Nikodemus en de Geest

In de Oude Helenakerk gaat vanmorgen voor ds. Hendrik Jan Zeldenrijk. Bij binnenkomst speelt Joop Ormel op het orgel, rustige en stemmige muziek. Jan Hordijk verwelkomt de kerkgangers, ook ‘de gasten in ons midden’ – hoeveel zouden dat er zijn? Van Psalm 62 worden de verzen 1 en 2 gezongen en na stil gebed spreekt de dominee bemoediging en begroeting uit. Na het zingen van de verzen 1 en 5 van lied 280 spreekt de dominee een gebed uit waarna lied 985 wordt gezongen. De dominee kijkt rond of er kinderen in de kerk zitten. Koster Arjen Timmers heeft er een met een hele mooie jurk gezien. Er komen twee kinderen bij de dominee. ‘Zijn jullie zusjes?’ ja, dat zijn ze. Dan komt er nog een meisje. ‘Waar kom jij vandaan?’, laat de dominee zich ontvallen. Hij vraagt of de zusjes weleens ruzie hebben. ‘Krijgen jullie ruzie als ik het lichtje aan een van jullie geef?’ Dat krijgen ze niet en de dominee geeft het lichtje aan de kleinste. De dominee leest Johannes 3:1-16 en zegt dat het gaat over de Geest. Het is verhaal over het gesprek tussen Jezus en Nikodemus. Hierna worden de verzen 1 en 2 van lied 841 gezongen.

De dominee begint zijn verkondiging met te zeggen dat hij veel gesprekken met mensen mag hebben over het geloof. De mensen verwachten dat ook hoewel het niet meer zo vanzelfsprekend is als vroeger. Maar de dominee heeft gelukkig dat voorrecht nog wel. De mensen vinden geloven moeilijk. Op dingen om ons heen kunnen we de vinger niet leggen, er gebeurt teveel om ons heen. Geloven is niet gemakkelijk. De Bijbel zegt dat we de Geest nodig hebben. Ook in de Bijbel is geloven niet gemakkelijk. Dat blijkt ook uit het verhaal dat vanmorgen gelezen is. Farizeeën zijn heel gelovige mensen, denk je. Ze willen leven met God. In de verhalen staan ze vaak recht tegenover Jezus. Ook in het verhaal dat vanmorgen gelezen is.

Het is een prachtig verhaal. Eerst is het een dialoog en het eindigt in een monoloog van Jezus. Het gaat om de vraag of je als gelovig mens durft niet te begrijpen. Jezus zegt dat om bij God te komen je geboren moet worden uit de Geest. Dat is de Geest waar vorige week bij stil is gestaan, de Geest van Pinksteren. Als die Geest bij je komt verandert er wat in je leven en wordt je gestuurd naar plekken waar je anders niet gekomen was. Je verstand kan er niet bij. Je kunt nog zo gelovig zijn, je kunt nog zoveel weten, maar er ontbreekt iets. Dat is wat je verstand te boven gaat. Jezus vertelt over liefde en redding en over die wonderlijke weg om dat te verwezenlijken. ( De dominee wacht even voor hij verder gaat, er is iemand onwel geworden). Jezus vertelt ook over de weg die Hij zal gaan. Dat loopt uit op de bekende woorden: ‘Alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, op een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe’. Nikodemus wordt uitgedaagd om alles los te laten, zijn activiteiten, al zijn kennis. Niet zelf het geloof grijpen, maar om het te laten gebeuren, om zelf gegrepen te worden.

Wat doen wij? Proberen wij het krampachtig vast te houden of laten we het ook gebeuren? Dat is moeilijk voor ons, want wie wil niet zelf de regie over zijn eigen leven houden? Wil je open staan voor die werkelijkheid van boven, wil jij je laten grijpen door de Geest van God? Die ook voor u en mij iets wil betekenen in ons leven. Je redt het niet alleen met je verstand, je moet het geloof een levende kracht laten zijn. Je verstand is niet genoeg. Dat er een moment in je leven komt dat je zegt tegen God: ‘Ik kan het niet alleen, ik kan het alleen met U, als ik me alleen door Uw Geest laat meevoeren’. Heeft u dat moment weleens gehad? Dat je dan tot meer in staat bent dan je ooit had gedacht. Dat vertrouwen, ik doe het niet alleen, ik doe het met Gods Geest. Dat kan veel zijn. Mensen dragen dingen met zich mee die vreugde in het leven in de weg staan. Met Gods Geest kun je blokkades doorbreken.

Gods Geest wil je in een ruimte plaatsen die veel groter is dan je dacht, in omstandigheden waar rust en zekerheid zijn. Ook al snap ik er niks van, ik vertrouw op U Heer, we doen het samen. In de afgelopen week las de dominee eer rouwadvertentie. Er stond op: ‘Kan niet, bestaat niet’. Dat is mooi. ‘Die moet ik noemen in de preek’, dacht de dominee. De overledene moet iets van de Geest van God ervaren hebben. Durft je ook te geloven in wat je niet kunt beredeneren. Dat kan zoveel ruimte geven in je leven. Dat je zingt: ‘God in den hoog’ alleen zij eer en dank voor zijn genade …’

Na het amen van de preek wordt lied 302 gezongen. Er is een afkondiging van overlijden van twee leden van de gemeente waarna de verzen 2 en 3 van lied 982 worden gezongen. Hierna volgen de dank- en voorbeden, stil gebed en het Onze Vader. Tijdens de collecte speelt Joop Ormel een mooi stuk op het orgel, de kinderen komen weer terug in de kerk. Na het zingen van lied 705 spreekt de dominee de zegen uit dat wordt beaamd door het zingen van lied 425.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.