Goed zorgen voor wat je is toevertrouwd – actie voor de voedselbank

In de hal van de Zuiderkerk staan drie diakenen gereed om kleine pakketjes in ontvangst te nemen. Pakketjes met voedsel bestemd voor de Voedselbank Oost-Achterhoek. De kerkgangers is gevraagdIMG_5517 om voedingsmiddelen mee naar de kerk te nemen. Bij voorkeur rijst, spaghetti, macaroni, koffie, blikgroenten, tandpasta, shampoo of zeep. Het is de eerste keer dat aan de kerkgangers dit gevraagd wordt. In het vorige nummer van Kerkvenster is de Voedselbank-actie van de diaconie aangekondigd, het is een paar weken geleden ook genoemd bij de mededelingen tijdens een kerkdienst.IMG_5520 Vele kerkgangers hebben iets meegenomen, maar lang niet alle. Misschien hebben sommigen het vergeten, of kijken even wat het wordt. Het is een goede actie, echt het werk dat bij de kerk hoort. Bij mijn werk als visitator kom ik het ook tegen. In sommige kerken bruist het van de activiteiten, mede door een voedselbank te organiseren. Misschien is er in de Zuiderkerk ruimte voor een verzamel- en uitgiftepunt. In de kerkzaal zien de kerkgangers een presentatie van het werk van de Voedselbank. Waarom een Voedselbank? Omdat er mensen zijn die niet genoeg geld hebben om voedsel te kopen. Dat is wanneer het leefgeld, voor eten en drinken, kleding en sociale contacten, per maand minder is dan € 180 voor een 1persoonshuishouding plus € 60 voor iedere extra volwassene en € 50 voor ieder kind tot 18 jaar. Een gezin van 2 ouders en 2 kinderen heeft dan per persoon per dag € 2,80 te besteden. Dat is een eerste reden. Een andere reden van de Voedselbank is omdat goed voedsel niet weggegooid moet worden. Dat is eten dat verkeerd is verpakt, kort houdbaar is, de verkeerde kleur heeft en waarvan teveel is gemaakt. Het voedsel komt, landelijk, via een regionaal distributiecentrum in Arnhem, van locale supermarkten, van locale bakkerijen en bedrijven, van moestuinen en van inzamelingsacties. Met een inzamelingsactie van de Protestantse Gemeente Aalten is dus vanmorgen een zeer bescheiden begin gemaakt. Er volgen nog 16 sheets die het werk van de Voedselbank laten zien. In 5 gemeenten in de Oost-Achterhoek zijn 12 uitgiftepunten. Een voedselpakket is bedoeld als aanvulling op de boodschappen. Er worden 360 voedselpakketten per week verstrekt, bij de Voedselbank zijn 95 vrijwilligers betrokken. Zie ook www.voedselbankachterhoek.nl In een streek waar het gemiddelde inkomen per hoofd der bevolking 10 tot 20 procent onder dat van het landelijk gemiddelde ligt is een voedselbank geen overbodige voorziening. De presentatie van de 24 sheets wordt een paar keer herhaald, er klinkt kort klokgelui om aan te kondigen dat de dienst begint. Ouderling Johan Elburg heet de kerkgangers welkom, het openingslied is psalm 25 vers 6 en 7, waarna bemoediging en groet door ds. Wim Everts wordt uitgesproken. Organist Hans te Winkel begeleidt vanmorgen de gemeentezang, koster Ger-Jan Voerman zorgt ervoor dat de dienst goed verloopt en Simon Everts zit achter de laptop om de beamer aan te sturen. De dominee legt het liturgisch bloemstuk uit.IMG_5524 Er wordt een poort uitgebeeld –  Jezus reed door een poort Jeruzalem binnen. In de poort staat een hoeksteen die dragend is, er liggen druiven. Vanmorgen gaat het over een wijngaard, wijngaard – het beeld voor Israël. Van het 40 dagen lied worden drie verzen gezongen. Aan de kinderen die naar de nevendienst gaan vraagt de dominee of ze wel eens iets geleend hebben van een ander. Er komt niet direct antwoord en de dominee probeert: ‘Doen jullie dat niet?’ Een kind heeft wel eens wat van zijn zus geleend. De dominee vraagt of de kinderen wel eens op een dier van een ander gepast hebben. Op de hond of op een konijn. Als je dat doet, moet je er goed voor zorgen. Daar gaat het vanmorgen ook over, over goed zorgen voor wat je is toevertrouwd. Elf kinderen gaan achter het licht, aangestoken aan de paaskaars, naar een andere ruimte in het kerkgebouw. Lector Jan Hordijk leest twee Bijbelgedeelten, eerst Jesaja 5:1-7 en dan Matteüs 21:33-46. Zijn overdenking begint de dominee met te zeggen dat toen God de wereld maakte, Hij wilde dat het leven op aarde goed zou zijn. God plaatst de mens in een tuin, de Hof van Eden.. Zo heeft God de aarde bedoeld, als een paradijs. God verwacht veel van de mensen. Jesaja spreekt erover in termen van een geliefde en zijn wijngaard. Die wijngaard is het volk van Israël. Het beeld van een wijngaard komt vaker voor in de Bijbel. Het eerste dat Noach doet na de zondvloed is het planten van een wijngaard. De verspieders die naar het beloofde land gaan treffen druiven aan, daar is het goed. In het Hooglied vraagt de bruid aan de bruidegom om mee de wijngaard in te gaan waar ze hem zal beminnen.  Ook Jesaja spreekt over een wijngaard. God doet er alles aan dat de wijngaard goede vruchten voortbrengt, dat zijn vruchten van schoonheid, waarheid en recht. Maar de wijngaard brengt wrange vruchten voort. De woorden van Jesaja lijken op het eerste gezicht een liefdeslied, maar het is een aanklacht tegen alle onrecht die er is. Het leven beantwoordt niet aan Gods bedoelingen. De wijngaard staat voor heel de wereld, voor alles wat de mensen van de aarde gemaakt hebben. Door toedoen van de mensen is de Schepping in grote nood geraakt. Uitputting en milieuvervuiling, oorlogen en onderdrukking, dat is ver van Gods bedoelingen. In Matteüs zijn er goede vruchten in overvloed, nu zijn het de wijnbouwers die verkeerd doen. Het lijkt alsof de landheer, dat is God, afwezig is. De mens ziet zijn kans schoon om zich op te werpen als de heerser over de aarde en gaat zitten op de troon die alleen God toekomt. De mens verwaarloost zijn dienende taak. Waar alles draait om het eigen ik en om materiële dingen gaat het ten koste van Gods Schepping. De landheer verheugt zich op de vruchten van de wijngaard, op de vrucht dat wij God de eer geven en goed zorgen voor wat Hij ons heeft toevertrouwd. De wijnbouwers denken er anders over. De wijnbouwers sloegen de eerste knecht, doodden de tweede, en stenigden de derde. De Heer geeft niet op, hij stuurt nog eens knechten, de wijnbouwers doen hetzelfde met hen als met de eerste knechten. Het is wonderlijk dat de Heer van de wijngaard zoveel geduld heeft. Dat is God die nooit opgeeft. Tenslotte stuurt God Zijn enige zoon, Zijn geliefde. De wijnbouwers zeggen: ‘Dat is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden en zo zijn erfenis opstrijken.’ Op dit punt breekt Jezus de gelijkenis af. Het verhaal dat Jezus hier vertelt is Zijn eigen leven. Toch eindigt het niet met de dood van Jezus. God heeft niet de daders gestraft, Hij heeft het omgekeerde gedaan. God wil niet de dood van mensen. Hij heeft Zijn geliefde opgewekt uit de dood. Het sturen van Zijn enige zoon is de laatste poging om de wereld voor zich terug te winnen. Wat beweegt God om zo te doen? Dat is Zijn eindeloze liefde voor deze wereld, Hij gaat tot het uiterste. In Zijn geliefde zoon geeft God zichzelf. In deze gelijkenis wil Jezus laten zien hoe ver die liefde gaat, een liefde die geen eind kent. Die ons oproept om van binnenuit te veranderen. Om zorg te dragen voor alles wat God ons in Zijn schepping heeft gegeven.IMG_5529 Na de dank- en voorbeden wordt de collecte gehouden en komen de kinderen weer binnen. De dominee zegt nog dat de 40 dagen tijd ook een tijd van vasten is, van sober leven. Er is ook aandacht voor de armen, de diaconie voert actie voor de voedselbank, de collecte in de kerk is daarvoor bestemd. Na afloop van de dienst is er gelegenheid om koffie, thee of frisdrank te drinken.  

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.