De tweejaarlijkse bijeenkomst van de Reünievereniging Vrienden van 43 Tankbataljon RHvS (Regiment Huzaren van Sytzama) is ook een bijzonder jubileum. Het is vijfentwintig jaar geleden dat het bataljon werd opgeheven. Dat was inning van het vredesdividend. Na de val van de muur stortte de Sovjet Unie in elkaar, viel de vijand uit de koude oorlog weg en kromp Nederland het leger in. Er is duidelijk meer belangstelling voor deze reünie dan voor de vorige. Bij de wacht van de Bernhardkazerne in Amersfoort laten de oudgedienden elkaar al fotoboeken zien. De manschappenkantine, gebouw R, loopt goed vol. Rond 160 wapenbroeders kan voorzitter Bert Kraaikamp, Lkol bd, begroeten. Kol Kees Koek, de Regimentscommandant, wordt begroet, evenals de adj. bd Wil Bouwmans die Regimentsaanspreekpunt wordt genoemd. (Het ware beter te spreken van Regiments Assistent). Voorts vertegenwoordigt Louis de Matter, adj. bd, de Reünievereniging oudgedienden 11 Tankbataljon RHvS. Ook Eric Puik, Lkol bd, wordt als voorzitter van de Stichting Regiment Huzaren van Sytzama welkom geheten. Leo Burgers, Ritm bd leest de namen van 13 overledenen. Daaronder mijn vroegere bataljonscommandant, eskadronscommandant en een huzaar van mijn peloton. De aanwezigen staan bij het noemen der namen en nemen twee minuten stilte in acht.
Bert Kraaikamp heeft nog een paar mededelingen. Omdat het een reünie met een randje is, is er voor een ieder een presentje. De ‘Stichting Regiment Huzaren van Sytzama’ heeft voor de deelnemers een set Manchetknopen en de Reünievereniging heeft een ‘Saamhorigheidspin’ met het logo van 43 Tkbat laten maken. ‘Tot zo lang de voorraad strekt’, roept Wil Bouwmans en begint direct met de verstrekking van de presentjes. Een lange rij vormt zich. Sommigen kijken naar mijn grijze haren maar ik noem de 88jarige Willem Mezger, Lkol bd, de 87jarige Dik Huijts, Bgen bd. Ik zie ook Jo Thomas, Bgen bd en oud directeur van het Museum de Nederlandse Cavalerie. Ook jhr. Harm de Jonge, Genmaj bd en voorzitter van de VOC, is aanwezig. Ik maak een praatje met diverse wapenbroeders die ik zie aan een van de lunchtafels van de VOC. Ik heb een nieuwe regimentsdas nodig. Men weet mij te vertellen dat er geen meer zijn in het museum en dat de zaak F.G. van den Heuvel in Den Haag is verkocht. Toch loop ik even naar het museum. De regimentsdas van Sytzama is niet meer te koop. Bert Schoemaker, Lkol bd en waarnemend directeur van het museum, zit in een hoek van de museumwinkel. Hij is herstellend van een zware Whipple-operatie. Herstel zal nog wel enige tijd vergen. Hij legt me uit wat een dergelijke ingreep inhoudt. Teruglopend naar gebouw R bedenk ik hoe ik aan nieuwe das kan komen. Eric Puik vindt dat geen probleem. Hoe meer versleten, hoe beter.
Ik maak een praatje met iemand die alleen aan een tafeltje zit. Wim de Graaf heeft in ’66 en ’67 voor zijn nummer in ’t Harde bij het bataljon gediend. Heshusius was bataljonscommandant. Net voor mijn tijd, ik diende van eind jun ’68 tot begin juli ’69 bij het bataljon. Er heer, strak in het pak, komt naar ons toe en spreekt me aan. Of ik burgemeester ben geweest. Ja, dat klopt. Rikus Jager stelt zich voor: Hij is burgemeester van Westerveld. ‘Wat heb je daarvoor gedaan?’, vraag ik. Bij het Parket van Justitie in Groningen gewerkt, is lid van de gemeenteraad van Appingedam en Tweede Kamerlid voor het CDA geweest, al snel zijn we aan de praat. Wim de Graaf heeft voor de VVD in de raad van Groningen gezeten. Hij heeft de crisis rond burgemeester Hans Ouwerkerk en korpschef van politie Veenstra als raadslid meegemaakt. Genoeg gespreksstof. Met Guus Kullberg, tafelgenoot van de lunch in Joppe, wil ik op de foto. Henk Knoppers maakt kiekjes, eerst bij een Centurion en dan bij een Leopard. Op beide tanks heb ik gereden, Guus alleen op een Leopard. Om vijf uur staat de blauwe hap in het restaurant klaar. Eugen Daemen, Lkol bd, is mijn tafelgenoot. Hij zit ook weleens de Eemlandlunch voor. Dan zoek ik Rikus Jager. Ook met hem ga ik op de foto, een burgemeester en een burgemeester bd. Na de maaltijd staat er een kop koffie klaar in gebouw R.