De maandelijkse lunch van officieren en oud-officieren van de cavalerie in De Waag aan de Markt te Boxtel is met 29 deelnemers goed bezocht. Op de Markt is vandaag geen parkeergelegenheid, het plein wordt heringericht. De bestrating is opgebroken, kabels en leidingen worden verlegd. En ook een enkele plataan wordt van zijn plaats gehaald en krijgt een andere plek. Wanneer George Reuchlin en ik van de auto, geparkeerd bij de kerk, naar de Markt lopen is net een plataan uitgegraven en zit in de grijper van een kraan. De boom schuift misschien een meter op. Waarom?, vraag ik aan een werkman. Hij weet het niet, misschien staat de boom de toegang tot een pand in de weg. Het hele plein is een grote bouwput. Zal de renovatie van de Markt Boxtel opstoten in de vaart der volkeren? Maar is het simpeler en is deze openbare voorziening aan groot onderhoud toe.
De overgang van buiten naar binnen is groot. Direct na de entree komt de bezoeker van De Waag in de caféruimte. Het is er donker, de verlichting is schaars. Er zijn slechts ramen aan de Marktzijde en vanaf de Winterzaal komt gefilterd licht naar binnen. Hier gebruiken de wapenbroeders een aperitief. Tuur van der Pas geeft een rondje, nu eens niet omdat hij jarig is maar gewoon omdat een rondje aan de toog geheel in overeenstemming is met de gebruiken in een officiersmess. De sfeer is ideaal om een praatje met elkaar te maken. Over koetjes en kalfjes te praten maar ook even vragen hoe het met iemand gaat. Mensen die elkaar maandelijks en jaren achtereen ontmoeten hebben altijd wel wat tegen elkaar te zeggen. Na een uurtje gaan we aan tafel.
De Winterzaal is licht. Het plafond bestaat uit witte lakens die een glazen dak afschermen. Aan een wand hangt de VOC-vlag en daarvoor staat een cavalerie-sabel op een sokkel. Aan twee andere wanden hangen schilderijen. Kunstenaars kunnen hier gedurende een paar maanden hun werken exposeren. De wapenbroeders zoeken een plaats aan tafel op en blijven achter hun stoel staan. De huzarenmars klinkt en de tekst van het eerste couplet wordt uit volle borst meegezongen. Nadat iedereen is gaan zitten opent de voorzitter van dienst, Eric Puik, de tafel. Hij staat eerst stil bij het overlijden van Oscar Overbeek, een trouwe bezoeker van deze lunch die als commandant van 11 Tkbat ook wel eens gastvrijheid aan een eerdere vorm van deze lunchtafel verleende. De tafel oudste, Pieter Blussé, is absent, de voorzitter heet John Mantingh als plaatsvervangend tafel oudste welkom. De erevoorzitter, Dirk van Zuidam is present evenals drie ereleden: Rob Goldman, Rob Hiltmann en ik. Ben Doomernik, overste in actieve dienst, wordt welkom geheten en twee nieuwelingen. Nr. 267 is Ton Strik, Bgen bd, en nr. 268 Diederick van Berckelaer, oud res Ritm.
De voorzitter vraagt een moment stilte en geeft daarna het woord aan Onno van der Wind. Die zegt van ver gekomen te zijn. Hij komt eens per jaar meestal in gezelschap van Prof. Dr. Willem van Gulik, maar die is vandaag verhinderd. Niet hij maar zijn vader schreef de ‘Rechter Tie’ boeken. Dan krijg ik het woord. Ik zeg dat ik drie boeken heb gelezen maar ze niet zal bespreken. Van John Mantingh weet ik dat hij dan piano gaat spelen. in aug. jl. ben ik jarig geweest. Twintig dagen geleden ben ik geopereerd en kreeg een ICD upgrade. De oude ICD laat ik zien. ‘Dirk liet hem rondgaan’, hoor ik maar ik berg hem weer op. Ik voel me opgeknapt en het eerste glas wijn aan tafel is van mij. De eerste gang wordt geserveerd, een rijk gevulde runderbouillon.
De voorzitter laat een klein model van een Centurion zien. Iemand uit Boxtel heeft het hier gebracht en komt het na afloop weer halen. Daarop zegt George Reuchlin dat hij ook zo’n model heeft. Dat zal hij de volgende keer meenemen en hier laten. George vertelt over zijn artikel in ‘Defilé’ van sept. 2018 over ‘De betekenis van de muziek tijdens de Eerste Wereldoorlog’. Uit het artikel van 19 pagina’s stipt hij slechts, en dat in een paar minuten, enkele onderwerpen aan. De muziek die opwekt tot de strijd, maar die met ‘It’s a long way to Tipperary’ al begint te twijfelen aan een frische und fröhliche Krieg. Er zijn componisten van klassieke muziek gesneuveld. We kennen ze niet, ze waren jong en hadden nog nauwelijks werken geschreven. Ik had het voorrecht om het artikel onderweg te kunnen lezen. George heeft me vanmorgen opgehaald en naar Boxtel gereden. Halverwege gaf hij mij het artikel ter lezing en ik heb het boeiende artikel met genoegen gelezen. Het zilverenkistje gaat rond waarin iedereen zijn of haar bijdrage voor de lief en leed pot kan leggen. Van de andere kant komt het presentieboekje.
Het hoofdgerecht is witvisfilet met aardappelpuree, rucola en een heerlijke saus. De onderlinge gesprekken worden voorgezet, het is de typische sfeer van kameraden die hun gesprekken na een onderbreking voortzetten. Een toetje met een zoetje komt op tafel. Er meldt zich nog één spreker: George Reuchlin. Hij zal het niet over muziek hebben. Hij releveert de reünie 100 jaar SROC. Toen hij nog op de SROC zat zou hij de allermooiste baan voor een kornet krijgen: Adjudant van de divisiecommandant, generaal Hollert. Maar Hollert gaf de pijp aan Maarten en werd opgevolgd door een artilleriegeneraal die een artillerie kornet wilde. Toen stelde George een advertentie op: ‘Veelbelovende kornet zoekt een generaal om samen op aangename wijze de dienst door te brengen’ en plaatste die in de Defensiekoerier. Dat kwam uit en George moest op appèl komen bij schoolcommandant Voges. Die gaf hem licht arrest en zei vervolgens: ‘En nu de kamer uit voordat ik in lachen uitbarst’. Aan het slot van de tafel vraagt de voorzitter nog om een moment stilte en geeft een ieder vrij in de beweging. Velen drinken nog een kop koffie of veroorloven zich een andere versnapering.