Binnenstaanders en buitenstaanders

In Kerkvenster wordt onder ‘Kerkdiensten Aalten’ vermeld dat in de Oosterkerk dr. N. Brunsveld uit Est zal voorgaan. Est in de Bommelerwaard is zijn woonplaats. De in 1981 in IJzerlo geboren religiewetenschapper is in dec. 2012 cum laude gepromoveerd op het proefschrift ‘The many faces of religious truth’ (‘De vele gezichten van religieuze waarheid’). Dit proefschrift is op internet kort samengevat in de woorden: Religieuze uitspraken kunnen wel degelijk waar of onwaar zijn’. Niek Brunsveld is medewerker van het bestuur en de bestuursstaf voor academische zaken van de Universiteit van Amsterdam. Bij binnenkomst staat er een overzicht van medewerkers aan deze dienst. Dat zijn organist Hans te Winkel, koster Theo Luiten, achter de beamer Joop te Paske en voor Kerkbeeld wordt gezorgd door Gerrit Hoftijser. Ouderling Rieke Aalbers heet de kerkgangers welkom en leest de mededelingen. Van Psalm 107 worden tot aan de verkondiging enkele verzen gezongen. In drempelgebed, bemoediging, groet en kyriëgebed spreekt de voorganger God aan met Eeuwige en Ongrijpbare. ‘Ongrijpbare, grijp ons aan’. Er komen vijf kinderen naar voren. De dominee vraagt of ze een licht meenemen. Een kind steekt het aan en de dominee wenst ze veel plezier.
Voor de lezingen zegt de voorganger dat gelezen wordt uit Job 30. Een gedeelte midden uit de klaagzang van Job over zijn lot. Job is altijd gelukkig geweest maar hier ziet hij de dood in de ogen. Net als in Markus 4 dat ook gelezen zal worden. Jezus ligt in de boot te slapen en zijn discipelen zien de dood in de ogen. Ze staan in de kring van Jezus maar stellen zich de vraag: Wie is nou die Jezus? Als je verder af staat zie je dat misschien beter. Van Job 30 worden de verzen 14-28, 38 en 1 gelezen. Uit Markus 4 wordt vers 35 tot 41 gelezen. De voorganger begint met het schetsen van een gezin dat ‘u bekend voorkomt’. Vader en moeder, een zoon en een dochter. Ouders die gewend zijn naar de kerk te gaan. Hun familie en vrienden zijn ook kerkelijk, met beide benen staan ze in de kerkelijke traditie. De zoon is naar de christelijke school geweest. Hij hoefde geen psalmen en gezangen uit het hoofd te leren, zong wel liederen uit de liedbundel. Als hij twintig is heeft hij er nog een vage herinnering aan. Toen de dochter naar school ging was de christelijke school opgeheven, zij is naar de openbare school geweest. Daar werd ook verteld over andere religies. Toe ze twintig was, was daar ook bij haar weinig van overgebleven. De ouders gaan nog naar de kerk, de kinderen niet meer. Wat betekent dat? Dat ze niet meer naar de kerk gaan en niet meer geloven. Hoe kan ik hen overbrengen wat voor mij van onschatbare waarde was?
In de tijd van Jezus zagen sommigen in Hem de nieuwe wereld. Ze sloten zich aan bij de Jezus beweging. Dat was een scheidslijn tussen hen die zich wel of niet aansloten. In die tijd sloten de kinderen zich aan, de ouders niet. De vragen tussen toen en nu zijn niet zo verschillend. Waarom sluit ik me wel aan en mijn kinderen niet? Wat betekent het geloof voor mij? Waarom betekent het voor anderen zo weinig. En als het zo weinig voor anderen betekent, betekent het dan wel wat? Het Markus evangelie is het vroegste evangelie. De auteur van het Markus evangelie heeft de verhalen over Jezus voor het eerst bij elkaar gebracht. Hij liet zien wie de eerste christenen waren. Eerst in Galilea, dan gaat Jezus op weg naar Jeruzalem om zijn laatste grote werk te verrichten: de kruisiging. Dan het lege graf. Door zijn wonderen overtuigt Jezus de mensen dat God zelf in Hem aan het werk is, dat het Koninkrijk van God in Hem aanwezig is. Petrus zei ‘Ja, Hij is ook Zoon van God’’ . Later zegt een Romeinse soldaat bij het kruis van Jezus hetzelfde. De discipelen zijn altijd bij Jezus. Maar telkens weer laten ze zien dat ze niet begrijpen wie Jezus is. De lezer ziet het wel aankomen, wij zien het onbegrip van de discipelen. Daardoor gaan wij het beter verstaan. Als lezer wordt het ons steeds duidelijker dat in Jezus Gods koninkrijk is aangebroken. Daardoor worden we van buitenstaander een groep binnenstaanders.
In het Evangelie zijn er ook binnen- en buitenstaanders. De discipelen behoren tot de binnenstaanders. Sommige van hun ouders zijn buitenstaanders. Ook wordt duidelijk dat een buitenstaander een groot geloof kan hebben, zoals de Romeinse soldaat bij het kruis van Jezus. Als binnenstaander kun je gebrek aan geloof hebben, een klein geloof. Zoals de discipelen die niet weten dat Jezus macht heeft over de storm. Zoals Jona in de vis, is Jezus aan boord als in een vis gegaan. Jezus is groter dan Jona, Hij heeft macht over Jona. De discipelen zien hun eigen rol ook niet. Met Jezus komst hebben zij ook macht over de storm. Ze zouden hebben moeten zien wat de komst van Jezus voor hun leven betekent. De Romeinse soldaat weet wie Jezus is. Markus maakt in zijn evangelie duidelijk dat er buitenstaanders zijn met een groot geloof, dat er binnenstaanders zijn die nog zoekende zijn. Volgende week staat op het leesrooster het verhaal over de vrouw die Jezus aanraakt. De discipelen zeggen dat in de massa mensen dat gauw gebeurt. Maar Jezus weet dat iemand Hem aanraakt die weet wie Jezus is, die in Hem gelooft. De discipelen maken dat onderscheid nog niet. Het onderscheid tussen hen die de weg van Jezus gaan maar niet tot de groep behoren.
Het gezin waar het in het begin over ging is er een van velen. Voor alle leden van dat gezin geldt de boodschap: heb ik het wel goed gezien, heb ik het wel begrepen. Zien alle leden van het gezin dat er met Jezus komst een nieuwe wereld is aangebroken? Een wereld waarin geen pijn, geen honger, geen ellende is. Als ouders weten dat die wereld is aangebroken en daaruit leven, hoe ga je dan met elkaar om? Ook de kinderen kunnen die nieuwe wereld werkelijkheid maken. Ook zij kunnen genezen, bevrijden, mensen er weer bijbrengen. Laten we die oproep van het Markus Evangelie ter harte nemen. Dat in Jezus Gods wereld aanbreekt. Laten we zelf mensen genezen en stormen tot bedaren brengen. Laten we zo leven dan gaat wie twijfelt wel met ons mee. Na het amen van de preek wordt lied 352 gezongen. Er is een mededeling van overlijden van twee gemeenteleden waarna volgen dankgebed en voorbeden en stil gebed afgesloten met gezamenlijk Onze Vader. Tijdens de collecte verschijnen de mededelingen op het scherm. Er is ook een bericht bij over een avond over Soweto, a.s. woensdagavond in de Pol, met Joop en Wil Lensink. Zij zijn hier in Nederland, ook omdat ze 50 jaar getrouwd zijn. Het laatste lied dat we zingen is lied 838 waarna de zegen volgt. Na afloop kan er koffie, thee of fris worden gedronken.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.