Misschien heeft Jezus wel op de deur gebonkt en geroepen: ‘Ik ben het’. Voor Zijn leerlingen is het pas ’s avonds Pasen. ‘Ik wens jullie vrede’, zegt Jezus. De verhalen over wat er in de ochtend was gebeurd schiepen verwarring en de leerlingen zaten nu bij elkaar. Velen van ons kennen momenten van twijfel en worstelen daarmee. Zeker rond Pasen. De dominee merkte dat in de afgelopen week tijdens een gesprek. Met opstaan uit de dood moet je niet aankomen bij iemand die net een dierbare heeft verloren. In een geloofsgemeenschap is het van belang om geloof te delen maar ook om ruimte te maken voor twijfel. Geloofsgesprekken worden daardoor niet slechter. Het leek allemaal zo vanzelfsprekend maar die tijd is voorbij. Misschien hebben we te weinig in ons hart gekeken. Als je probeert het geloof over te dragen moeten we ons realiseren dat het niet vanzelfsprekend is. Dan is er twijfel en als mensen twijfelen spreken ze ook woorden van geloof.
Moeilijker wordt het als er iets is dat de twijfel te boven gaat. Een diepere laag. Dat tref je niet alleen aan bij de jongere generaties. Het is een soort onvermogen, onmacht, om iets van God te ervaren in je leven. Het gesprek stopt. Werkt God niet meer onder ons? Zijn er geen bijzondere ervaringen? Onmacht wordt gevoeld. Onmacht om het Evangelie te verbinden met het leven dat je leidt. Dan droogt het geloof op. Hoe doe je dat dan? Dat verbinden? Soms voel je je, ja hoe voel je je? Daar sta je en wat zeg je dan? Tegen je partner, tegen je kind, kleinkind? Hoe praat je over het geloof? Stopt het dan? Toch moeten we steeds proberen te laten zien wat het geloof met jou doet. Met je zekerheden en je twijfels.
Velen kunnen zich herkennen in die twijfel van Thomas. Zijn ziel en zaligheid had hij bij Jezus neergelegd. Maar Thomas zag Jezus eindigen aan het kruis. Hij hoorde mooie verhalen van zijn collega’s. Maar hij moet het zeker weten. Dat hij vol vertrouwen op de weg van Jezus voort kan gaan. Dat herkennen we. Ook in onze tijd moeten we alles zeker weten. Thomas heeft het gezien en zegt: ‘Mijn Heer, mijn God’. Voor Thomas is de dood het einde niet. En wij? Wij zien dat de dood nog steeds ingrijpt in ons leven. Zien is voor ons niet meer dan een belofte. Jezus weet hoe moeilijk dat voor ons is. ‘Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven’. Die ‘zij’ dat zijn wij. Elke kerkdienst beginnen we met de woorden van Jezus: ‘Ik wens jullie vrede’. We hebben allemaal nodig door Jezus gegroet te worden zoals de groet aan Zijn leerlingen.
Wij zien niet, wij horen alleen. Met nadruk zegt de evangelist dat de reden dat het zo is opgeschreven is dat jullie zullen geloven. We zien niet, we geloven en we zingen: ‘Kom in onze harten binnen met uw milde overdaad’. Na het amen van de preek wordt lied 754 gezongen en na een afkondiging van overlijden de verzen 1 en 2 van lied 753. Na de gebeden wordt de collecte gehouden, bestemd voor de diaconie, en de kinderen komen weer terug in de kerk. Lied 704 is het slotlied, de doopouders kunnen worden gefeliciteerd en de collecte bij de uitgang is voor de evangelisatiecommissie en niet voor de evangeliecommissie zoals werd voorgelezen bij de afkondigingen.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.