Eerste zondag van de Epifanie

In de ochtenddienst in de Oude Helenakerk gaat vanmorgen ds. Wilma Onderwaater voor, Harry van Wijk is de organist en Arjen Timmers dient als koster. Ouderling Bert Helmink heet de kerkgangers welkom. De verzen 1 en 6 van Psalm 72 worden als aanvangslied gezongen, na bemoediging en groet zingen de kerkgangers vers 7. De dominee legt uit dat deze zondag de eerste zondag van de Epifaniëntijd is. Epifanie betekent verschijning. In deze tijd staan we stil bij de verschijningen van Jezus. Na het drempelgebed worden de verzen 1 en 3 van lied 518 gezongen. De gebedsintenties van het Kyriëgebed worden telkens beantwoord met het zingen van lied 301G. Na het Gloria, het zingen van lied 305, mogen de kinderen naar voren komen. Dat zijn er drie die het licht aangestoken aan de Paaskaars meenemen naar gebouw Elim. De eerste lezing is Uit Jesaja 42:1-4a waarna van lied 456b de verzen 1 – 4 worden gezongen. De tweede lezing is uit Marcus 1. De dominee zegt dat in het evangelie van Marcus geen geboorteverhaal voorkomt. Het begint als Jezus al volwassen is. De schrijfstijl verschilt met de andere evangeliën en is sober. Het eerste hoofdstuk is een tweeluik. Eerst wordt geschreven over het optreden van Johannes de Doper en vervolgens staat de schijnwerper op Jezus gericht. De dominee leest Marcus 1:1-11, waarna de verzen 1,3 en 5 van lied 528 worden gezongen.

De dominee begint haar verkondiging me te zeggen dat de Kerstdagen achter ons liggen, de boom is opgeruimd, morgen beginnen de scholen weer. We gaan over tot de orde van de dag. Misschien met een gevoel van spijt dat de mooie dagen weer voorbij zijn, misschien met een gevoel van opluchting over de zorgen, het verdriet en het gemis. Op de achtergrond klinkt de boodschap van Kerst door: Het Kind dat geboren is, het engelenkoor, etc. Marcus valt meteen met de deur in huis. Geen engelen en geen geslachtsregister. ‘Begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God’. Dat roept het beeld op van een nieuw begin. De profeten hadden erover gesproken: Bereid u voor. Alle profetieën en verwachtingen lijken samen te komen in de persoon van Johannes de Doper, de voorloper van Gods gezalfde, bode van een nieuw begin. Vele mensen verlangden al zolang naar een nieuw begin en herkennen is hem de wegbereider van God en ze keren zich om.

‘En het geschiedde in die dagen dat Jezus Nazaret in Galilea verliet’. Zonder nadere aanduiding valt het volle licht van de schijnwerper op Jezus. Marcus sticht hiermee verwarring. Nazaret? Dat kan toch niet? Nazaret speelt geen rol in de profetieën. Hier begint al het onbegrip. Is Hij het wel of is Hij het niet? Jezus de Messias? Hij is toch gewoon een van ons. Het is een vraag die ook ons bezig kan houden. De meesten hebben de verhalen over de komende Messias al zo vaak gehoord. Ook bij ons sluipt de aarzeling in. Is Hij het wel? Een gewoon mens als u en ik. Een idealist misschien, een voorbeeld, maar verder? Wat maakt Hem anders? De verwachting levend houden in je eigen leven valt nog niet mee. Geloven is nog niet zo vanzelfsprekend. Jezus laat zich dopen. Dat is het eerste wat Marcus over Jezus vertelt. Een beslissend moment. Hier begint het te gebeuren, In de doop van Jezus raken hemel en aarde elkaar. Jezus gaat kopje onder in het water van de Jordaan, gaat kopje onder in onze wereld met al zijn gebrokenheid.

Begin van het evangelie van Jezus, schrijft Marcus. Maar het is ook het begin van het evangelie van Christus. Christus betekent Messias, gezalfde van God. Juist daar waar alles woest en dor geworden is, ontspruit weer toekomst. Als Jezus na de doop oprijst uit het water scheurt de hemel open. Dat betekent dat God verschijnt, God daalt op Jezus neer. De Geest daalt als een duif op Jezus neer. In het verhaal over Noach is de duif, na de zondvloed, op zoek naar nieuw leven. De duif komt terug met een takje. Hier daalt de Geest op Jezus neer en blijft in Jezus. Dan klinkt een stem uit de hemel. Net als in den beginne klinkt de stem van God. ‘Jij bent Mijn geliefde Zoon’. God zet geen streep door de geschiedenis, er is een nieuw begin.

Alles komt nu samen in deze Mens uit Nazaret. Een Mens dienend, helend en helpend. In Jeruzalem wordt Hij verworpen en uitgestoten, wij laten Hem kopje onder gaan in de dood. In het verhaal van Marcus zit eigenlijk alles in. Ondergang en verrijzenis en een visioen van de toekomst. Zijn doop laat zien wat gebeurt in het leven van elke dopeling: Gods toekomst ligt open. En elke keer klinkt het: Kind, jij bent Mijn geliefde, Ik ben blij met jou. Het is het begin van een blijde tijding voor u, voor jouen voor mij.

Na het amen van de preek wordt vers 2 van lied 526 gezongen. De dominee leest de namen van twee overleden gemeenteleden. De een is plotseling overleden. (vorige week zat ik nog achter hem in de kerk. Ik moet denken aan vier jaar geleden. Op deze dag, 7 jan., overleefde ik een hartstilstand). De dank- en voorbeden worden uitgesproken gevolgd door stil gebed en het gezamenlijk bidden van het Onze Vader. Hierna wordt de collecte gehouden en wanneer de drie kinderen en hun leidster weer binnen zijn wordt het slotlied, 422, gezongen.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.