Wat doet Pinksteren met U?

Orgel en trompet zorgen voor een feestelijke stemming. Joop Ormel, organist, en Henk Jan Radstaak, trompet, geven een klein concert voorafgaande aan de dienst in de Zuiderkerk op de morgen van eerste Pinksterdag. Ds. Hendrik Jan Zeldenrijk laat zich ook nog even zien terwijl de kerkgangers binnenlopen. Hij is gekleed in een mooi driedelig pak, kijkt even rond, maakt een praatje en bevindt alles in orde. De beamer wordt bediend door Ruben Bussink en koster Ger-Jan Voerman zorgt ervoor dat de dienst goed kan verlopen. Jan Gussinkloo is de ouderling die de kerkgangers namens de kerkenraad welkom heet. Bij de uitgang wordt er gecollecteerd voor de zending en na afloop van de dienst is er gelegenheid om koffie, thee of een glaasje fris te drinken. Wanneer de dominee vraagt of de kinderen die naar de nevendienst gaan bij hem willen komen ontstaat er een kleine schare voor de preekstoel. ‘Goedemorgen’, zegt de dominee. Hij kijkt om zich heen en luistert. Warempel, er is een kind dat goedemorgen terugzegt. ‘Heel goed’, krijgt het als compliment. Pinksterfeest, wat is dat voor feest? De dominee zegt ‘Hoe is het ook al weer. Kerst, wat is dat voor feest?’ De kinderen weten het antwoord: ‘Jezus is geboren’. En Pasen? Nu zwijgt de menigte stil. Een kind steekt haar vinger op: Jezus is gestorven. De dominee verbetert. Dat was een paar dagen daarvoor, met Pasen vieren we dat Jezus is opgestaan. En vandaag is het Pinksteren, wat is dat voor feest? Daar komt geen antwoord op van de kinderen. Hoe zal ik dat uitleggen. Hij stelt een vraag aan twee kinderen. ‘Geloven jullie dat jullie vader in de kerk zit?’ ‘Ja’, klinkt het duidelijk. ‘Waarom geloven jullie dat?’ De beide kinderen antwoorden: ‘Omdat hij ons naar de kerk heeft gebracht’. De dominee: ‘Nou ken ik jullie vader. Die heeft jullie naar de kerk gebracht en is met dit mooie weer gaan fietsen’. Dat geloven de beide kinderen niet. ‘Kijk maar eens om, zien jullie je vader?’ Ja die zien ze en de dominee vraagt of de vader wil gaan staan. Dan vraagt de dominee aan de kinderen of ze geloven dat de Here God en de Here Jezus in de kerk zitten. Dat geloven ze. ‘Nou kijk maar eens om. Here God en Here Jezus willen jullie opstaan?’ ‘God en Jezus kun je niet zien, maar waarom geloven jullie dat ze hier wel zijn?’ Uit de kinderschaar komt een antwoord met als volgorde dat het in de kerk, door hun ouders en op school wordt gezegd. ‘Mooie volgorde’, vindt de dominee. ‘Dus als ik het zeg, geloven jullie dat’. ‘Meestal wel’, zegt een kind. Soms moet je niet alles geloven wat er gezegd wordt, jullie vader of moeder denken ook wel eens: is het wel waar?  Wie zorgt ervoor dat je gelooft dat God altijd bij je is? Dat doet de Heilige Geest. 33 kinderen gaan achter het licht aangestoken aan de Paaskaars naar andere ruimten in het kerkgebouw. De dominee leest het Pinksterverhaal uit Handelingen 2:1-18, lied 686 wordt gezongen. Net voordat de dominee aan de verkondiging begint heeft hij zijn colbertjasje uitgetrokken en staat gekleed in vest en hemdsmouwen op de kansel. Met Pinksteren daalt de Geest die tot nu toe was verbonden aan het leven van Christus nu ook neer op zijn discipelen en op de mensen op aarde. Mensen krijgen de kracht om te geloven. Ze worden vernieuwd, zijn niet meer te stuiten en vertellen het verhaal van Jezus in ieders eigen taal. Petrus zegt dat ze niet dronken zijn, dat Jezus niet dood is, bij God is het leven sterker dan de dood. De Geest geeft ons levensadem en de moed om door te gaan. Alleen door de Geest ervaren we de aanwezigheid van God in ons leven. Ook u, ook jij gelooft toch al lang niet meer omdat ze vroeger thuis zeiden dat het waar was. Het is de Geest die je hart opent voor God en voor Jezus. De mensen horen over de grote daden van God in hun eigen taal. Ook horen ze het in hun eigen omstandigheden, ze horen dat het om hun eigen leven gaat. Hoe dat leven er ook uit ziet. Het kan zijn dat je leven beheerst wordt door een ziekte of door een ziekte van een vriend. Of het wordt beheerst door zorgen omdat je werkloos bent of omdat je niet meer rond kunt komen. Misschien worstel je met de ouderdom, dat je steeds meer van je zelfstandigheid moet opgeven en steeds meer hulp nodig hebt. Of dat je het leven niet meer de moeite waard vindt. Dat je leeft met heimwee of met pijn uit het verleden. Gelukkig kan het leven ook anders uitzien. Door succes, zorgeloosheid en voorspoed. Er zijn mensen die nog nooit gemis of tegenslag hebben ervaren. Pinksteren gaat over jouw leven, het gaat erom of jij je aangesproken voelt. Over de grote daden van God. Het gaat erom dat je dat verhaal in jouw leven en in jouw omstandigheden herkent, erkent en er wat van voelt. De Geest van Pinksteren die jou de essentie van het geloof wil geven. Dat is het verhaal van Jezus die zijn leven moest bekopen met de dood maar die de dood heeft overwonnen. Voelt u zich aangesproken door de taal van het geloof, wordt je er vertrouwd mee. Een taal van liefde en vergeving. Een taal waarbij mensen zich op elkaar betrokken voelen en elkaar opzoeken in plaat van elkaar in de kou te laten staan. Die taal van liefde en vergeving is onder ons niet vanzelfsprekend. Velen van ons zijn zeer aarzelend. Het geloof is geen zeker weten meer, maar zoeken en tasten en we zijn o zo voorzichtig. Ik geloof dat ik geloof, geloof … Treden we met ons geloof naar buiten? Praten we erover met onze kinderen en met onze kleinkinderen? Als jezelf al aarzelt? Toch is er Pinksteren geweest. Daarom zoeken we elke week naar woorden die het hart raken. Dat kan alleen als die Geest in ons midden is. Ik geloof het, anders zou ik het niet volhouden. Je ziet het in ervaringen van mensen onder ons en om ons heen. Het houdt mensen gaande en geeft hen moed. De Geest van God werkt onder ons. Ook werkt het voor hen voor wie het lijntje naar de kerk zeer dun is geworden. Zo blijven we spreken en zingen over de Geest die ons adem en moed geeft om de weg te gaan te gaan met God bij Wie het leven sterker is dan de dood. Lied 687 wordt gezongen, er is een afkondiging van het overlijden van een gemeentelid en de dank- en voorbeden worden uitgesproken. Alice Prinsen geeft een toelichting op de collecte bij de uitgang. De opbrengst ervan gaat naar het zendingswerk van de kerk in Pakistan. De christenen zijn een kleine minderheid maar een hechte geloofsgemeenschap. De kerk komt op voor de allerarmsten en de zwaksten. Bijv. voor meisjes die thuis moeten blijven, ze mogen niet naar school. De kerk van Pakistan vangt ze op in een internaat waar ze een opleiding kunnen volgen. Tijdens de collecte in de kerk komen de kinderen van de nevendienst weer binnen. Joop Ormel en Henk Jan Radstaak laten op orgel en trompet mooie muziek horen en krijgen spontaan applaus. Van lied 672 worden drie verzen gezongen. Na afloop van de dienst spelen de beide muzikanten weer een goed in het gehoor liggende melodie terwijl de kerkgangers zich naar de hal en zaal 1 begeven voor een kop koffie, thee of een glaasje fris.  

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.