Niet vangen maar opvangen

In de dienst in de Oosterkerk gaat voor ds. Wim Everts, Joop Ormel bespeelt het orgel en Erik Bekkers is de koster. Ik haal bij hem een liturgie. Elke zondagmorgen ligt er in elk kerkgebouw waar een dienst wordt gehouden een tiental exemplaren van de liturgie. Op het scherm staat voorafgaande aan de dienst een welkom met de medewerkenden aan deze dienst. Er is een medewerker voor het bedienen van de beamer, in een kerkgebouw met beamer hoeven bijbels en liedboeken niet mee te worden genomen. Ook is er iemand die Kerkbeeld bedient. Met Kerkbeeld kunnen zij die thuisblijven via internet de dienst volgen. Hoeveel mensen zouden dat doen? Ad Doornink zegt het woord van welkom en leest de mededelingen. De opbrengst van de collecte tijdens de dienst is voor ‘catechese en educatie’. Dat zal wel voor de landelijke PKN zijn, denk ik, want is er lokaal nog wel catechisatie?

Na bemoediging en groet, het zingen van enkele liederen en twee gebeden kijkt de dominee om zich heen of er kinderen in de kerk zijn. Die zijn er niet. Ja, we zijn allemaal kinderen van God. Maar kinderen voor de kindernevendienst zijn er niet. Die zijn in deze diensten steeds zeldzamer. Er zijn twee Schriftlezingen. De eerste is uit Jesaja 6:1-8, de roeping van Jesaja, de tweede is overeenkomstig het oecumenisch leesrooster uit Lukas 5:1-11, de wonderbare visvangst.

De verkondiging begint met het navertellen van het verhaal in Lukas 5. De hele nacht hebben ze gevist, maar de netten zijn leeg. De netten worden schoongemaakt. Even verderop staan mensen die luisteren naar die rabbi, een zekere Jezus van Nazareth. De menigte komt dichterbij de vissers. Bij Simon gekomen blijft Jezus staan. Jezus gaat in een van de boten staan en spreekt de mensen toe. Jezus raakt de mensen in het diepst van hun bestaan. Misschien hebben de woorden van Jezus ook op Simon een onuitwisbare indruk gemaakt. Als Jezus is uitgesproken zegt Hij tegen Simon: ‘Vaar naar diep water en gooi jullie netten uit om vis te vangen’. Dat vinden ze vreemd. Vissen doe je niet op klaarlichte dag en ook niet in diep water. Toch is Simon bereid dat te doen. Wonderlijk wat er dan gebeurt. Een school vissen zwemt in de netten. Zoveel dat twee boten zo vol zijn dat ze bijna zinken. Ze zijn verbijsterd. Simon valt voor Jezus neer en roept: ‘Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens’.

Wonderlijk. Waarom zegt Simon dat? Hij is toch in moreel opzicht geen slecht mens? Nee, dat is hij niet. Simon beseft hoe diep de ontmoeting met Jezus hem geraakt heeft. Hij ervaart een grote kloof tussen zijn oude door zonde getekend bestaan en het nieuwe bestaan dat in de ontmoeting met Jezus aan het licht is gekomen. Simon Petrus vraagt zich af hoe hij kan bestaan in het licht van dit nieuwe. Daarom de reactie van verzet: ‘Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens’. Dit doet denken aan wat eeuwen geleden werd gesproken door de profeet Jesaja. In een visioen zag hij iets van Gods heiligheid, macht en verhevenheid. Ook voor Jesaja overweldigend en hij riep uit: ‘Wee mij! Ik moet zwijgen, want ik ben een mens met onreine lippen’. Pas toen een engel zijn lippen met een gloeiende kool reinigde, toen pas was hij bereid om profeet te zijn. Toen zei hij op de roepstem van God: ‘Hier ben ik’.

Net als Jesaja wordt ook Simon geroepen. ‘Wees niet bang, voortaan zul je en visser van mensen zijn’. Hoort u het? Het is geen vraag van Jezus. Ook geen oproep en zelfs geen aansporing. Nee, het is een vaststelling. Jij bent het, jij bent een visser van mensen. Met overmacht heeft Jezus ingegrepen in het leven van Simon Petrus. Zonder te vragen stapte Hij in zijn boot, zonder tegenspraak te verwachten gaf Hij hem de opdracht naar diep water te gaan. En nu dat woord tot Simon: ‘Voortaan zul je een visser van mensen zijn’. Simon wordt niets gevraagd en hij hoeft geen antwoord te geven. Simon doet het gewoon. Wat betekent het ‘visser van mensen’ te zijn? Vissen horen in het water, op het droge overleven ze niet. Bij ons is dat andersom. In Bijbelse verhalen worden mensen altijd opgevist uit het water. Zoals Noach en de ark. Door het water van de zondvloed heen gered. Mozes in het biezen mandje door het water van de Nijl heen gered. Of het volk Israël gevlucht uit Egypte en op weg naar het beloofde land. Ze moeten door het water van de Rode Zee. En Jona, op de vlucht voor zijn roeping, is terecht gekomen in het water van de zee en wordt gered door een grote vis.

In de Bijbelse verhalen worden de mensen uit het water opgevist om te mogen leven. Mensen vangen is niet hun vrijheid ontnemen, maar het is mensen opvangen. Als schipbreukelingen uit het water opvissen. Simon moet naar het diepe water gaan. Het diepe water is in de Bijbel het doodsgebied, waar geen leven mogelijk is. Simon moet mensen vissen uit diep water. Dat is redden. Zo zag ook Jezus zichzelf. Hij zocht de diepste plaatsen op van het menselijk bestaan om mensen daar van hun nood te redden. Jezus is gegaan door het diepste water van de dood om ons te redden. Hij heeft ons geroepen om ook vissers te zijn en mensen te helpen. Mensen die overspoeld zijn door verdriet. Om mensen weer vaste grond onder de voeten te geven.

Simon en de beider broers, Jacobus en Johannes, trekken hun boten op het land en laten alles achter en volgen Jezus. Wat hen bewogen heeft, wordt niet verteld. Ze konden zich niet onttrekken aan de roepstem van Jezus. Iets van binnenuit raakte hen diep. Het is hetzelfde wanneer je iemand liefhebt. Het overkomt je, je kunt het niet verklaren. Het raakt je van binnenuit. Zo is het met de liefde, zo is het met het geloof. Als je gevraagd wordt waarom je gelooft, dan kun je alleen maar zeggen dat je weet dat er meer is dan je met je ogen kunt zien en met je verstand kunt beredeneren. Geloven is weten dat er nog een andere werkelijkheid is, de werkelijkheid van God. Waarom je gelooft? Je weet je aangesproken van binnenuit, het overkomt je. Zo was het bij Simon en bij Jacobus en Johannes. Ze konden er zich niet aan onttrekken. Zo was het ook met de profeten. Met Jesaja en je kunt ook denken aan Jeremia die tegen God zei: ‘Uw woord is mij te machtig geweest’. Dat is geloven, het is niet een daad van jezelf, het overkomt je. Je kunt niet anders.

Simon en de anderen geven gehoor aan Jezus woord en de netten raken vol vissen. Het staat er als een belofte. Als wij gehoor geven aan Zijn roepstem dan krijgt het leven zin en betekenis. De boot van Simon is het beeld van de kerk. Jezus predikt het Woord van God vanuit de boot, zo is de kerk de plaats waar Gods woord verkondigd wordt. Zo is ook de kerk geroepen naar het diepe water te gaan. Om daar te zijn waar mensen lijden aan de nood van de wereld. Wij allen zijn geroepen. Net als Jesaja die zei: ‘Hier ben ik’. Dat besef van geroepen zijn kan er ineens zijn zoals bij Jesaja en Simon. Het kan ook een geleidelijk proces zijn. Dan kom je tot de overtuiging: Dit wordt er van mij gevraagd, dit is mijn taak. Hier ben ik, hier wil ik voor staan. Dan mag je ervaren dat je leven zin en betekenis krijgt. Simon, Jacobus en Johannes kwamen terug met lege netten. Het is een beeld van ons bestaan. Die leegheid kan er ook zijn in ons leven, de zinloosheid die we soms ervaren. In de ontmoeting met Jezus verdwijnt de leegheid, ons leven krijgt zin en betekenis. Ons leven wordt vol van geloof, hoop en liefde.

Na het amen kondigt de dominee het zingen van lied 838 aan. Tot nu toe steeds bekende liederen gezongen. Eén onbekend lied mag er wel bij (hilariteit). Het is een heel mooi lied over roeping. Er is een mededeling van overlijden van drie leden van de gemeente waarna ‘Neem Heer mijn beide handen’ gezongen wordt. De dank- en voorbeden worden uitgesproken gevolgd door stil gebed en het Onze Vader. Tijdens de collecte zijn de mededelingen te lezen op de schermen. De verzen 1,2,4 en 5 van lied 836 worden tot slot gezongen waarna de dominee de zegen uitspreekt.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.