De graankorrel

In de Oosterkerk klinkt trompetgeschal wanneer ik binnenkom. Hans te Winkel, op het orgel, en Martine Winkelhorst, trompet, slagen erin om een feestelijke sfeer te scheppen. ‘Het is hier druk’, zegt de vrouw die naast me in de bank komt zitten. De kerk is goed bezet op deze vijfde zondag in de 40dagentijd. Ook nu weer staan alle medewerkers aan deze dienst op de twee schermen, links en rechts van de preekstoel. Voorganger is ds. Hendrik Jan Zeldenrijk, de nevendienst zal worden geleid door Ineke Kraaijenbrink en Johan Scholl, de koster is Erik Bekkers, voor een rechtstreeks verslag op internet via Kerkbeeld zorgt Leo Postma en de beamer wordt aangestuurd door Erwin Rademaker. Ouderling Eddy Kämink verwelkomt de kerkgangers en zegt enkele mededelingen. Van lied 287 worden 3 verzen gezongen waarna stil gebed, bemoediging en groet volgen. De dominee spreekt de tekst bij het liturgisch bloemstuk. Een foto ervan verschijnt op het scherm. Omdat de dominee langzaam de tekst uitspreekt is te volgen wat met de tekst wordt bedoeld. Lied 845 wordt op de melodie van psalm 86 gezongen, de dominee gaat voor in gebed waarna het projectlied ‘Met open handen’ wordt gezongen.
De kinderen mogen naar voren komen. De dominee heeft de kaars al aangestoken en kijkt de kinderen aan, zij wachten op wat komen gaat. ‘Ik zou zo graag willen weten wat jullie nu denken’, zegt de dominee. Er verschijnt een plaat op het scherm, de projectplaat voor deze zondag. ‘Wie van jullie is de vorige zondagen ook in de kerk geweest?’ Dat is er wel één. Die weet ook wie dat meisje in de treincoupé is. Eefje. ‘Naar wie is ze op reis?’ Naar opa, die reis duurt zes weken. ‘Wat heeft die man (ik zie een vrouw) tegenover haar in zijn handen?’, vraagt de voorganger. Het antwoord komt snel en compleet: ‘Een vaas met een bloembol’. Dat antwoord verrast de predikant. ‘Heb je het verhaal gelezen?’ Het antwoord is niet te horen, maar wat de jongen gezegd heeft is wel goed. Bij goed kijken naar de plaat is van een bruine vlek in de vaas een bloembol te maken. ‘Wat doe je met die bloembol?’, vraagt de dominee. ‘Die stop je in de grond en dan komt er een bloem uit’. De dominee zegt prompt: ‘En jij komt op televisie’. De kerkgangers luisteren geboeid naar dit tafereel voorin de kerk. Ik vraag me af of ik het allemaal wel goed gehoord heb, maar vertrouw op Kerkbeeld waar het nog eens terug te zien en horen is. Dat valt tegen. Wanneer ik naar de plek van Kerkbeeld op de website van Kerkvenster ga en de dienst van vanmorgen aanklik volgt de mededeling dat ‘dit een privé opname is en deze is niet publiekelijk beschikbaar’. Nou daar moet ik het meedoen, voor het vervolg heb ik ook op Kerkbeeld vertrouwd. Niet terecht dus. De dominee gaat verder met zijn uitleg. Stop je die bloembol in je broekzak dan gebeurt er niks. Maar stop je de bol in de grond, dan komt er na enige tijd een bloem uit. Net als een graankorrel. Als je die in de grond stopt brengt die veel graankorrels voort. De kinderen zullen daar een verhaal over horen. Twaalf kinderen gaan naar de nevendienst.
De dominee kondigt aan uit Johannes 12:20-33 te lezen. Hij wijst op de volgorde. Vlak ervoor vertelt Johannes over de intocht van Jezus in Jeruzalem. De tekst van het te lezen Evangeliegedeelte verschijnt op het scherm zodat de kerkgangers dat kunnen meelezen. Na het zingen van lied 978 begint de dominee aan zijn verkondiging. In het verhaal over de intocht in Jeruzalem vragen de farizeeën zich vertwijfeld af: ‘Kijk maar, de hele wereld loopt achter hem aan’. En in het gelezen verhaal gebeurt het weer. Er zijn Grieken naar Jeruzalem gekomen en die willen Jezus graag zien. Wat is Hij populair. En dat is Hij gebleven. Tot in alle uithoeken van de aarde. ‘Nou wil ik Aalten geen uithoek noemen’. Hoe is dat zo gekomen? De mensen zagen een man die in zijn manier van doen, zijn manier van praten, zijn genezingen, niet eerder hadden meegemaakt. Wie weet wat er nog meer staat te gebeuren. Een inspirerende figuur. Een figuur zoals er in de wereldgeschiedenis wel meer zijn geweest. Is er meer te zeggen? In dit verhaal helpt Jezus daarbij. Hij zegt: De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven’. Vaak zei Hij: ‘Mijn uur is nog niet gekomen’, maar hier zegt Hij dat wel. Dan zegt Hij de woorden over de graankorrel. ‘Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht’. Deze woorden zegt Jezus om een stapje verder te gaan dan te zeggen: Wat een inspirerende figuur.
Jezus vertelt het ons ook om de betekenis te snappen van de dingen die gebeurd zijn. Dat stapje verder, dieper, is een moeilijke stap om te volgen. Is het alleen inspirerend? Het goede voorbeeld doen? En wat dan? Jezus is gekruisigd, gestorven en begraven. Einde verhaal. Hierover geeft Jezus een totaal onverwacht inzicht. Hij vertelt over de graankorrel. Die sterft in de aarde en brengt dan veel vrucht voort. De dominee stopt met spreken, neemt een paar slokken cola en zegt dat hij slecht bij stem is. Hij is gisteravond bij een optreden van Frans Bauer geweest. (Gisteravond in Winterswijk – maar raak je daar slecht bij stem van?). De dominee maakt er een praatje over met de kerkgangers. ‘Wie is er nog meer geweest?’ De dominee kijkt rond, ik merk geen reactie. ‘Is er niemand geweest?’ Kennelijk niet, de dominee gaat verder met zijn preek. Na één generatie zijn er al veel christen gemeentes. Hoe was dat mogelijk zonder tv-spotjes, zonder facebook, zonder Youtube etc.? Jezus kon het bij leven al duiden, had het inzicht hoe dat kon en vertelde het verhaal van de graankorrel.
Hebben wij dat inzicht ook? Inzicht in ons eigen leven? Hoe kijk je naar het geloof? Zijn het voor jou mooie verhalen of is het de grond van je bestaan? De dominee spreekt over de dreiging van de dood die velen voelen. Over het leven dat rauw kan zijn vol pijn en verdriet. En in de wereld om ons heen zien we hoe grimmig het is. Oorlog en terreur is aan de orde van de dag. We leven in de 40dagentijd. Voelen we wat Jezus gevoeld moet hebben toen hij de weg ging die hij is gegaan? Of leven we met de gedachte dat Jezus volgens een vooropgezet plan dit er wel even bij heeft gedaan? Maar Jezus had wel degelijk angst, misselijk makende angst. De verleiding is er geweest om het voorbij te laten gaan. Jezus voelde zich verlaten. Misschien zegt u: ‘Dominee u zegt dit te vroeg’ en wijst u op de Hof van Getsemane. Maar in het gelezen gedeelte staat het ook. ‘Nu ben ik doodsbang. Wat moet ik zeggen? Vader, laat dit ogenblik aan mij voorbijgaan? Maar hiervoor ben ik juist gekomen’. Daarin wordt Jezus bevestigd. Er klinkt een stem uit de hemel. ‘Ik heb mijn grootheid getoond en ik zal mijn grootheid weer tonen’. De graankorrel sterft en brengt veel vruchten voort.
De dominee realiseert zich dat gelovige mensen worstelen om inzicht te krijgen in hun leven. Maar er komt geen stem uit de hemel, ik ken die mensen. Maar toch, we kunnen niet anders dan het elkaar voor te houden. Dat ook wij ons mogen vastklampen aan die belofte: ‘Jij bent niet alleen’. Het gaat om inzicht. Om inzicht dat het over dit leven heen goed komt, maar dat ook in dit leven dit inzicht er moet zijn. Jezus gebruikt het woord dienen. Als je beseft dat God goed is voor de mensen, betekent dat ook dat je goed bent voor elkaar. Je moet niet gericht zijn op jezelf of op het kleine groepje om je heen. Het gaat ook om omzien naar andere mensen. God die goed is voor mensen leert ons om goed te zijn voor elkaar.
Na het amen van de preek is er orgelspel met trompetmuziek. Het lied ‘Mijn Jezus , ik houd van u’ wordt gezongen waarna er twee korte filmpjes van Kerk in Actie worden vertoond. Het eerste is een algemeen filmpje over het project, het tweede over5.000 uitgeprocedeerde asielzoekers in Utrecht die ‘er niet mogen zijn’. In Villa Vrede wordt voor enkelen, waaronder Aya, gezorgd. Na de dank- en voorbeden volgt orgel- en trompetmuziek (beloond met applaus), wordt de collecte gehouden, komen de kinderen weer binnen en zijn de mededelingen op het scherm te lezen.
Lied 536 is het slotlied waarna de dominee na het uitspreken van de zegen de kerkgangers heenzendt. Dan is er weer orgel- en trompetmuziek en laat de beamer op de schermen Martine Winkelhorst met trompet zien waarvoor ze nogmaals applaus krijgt. Bij de uitgang komt een koude windvlaag naar binnen. De winterjas moet weer aan worden getrokken.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.