Vertrouwen in kwetsbare situaties

In de Oude Helenakerk heeft vanmorgen koster Arjen Timmers het druk. Uit de consistorie haalt hij enkele malen liedboeken die hij uitdeelt aan de gasten, vakantiegangers, in ons midden. Ina Nagel verwelkomt de kerkgangers. De voorganger is ds. Hendrik Jan Zeldenrijk en de organist is Gerard Wesselink. Na het zingen van de verzen 1,2,3,5 en 7 van lied 280 spreekt de dominee bemoediging en groet uit. Van Psalm 25 worden de verzen 2 en 4 gezongen. De dominee licht het gebed toe. Eerst spreekt hij een kort gebed uit waarna als gebed alle verzen van lied 1010 worden gezongen. De dominee ziet in de kerk meer grote mensen dan kinderen. Ze zijn er wel en mogen naar voren komen. Het zijn er vijf die met leidster Gerdienke naar een zaaltje in Elim gaan. De Bijbellezing is uit 1 Koningen 16:29 tot 17:6 waarna Psalm 121 wordt gezongen.

De dominee begint zijn verkondiging met te zeggen dat we hebben gebeden en gezongen om vrede. Elke dag zijn er berichten over oorlog en ellende. Soms is het teveel voor ons. Of het nu in het groot is, Syrië, of in het klein, in ons eigen leven, er gebeurt altijd onrecht. Er is geweld en er is haat. En soms is er iemand die zegt: Het moet ophouden. Dat gebeurt niet alleen nu, maar gebeurde ook in het verleden. Het is iets van alle tijden. Ook in de Bijbel komt die oproep om met het geweld te stoppen voor. Achab is 22 jaar koning. Zo op het oog succesvol. Hij is ook sluw. Hij trouwde met Izebel, een dochter van de koning van Sidon. Zo vergrootte hij zijn invloed. Achab voerde de Baäl cultus in, God had afgedaan. In de verdere verhalen zijn de gevolgen te merken, er is extreem geweld. Het gaat fout, zo erg is het nog niet geweest. Dat moet stoppen. Wie durft? Uit het niets is er Elia. Hij zegt tegen Achab: ‘Zo waar de Heer leeft, de God van Israël, in wiens dienst ik sta, de eerstkomende jaren zal er geen dauw of regen komen tenzij ik het zeg’.

Het is een bekend verhaal, velen kennen het. Het is verteld of gelezen in de kinderbijbel. Het oordeel dat Elia komt aanzeggen staat er zomaar. Maar je moet het maar durven. Waar komt het vertrouwen vandaan dat hij dat durft? Vertrouwt Elia zo op God dat hij dat durft? Het leven van mensen kent moeilijke momenten, mensen zijn dan kwetsbaar. In welk verband je ook bent, familie, vrienden, werk of anders, je kunt het gevoel hebben dat jij het moet zeggen. Zo’n gevoel moet Elia ook gehad hebben. Hij zegt het oordeel aan maar moet ook bang zijn geweest. Waar vindt je in die kwetsbaarheid kracht en vertrouwen? Elia moet er wel wat voor doen. Hij moet naar wadi Kerit, aan de overkant van de Jordaan. We moeten niet over deze zinnetjes heen lezen. Gods steun komt je niet zomaar aanwaaien, je moet er wat voor doen. Heeft dat met ons leven te maken? Het in je leven actief open willen stellen voor de ervaring van God.

We hebben vaak de neiging om ons in het geloof passief te gedragen. We geloven in God, maar dan houdt het wel op. Er zijn perioden in je leven dat je niet verder komt dan dat. God is er wel in je leven. Wat betekent dat? Het is iets dat je terdege bewust bent maar het blijft te ver weg. Hoe groot is je bereidheid om in je leven God te ervaren? Wil je er wat voor doen? Vaak geven we onszelf te weinig tijd om ons te verwonderen en ons af te vragen hoe God in ons leven bezig is. Een moment om je te verwonderen. Mensen deden dat vaak op vaste tijden. Bij het opstaan, bij de maaltijd of voor het naar bed gaan. Een stil moment, een moment om er bij stil te staan dat God bezig is in je leven. Zo’n moment valt gemakkelijk weg. De dominee ziet het om zich heen en merkt het ook in eigen leven. Hoe houdt je die momenten vast? Om de tijd te nemen om dankbaar te zijn voor wie God voor ons wil zijn. Dat moet een plaats krijgen in ons leven op het moment dat je nu leeft.

Zo is het bij Elia gegaan, zo mag het bij ons gaan. In onze vreugde en verdriet, maar ook in de keuzes die we maken. Situaties waarin je je afvraagt: Moet ik het nou zijn die zegt dat het moet stoppen? Ook in die situaties wil God er voor ons zijn. Als dat een plek krijgt in ons leven dan kunnen we zoveel meer dan we ooit hadden gedacht.

Na het amen van de preek wordt lied 834 gezongen. Er is een afkondiging van overlijden van twee leden van de gemeente waarna de verzen 2,5 en 7 van lied 972  worden gezongen. De dank- en voorbeden worden uitgesproken met stil gebed er tussen. Na de collecte worden alle verzen van lied 416 gezongen en na de zegen wordt lied 425 gezongen.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.