Bij de Huzaren in Reblochon

De 232e bijeenkomst van de Brabantse lunchtafel van de Vereniging Officieren van de Cavalerie vindt plaats in restaurant ‘Reblochon’ in Haaren. Deze mededeling behoeft enige toelichting. De uitbaters van ‘De Waag’ in Boxtel konden het met de eigenaar van het pand niet eens worden over de voorwaarden voor huurverlenging en vonden in Haaren een pand om hun horecabedrijf voort te zetten. Ze noemden het ‘Reblochon’. Dat was nog voor Corona in het land was. De zaak ging open en na de eerste lockdown weer dicht, de lunchtafel kwam enige tijd niet bij elkaar. De geleidelijke versoepelingen van de maatregelen lieten toe dat de wapenbroeders eind mei op het terras de lunch mochten gebruiken. Vandaag  wordt het aperitief gebruikt op het terras achter het restaurant, de lunch wordt binnen genuttigd. Aan tafel geldt nog de anderhalve meter regel.

Op het terras staan grote zwarte parasols. De vorige keer boden ze bescherming tegen de regen, vandaag dienen ze om de gasten te beschermen tegen de stralen van de zon, die maar niet wil doorbreken. Het aperitief duurt ongeveer een uur. Elise, samen met Jurgen de uitbater van Reblochon, en Wies brengen de drankjes rond. Wies is een nieuw gezicht. Dat ik er ben is voor velen een verrassing. Ik zou vandaag gekatheteriseerd worden, maar dat is vervroegd en heeft op 15 juni plaatsgevonden. Ik ben er flink van opgeknapt. Er zijn 24 wapenbroeders aanwezig, het maximaal aantal toegestane deelnemers. Binnen zitten we aan 7 tafels. Drie ronde tafels aan elk waarvan 4 deelnemers zitten. Dan zijn er 3 vierkante tafels waaraan 2 lunchgenoten mogen plaatsnemen en is er 1 tafel voor zes eters. De eetzaal heeft een L-vorm. In de lange poot van de L is de toog geplaatst.

Rob Hiltmann is president van dienst. In zijn openingswoord, na het staande zingen van het Huzarenlied, heet hij speciaal welkom Harm de Jonge, oud-voorzitter van de VOC, Hans van Beek en Geert Snellen leden van het bestuur van de VOC, de drie ereleden: Rob Goldman, Hans Snip en ik, en diverse vertegenwoordigers van de tafels uit Den Haag en Rotterdam. John Mantingh krijgt het woord. Hij biedt het eerste glas wijn aan, a.s. zaterdag hoopt hij 86 te worden. Onze tafeloudste, Pieter Blussé van Oud Alblas heeft zich verontschuldigd, Rens Sol is gevallen en vandaag gaat de bezeerde knie door de MRI. Rens Stoop heeft een nieuwe heup gekregen en Huub Bindels is geopereerd aan zijn kaak. Ik vertel over de geslaagde plaatsing van een stent in mijn linker kransslagader en vertel over mijn revalidatie. Daar is een mooi woord voor. Een ieder kent het verschil tussen stabiliseren en destabiliseren. Onlangs verscheen een nieuw woord: sensibiliseren. Voor mij geldt dat ik in de komende tijd moet desensibiliseren.

Rob Hiltmann vraagt om een moment stilte voor gebed en contemplatie. Het voorgerecht komt op tafel. Panna cotta met gemarineerde zalm, coquille en gamba antiboise van tomaat. Niemand vraagt of krijgt het woord zodat de wapenbroeders zich onderling met elkaar verstaan. Tegenover mij zit Hans Steenmetz die vertelt over hoe hij achterhaalt de details van individuele soldaten die, bijvoorbeeld, gesneuveld zijn in de meidagen van 1940. Er is tegenwoordig zeer veel op internet te vinden. Als vrijwilliger is Hans verbonden aan het Oorlogsmuseum Overloon. Ik maak enkele foto’s en probeer de sfeer in de ruimte te proeven. De volgende keer moet ik de flitser meenemen, er is overal tegenlicht. De sabel en trompet staan op een bijzettafel, de wapenkist links ervan. De VOC-vlag hangt voor een raam recht tegenover de plek van de sabel. Tuur van der Pas loopt een keer naar een andere tafel om even wat te zeggen. Verder is er weinig onderlinge beweging. Door de nog bestaande regels hangt er nog een Corona-sfeer. Bij een cavalerie-lunch hoort de sfeer van camaraderie en esprit de corps.

Het hoofdgerecht komt op tafel. Roodbaars met zeekraal en lamsoor, tomaat, aardappelslaatje met botersaus. Hans Steenmetz vertelt over zijn naspeuringen naar de oom van Jan Lakeman die tijdens de Tweede Wereldoorlog is omgekomen. Daarvoor is hij samen met Jan geweest in Bad Arolsen geweest. Daar ligt ook de oorsprong van de ‘dragondragers’ binnen deze lunchtafel. In het museum aldaar stond een model van een Ulaan met een weitas aan zijn schouder. De riem van die tas ligt over een van de schouders. Daarover een lus die dragon wordt genoemd. Het verhaal doet me denken aan de originele leren weitas die ik heb, maar op de ganzenjacht niet handig is. Tuur van der Pas geeft het tweede rondje. Wat hij niet vertelt is dat hij in juni echt verjaart. Zes jaar geleden vierden we zijn 75e verjaardag in Berkel-Enschot op 20 juni.

Het nagerecht bestaat uit warme chocoladetaart met vanille-ijs en aardbei crème. Stef Laarman vertelt over de battlefield tours die hij met Rob Hiltmann organiseert over de slag tussen de Georgiërs en de Duitsers op Texel in mei 1945. Dat doet hij zo’n vijf a zes keer per jaar voor leden van de VOC. Hij verzamelt boeken over deze strijd. Onlangs ontving hij een verzoek van 1GNC om er een voor dit Duits/Nederlands legerkorps te organiseren. Hij moet zijn grapjes dan wel aanpassen. Om kwart voor drie dankt de president van dienst de aanwezigen voor hun komst en geeft een ieder vrij in de beweging.

Waar komt het woord ‘reblochon’ vandaan? De reblochon stamt uit de 13e eeuw in de Haute-Savoie. De geschiedenis van de naam van de kaas ligt in het feit dat in die tijd de alpenboer een proportioneel deel van zijn melk moest afstaan aan de eigenaar van de weide. Dat was een abdij. Wanneer de eigenaar kwam, dan werd het vee niet volledig gemolken. Na inlevering van de verplichte hoeveelheid en na het vertrek van de controleurs werd het vee opnieuw gemolken (reblocher) en van die melk werd de reblochon gemaakt.  Zie de Franse Wikipedia

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Cavalerie. Bookmark de permalink.