Vreemdelingen en priesters

De voorganger in de dienst in de Oude Helenakerk, ds. Gerhard ter Maat, heeft in ‘Kerkvenster’, het kerkblad van de Prot. Gem. Aalten, een korte toelichting geplaatst over het thema van zijn overdenking. Hij heeft het boek van prof. Stefan Paas, ‘Christelijke missie in een postchristelijke omgeving’, gelezen. De hoogleraar gaat op zoek naar een antwoord op de vraag hoe de kerk van Jezus in deze tijd en in onze samenleving nog missionair kan zijn, terwijl weinig mensen in Nederland het christelijk geloof nog de moeite waard vinden. Een interessant thema, misschien is de kerk goed bezet. Dat valt bij binnenkomst tegen, er kunnen zeker nog wel meer dan honderd kerkgangers bij.

Voor het begin van de dienst klinkt er orgelmuziek, Gerard Wesselink is de organist. Ouderling Bram te Paske leest de afkondigingen waarna van Psalm 24 de verzen 1 en 3 worden gezongen. Na bemoediging en groet zegt de dominee dat we met het zingen van Psalm 24 beleden hebben dat heel de wereld en alles wat daarop is van God is. En dat de mensen naar de tempel gaan. Stefan Paas heeft een boek geschreven en zegt daarin dat we in deze wereld vreemdelingen en priesters zijn. Een van de taken van priesters is om God lof te zingen. Daarom zingen we van Psalm 135 het eerste vers. Na het gebed om vergeving van schuld wordt vers 10 van Psalm 135 gezongen. De dominee zegt daarna dat een van de stammen van Israël, Levi, de priesters leverde. Maar het volk van Israël zal dienen als priesters voor de hele wereld. In Exodus 19 draagt God Mozes op om aan het volk te zeggen: “Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken – want de hele aarde behoort mij toe.  Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk.” Vanmorgen gaat het erover dat we in een enerverende tijd leven. Velen kijken terug, maar we leven naar de toekomst. Er is Eén die ons voorgaat, Jezus onze Hogepriester.

De dominee maakt een praatje met vier kinderen die naar de nevendienst gaan. ‘Zijn jullie al op vakantie geweest of gaan jullie nog. Een jongen zegt op vakantie naar Denemarken te gaan. De anderen zeggen ook wat en één blijft thuis. Dat speekt de dominee aan, want hij en zijn vrouw blijven ook thuis. Dan vraagt de dominee aan de kinderen wat belangrijk is in het leven. Antwoorden heb ik niet verstaan, wel dat het vanmorgen in de kerk erover gaat en dat de kinderen er een verhaal over te horen krijgen. Lied 556:3 wordt gezongen en dient als gebed bij de opening van het Woord. Daarna volgen de lezingen. Dat zijn enkele verzen uit Jeremia 28 en 29, de profeet Chananja die zegt dat de weggevoerde Israëlieten na twee jaar uit ballingschap terugkeren en Jeremia die zegt dat Chananja een valse profeet is en dat het nog erger zal worden. Van Psalm 79 worden de verzen 1 en 5 gezongen. Dan worden uit 1 Petrus enkele verzen gelezen uit de hoofdstukken 1, 2 en 3 waarna van Psalm 118 de verzen 1 en 8 worden gezongen.

Als tekst voor zijn verkondiging heeft de dominee uit 1 Petrus de volgende woorden gekozen: “Van Petrus, apostel van Jezus Christus. Aan de uitverkorenen die als vreemdelingen verspreid verblijven in … U bent een koninkrijk van priesters …” Eén van de dingen waarvan ik als emeritus predikant geniet, is het voorgaan in verschillende kerken in het land. Van de contacten met de leiding van de kindernevendienst, met de organist, met de koster. En ik geniet ervan om te horen wat er in de loop van de week gebeurt in de kerk. Maar ik kom ook zorgen tegen, van Friesland tot Noord-Brabant. Die moet je niet wegduwen, maar benoemen. Zorgen kende het volk van Israël ook. Nebukadnezar staat met zijn troepen voor de muren van Jeruzalem. De elite van het volk is al weggevoerd waaronder de koning. Chananja, een profeet, wil het volk geruststellen. Binnen twee jaar zal alles weer bij het oude zijn, zegt hij. Maar Jeremia zegt wat anders. Het zal nog erger worden. Tegen Chananja zegt hij dat hij het volk veiligheid verschaft op grond van een leugen. Chananja krijgt enthousiaste reacties. En Jeremia? Na stokslagen gekregen te hebben belandt hij in de gevangenis. Elf jaar later staan de troepen van Nebukadnezar weer voor Jeruzalem. Nu wordt de stad wel verwoest en de mensen worden weggevoerd. Dat is iets om te onthouden voor de huidige tijd. Laten we ervoor waken om te zeggen dat alles wordt zoals het was.

De dominee kan alleen maar concluderen dat de secularisatie de hele westers samenleving beïnvloedt, er als het ware doorheen trekt. Zeker als we wat ouder zijn doet het ons wat. Want we houden van de kerk van Jezus. Wat er gaande is, roept vragen op als: God waarom gebeurt dit? Er is ook verdriet om mensen. Ze zaten in de ouderlingenbank, en ze laten zich niet meer zien. Onze kinderen gaan niet meer naar de kerk en de kleinkinderen zijn niet gedoopt. Waar gaat het om, wat is er gaande in onze westerse samenleving? Jeremia wekt geen valse hoop maar wijst een andere weg. Jeremia schrijft een brief en zegt daarin: “Bid tot de HEER voor de stad waarheen ik jullie weggevoerd heb en zet je in voor haar bloei, want de bloei van de stad is ook jullie bloei.” Deze brief wijst de ballingen een weg van geloof en hoop. Ook al is het crisis, God gaat een weg met ons. Dat geloven we en daarop vertrouwen we.

Ook als is het crisis, God gaat een weg met ons. Verlang niet meer terug zoals het geweest is, maar zet je positief in voor de wereld van nu. Jeremia benadert de wereld positief. De wereld om ons heen is niet alleen bedorven en slecht. De wereld en alles wat daarop is, is van God. Alle mensen zijn van God. Zie de crisissituatie als een roeping van God. Hoe kunnen we in deze situatie christen zijn? Zeventig jaar nadat het volk van Israël in ballingschap ging, is een klein gedeelte teruggekeerd. Maar het grootste deel is daar gebleven en is gaan leven in kleine groepjes. Die leefden sindsdien in de verstrooiing, in de diaspora. Kleine groepjes te midden van anderen. Zo worden de ballingen vruchtbare gelovigen. In de diaspora ben je gestrooid als zaad om vruchtbaar te worden als gelovige. Leven in de verstrooiing is het beeld dat Petrus gebruikt voor de eerste christenen. ‘Aan de uitverkorenen die als vreemdelingen verspreid in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bitynië verblijven…’  Net zoals de Israëlieten onder Nebukadnezar in ballingschap.

Dit toekomstbeeld van de kerk tekent zich af. Heel veel betrokken kerkmensen moeten daaraan wennen, ik ook. De dominee had een gesprek met een man. Die zei: ‘Daar waar het Woord zuiver verkondigd zal worden, daar zal de kerk groeien’. Toen vroeg de dominee: ‘Hoe denk jij over het optreden van Jezus? Eerst liepen de mensen in drommen achter Hem aan. Geleidelijk aan werd de schare kleiner. Tenslotte hing Hij alleen aan het kruis. Heeft Jezus het niet goed gedaan? In die Jezus geloven wij. Jezus werd niet geaccepteerd, net zoals vreemdelingen en vluchtelingen nu niet geaccepteerd worden. Toen Jezus jong was, wilde men Hem in de afgrond storten. Petrus noemt ons vreemdelingen. Wij zijn vreemdelingen geworden door ons geloof in Christus. Wij oriënteren ons op Hem. In Hem is het koninkrijk van God aangebroken. Daar mag het uitschot van de samenleving zitten op de eerste rij. Deze oriëntatie maakt ons tot vreemdelingen.

Petrus schrijft ook dat de volgelingen van Christus priesters zijn. Priesters zijn niet verbonden aan de grond, maar aan God. Zij leggen de schuld van de mensen bij God neer. Zij houden de lofzang gaande. Zo getuigen wij, in kleine groepen, van de hoop die in ons is. Valse hoop probeert vast te houden aan het verleden. Hoop wordt gevoed door de toekomst van Zijn koninkrijk op aarde. Door de eeuwen heen. Blijven we vasthouden aan zoals het was of durven we geloven in de toekomst. God gaat met ons Zijn toekomst tegemoet.

Na het amen van de preek worden de verzen 1,3 en 5 van lied 713 gezongen, volgt een afkondiging van overlijden van twee gemeenteleden waarna van lied 758 vers 3 wordt gezongen. Hierna volgen de dank- en voorbeden, stil gebed en het gezamenlijk bidden van het Onze Vader. Na de collecte wordt lied 968 gezongen en komen de kinderen weer binnen. De dominee zegt dat hij de priesterlijke zegen zal uitspreken die ook door de kerkgangers kan worden door gegeven.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Vreemdelingen en priesters

  1. Theo Derksen schreef:

    Ik lees het net en had dit er niet achter gezocht. Jammer dat ik het niet eerder gelezen heb. In ieder geval stond ik confuus. Wist niet eens dat het nog bestond. Maar goed, iedereen heeft zijn vrijheid, kan in dit opzicht (nog) doen en laten wat hij/zij wil. Prima toch, zo lang die geloofsgemeenschap mij daarmee niet lastig valt. En dat doen ze niet. Dus, ik zou zeggen, ga zo door. Voor mij totaal niet te begrijpen. Maar goed, ik respecteer het. Ieder het zijne.
    Met een groet,
    Theo

Reacties zijn gesloten.