David spaart Saul

In de Oude Helenakerk hangt de hitte van de afgelopen dagen nog. De deuren staan tegen elkaar open, de koelte van deze zondagmorgen kan voor enige verfrissing zorgen maar het is niet voldoende. Vanmorgen is er alleen in dit kerkgebouw een kerkdienst van de Protestantse gemeente te Aalten. De banken zijn goed gevuld met kerkgangers. Marlies Heideman heet de kerkgangers welkom. De voorganger is ds. Hendrik Jan Zeldenrijk, de organist is Gerard Wesselink en Frans Ratering doet dienst als koster. De verzen 1 en 3 van Psalm 84 worden gezongen, votum en groet volgen waarna van lied 1010 de verzen 1 en 3 worden gezongen. Na het gebed om ontferming worden de verzen 1,2 en 3 van lied 935 gezongen en mogen de kinderen naar voren komen. De dominee zegt dat Astrid (de leidster) bijna gewonnen heeft. Ze verwachtte 7 kinderen, het zijn er 6. De kleinste mag het lichtje dragen en gaat voorop naar gebouw Elim. Dan komt er een moeder met haar kind uit de banken en brengt het ook naar de nevendienst. Het zijn er toch nog 7 en de kerkgangers belonen de schatting van Astrid met applaus.

De dominee licht het te lezen Bijbelgedeelte toe. David is beloofd dat hij koning zal worden maar hij moet steeds vluchten voor koning Saul. Hij leest 1 Samuël 24. De dominee richt zich tot de koster. ‘Ik zeg nu iets waar u misschien niet vrolijk van wordt. Sta ik hier bovenop de kansel en word ik afgeleid door de tocht.’ De deuren worden dichtgedaan. ‘Misschien ben ik de enige die last heeft van de tocht’, zegt de dominee. (Zou best kunnen, de kansel is een paar meter hoog en de dominee is al zonder jasje aan de dienst begonnen). Dan leest de dominee nog Johannes 13:35, ‘Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn’. De verzen 7 en 8 van lied 906 worden gezongen. De dominee kijkt de kerk rond en vraagt of er ook vakantiegangers zijn. Die zijn er. Hij wijst op de volle kerk en misschien vraagt u zich af of er hier niemand van de kerk afgaat. Nee, zegt de dominee – op enigszins ondeugende toon.

‘Wat is geloven?’, zo begint de dominee zijn verkondiging. Het is meer dan erbij horen of naar de kerk gaan. Iedere week naar de kerk gaan maakt je nog geen gelovige. Net zoals regelmatig naar McDonalds gaan je geen hamburger maakt. Geloven is een manier van leven. In het leven van alle dag de vraag stellen wat God zou willen dat ik nu doe. In de Bijbel komen we mensen tegen die zich dat nadrukkelijk afvragen. Zo’n verhaal hebben we gelezen. David vraagt zich af wat God zou willen dat hij zal doen. David zou koning worden maar hij wordt opgejaagd door Saul en moet vluchten. Op een dag zit David met zijn mannen achterin een grot. Dan komt Saul binnen, alleen. Saul is kwetsbaar. Maar Saul wordt nog kwetsbaarder als hij zijn behoefte doet. De mannen van David zeggen: Nu moetje hem pakken.

De dominee komt mensen tegen die precies weten wat God wil. Dat loopt meestal verkeerd af. Ook in het gelezen verhaal is de verleiding groot. Maar David doet het niet, hij snijdt alleen een stuk van Sauls mantel af. Dan vindt er heel wat anders plaats. Een ontmoeting tussen Saul en David, bijna liefdevol en intiem. De deuren gaan open, er is toenadering. Wat een verhaal. Wat doen wij in soortgelijke situaties? Slaan wij erop, slaan we de deuren dicht? Hoe gaan wij met het geloof om? Stelt u zich de vraag wat God zou willen dat u zult doen? Velen zeggen: nu even niet en parkeren hun geloof. Davids doet het goed en rekent met God. Misschien kunt u zich het verhaal herinneren toen het u als kind is voorgelezen. We kennen ook een ander verhaal waar David God er buiten houdt. Het verhaal over een mooie naakte badende vrouw. David was inmiddels koning en had de macht te doen wat hij wilde en houdt God er buiten. In ons leven gaat het er niet precies zo aan toe als bij David maar we weten wel wanneer we rekening houden met het geloof en wanneer we God er buiten houden.

De Bijbel is een mooi boek, je vindt er een levend geloof en een geparkeerd geloof in. In het Nieuwe Testament is Jezus het voorbeeld van het leven met God. Het onderricht aan zijn leerlingen kent een kernzin: ‘Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn’. Deze woorden leren je of je werkelijk op Gods weg zit of niet. U zult zelf wel de ervaring hebben of u God bij uw leven betrekt. Of er in de manier waarop je leeft sporen van liefde te bekennen zijn. Wat wil God dat je doet? Dat er liefde te zien valt. Niet alleen voor God maar ook voor je medemensen en niet alleen voor mensen die je mag.

Na het amen van de preek worden alle verzen van lied 838 gezongen. Er volgt een mededeling van overlijden van drie leden van de gemeente waarna de verzen 1 en 2 van lied 753 worden gezongen. De dank- en voorbeden worden uitgesproken gevolgd door stil gebed en het gezamenlijk bidden van het Onze Vader. Tijdens orgelspel vindt de collecte plaats, de kinderen komen weer binnen en tot slot worden de verzen 1 en 2 van lied 723 gezongen waarna de dominee de zegen uitspreekt.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.