Jaarwisselingsdienst

Twee diensten in een dienst. Op deze Oudejaarsavond worden de Oudejaarsdienst en de Nieuwjaarsdienst  samengevoegd tot Jaarwisselingsdienst. Morgen, op 1 jan. 2018, is er geen Nieuwjaarsdienst. Deze Jaarwisselingsdienst wordt op oudejaarsavond 31 december 2017, een zondag, in de Oosterkerk gehouden. De gaanderij in de kerk is afgezet en ook de twee zijvakken zijn niet toegankelijk, de rest van de kerk is goed bezet. Ik vraag me af of er nu meer kerkgangers zijn dan op een Oudejaarsavond die op een doordeweekse avond valt. Op deze zondag waren er twee diensten, een ochtenddienst en een avonddienst. Normaal zijn er op een zondag drie diensten. Jan Hordijk heet de kerkgangers welkom waarna de verzen 1 en 5 van Psalm 62 worden gezongen. Na stil gebed, bemoediging en groet geeft ds. Riemer Faber een toelichting op lied 511. Het is een gedicht van Dietrich Bonhoeffer die het schreef vlak voor de jaarwisseling van 1944/1945. Hij sloot het in bij een brief aan zijn moeder. Drie maanden later werd hij op bevel van Hitler opgehangen. Het lied laat de betrekkelijkheid van het leven zien en wat relaties met familie, vrienden en met God kunnen betekenen in iemands leven. Het is geen juichend lied, het laat zien wat er allemaal op je af kan komen in je leven. Bonhoeffer heeft ervaren dat zijn liefde is omgeven door de liefde van God. In dat vertrouwen heeft hij dat lied geschreven. De verzen 1,2,6 en 7 van lied 511 worden gezongen.

Na gebed wordt gelezen en gezongen uit Psalm 90. Eerst wordt vers 1 van Psalm 90 gezongen, daarna worden de verzen 2-9 gelezen, vers 6 wordt gezongen, de verzen 13-15 gelezen en tot slot wordt vers 8 gezongen. De volgende lezing is uit Openbaringen 21:1-6a waarna lied 513 wordt gezongen. Uitgangspunt voor de preek is Psalm 90 vers 1: ‘Heer, U bent ons een toevlucht geweest van geslacht op geslacht’. Het is een oude traditie om op de laatste dag van het jaar Psalm 90 te lezen. Het is een Psalm die gekenmerkt wordt door twee tegenstellingen. De vergankelijkheid van de mens tegenover de eeuwigheid van God en de schuldigheid van het schepsel tegenover de heiligheid van de Schepper. Het eerste thema wordt op deze avond breed uitgemeten want op 31 december beseffen we de vergankelijkheid van het leven. We maken de balans op. Voor de een zijn er goede herinneringen, de ander ziet terug op moeilijke en verdrietige ervaringen. Voor ons allen geldt dat het jaar voorbij is. Het roept gevoelens van weemoed op, we weten wat het jaar heeft gebracht.

Zo worden we bepaald bij het vlieden van de tijd. Psalm 90 spreekt er ook van. De mens wordt vergeleken met opschietend gras dat ’s avonds verdort. Toch is er een verschil. De gevoelens, die bij ons een eigen leven gaan leiden, worden hier in de lichtkring van Gods trouw getrokken. De Psalm is een gebed van Mozes uit de tijd dat het volk van Israël rondzwierf in de woestijn. De enige zekerheid die het volk had was dat de generatie die met Mozes uit Egypte was getrokken het beloofde land niet zou binnengaan. Vanuit die situatie schrijft Mozes dit gebed. Hij kijkt terug naar Wie God voor hem geweest is. Hij denkt aan de doortocht door de Schelfzee, aan de brandende braamstruik en komt tot de conclusie: ‘Heer, U bent ons een toevlucht geweest van geslacht op geslacht’.  Geen gevoelens van weemoed bij Mozes maar een belijdenis van de eeuwige trouw van God tegenover de vergankelijkheid van de mens.

Dit alles wordt nog dieper als je die andere tegenstelling in de Psalm mee bedenkt. De schuld van de mens tegenover de heiligheid van God. Met hun ongehoorzaamheid en hun ondankbaarheid had het volk de woede van God gewekt. Mozes schrijft: ‘Wij komen om door Uw toorn, door Uw woede bezwijken wij’. Toch durft Mozes God aan te spreken als een toevlucht. Mozes weet dat God een woning wil zijn voor Zijn volk. En waar verlang je meer naar als je dag aan dag rondzwerft in de woestijn. Het is dat vertrouwen dat  deze Psalm tot een Oudejaarspsalm maakt. Het vertrouwen op God, Die een eeuwige toevlucht wil zijn voor de vergankelijke mens. Een mens met tekorten die kansen om iets te betekenen voor God en voor de medemens voorbij heeft laten gaan. Een mens die mogelijkheden onbenut heeft gelaten. Op een dag als deze realiseren we ons dat. Maar daar hoeven we niet in vast blijven zitten. Ook daarin wil God voor ons een toevlucht zijn. Zoals Mozes al bad: ‘Bevestig het werk van onze handen’, zo mogen wij ons onvolkomen werk in Gods hand leggen. Want Hij is niet alleen de alfa maar ook de omega, het begin, maar ook het einde.

Zo komen we uit bij de woorden van Openbaringen, over God Die alles nieuw zal maken. We mogen ze horen als een belofte dat God aan het werk is in deze wereld. God is niet alleen de God van Adam, van het begin, maar ook van Abraham en van David, de vader van Jezus Christus. Hij heeft de wereld geschapen en heeft het daar niet bij gelaten. Want Hij verlaat niet wat Zijn hand begon. Ook voor ons wil Hij een toevlucht zijn. Midden in alle pijn en verdriet, in vertwijfeling en wanhoop mogen we eraan vasthouden dat God van al het zijnde oorsprong, het doel en zin is en dat Hij eenmaal alles zal voltooien. In dat vertrouwen mogen we het afgelopen jaar in Zijn hand leggen en mogen we het nieuwe jaar binnengaan. Oud- en Nieuwjaar staan in het teken van het feest dat we net gevierd hebben. In het Kind van Bethlehem mogen we Gods aanwezigheid en Zijn betrokkenheid op onze wereld en op ons leven ervaren. We mogen dit jaar afsluiten als mensen die niet zonder hoop zijn maar die de beloften van het Evangelie met zich meedragen. De beloften van een God die bij ons blijft en met Zijn liefde alles wat ons bezig houdt ten goede zal keren. Hoe ons leven er ook uitziet, wat we met ons meedragen aan verdriet en pijn, aan zorgen en angst, aan schuld en vervreemding, Hij wil zich over ons ontfermen en ons helpen er verder mee te komen. Moge ons dat vertrouwen geven en moed om te leven van uur tot uur, van dag tot dag, van jaar tot jaar.

Na het amen van de preek wordt lied 315 gezongen. De dominee leest de vier namen voor van hen die in de afgelopen week zijn overleden, de gedachtenis en de voorbeden hebben in de ochtenddienst plaatsgevonden. De dank- en voorbeden worden afgesloten met het Luthers avondgebed

Heer, blijf bij ons, want het is avond en de nacht zal komen.
Blijf bij ons en bij uw ganse Kerk aan de avond van de dag, aan de avond van het leven, aan de avond van de wereld.
Blijf bij ons met uw genade en goedheid, met uw troost en zegen, met uw woord en sacrament.
Blijf bij ons wanneer over ons komt de nacht van beproeving en van angst, de nacht van twijfel en aanvechting, de nacht van de strenge, bittere dood.
Blijf bij ons in leven en in sterven, in tijd en eeuwigheid. Amen.

Tot slot wordt lied 90a gezongen waarna de dominee de zegen uitspreekt.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Jaarwisselingsdienst

  1. Jan Schild schreef:

    Beste Tijme,

    Het deed mij goed dit verslag van de preek over psalm 90 te lezen.
    En ook

    We mogen dit jaar afsluiten als mensen die niet zonder hoop zijn maar die de beloften van het Evangelie met zich meedragen. De beloften van een God die bij ons blijft en met Zijn liefde alles wat ons bezig houdt ten goede zal keren.

    Zo wens ik jou en je echtgenote een Gelukkig Nieuwjaar.
    Vr. groet,
    Jan Schild

Reacties zijn gesloten.