Hoe nu verder in de visitatie?

Op de eerste zaterdag van oktober vindt de jaarlijkse bijeenkomst van visitatoren van de Protestantse Kerk Nederland plaats. Als alle huidige classes voorzien zouden hebben in het door de Kerkorde voorgeschreven aantal visitatoren zouden er 600 personen aan deze dag kunnen deelnemen. Ik schat de opkomst opimg_2997 ongeveer 100 deelnemers. Voor het eerst vindt de bijeenkomst plaats in Nieuw Hydepark, het conferentie- en vakantieoord van de PKN in Doorn. En ook voor het eerst: na de lunch is er nog een middagsessie. Tenslotte is nog het vermelden waard dat dit misschien de op een na laatste bijeenkomst in deze samenstelling is. Naar aanleiding van de nota ‘Kerk 2025’ wordt de organisatie van de kerk op de schop genomen. De gewone visitatie in de huidige vorm verdwijnt met ingang van 2018.

Er zijn thans drie vormen van visitatie. De gewone visitatie. Dat is een bezoek van twee ambtsdragers, als regel een predikant en een ouderling, aan een plaatselijke gemeente dat vierjaarlijks plaatsvindt. Dan is er de buitengewone visitatie. Die vindt plaats wanneer er problemen, conflicten of anderszins moeilijkheden in een kerkelijke gemeente zijn. En categoriale predikanten, ziekenhuis- en instellingspredikanten, etc. worden eens in de vier jaar gevisiteerd, dat is de bijzondere visitatie. Er zijn nu rond de 75 classes die elk 8 visitatoren kunnen benoemen. Die doen het werk van de gewone visitatie. Uit die visitatoren worden de meest ervaren en geschiktste personen belast met de buitengewone visitatie. In de nieuwe kerkorganisatie worden de 75 classes ondergebracht in 11 Regionale Classes. De voorzitter van een regionale classis wordt een, ik zeg het in eigen woorden, kerkbestuurder, bezoldigd door de landelijke kerk. Over de naam van de functionaris is nog beraad gaande. Wordt het een regiovoorzitter, regiopredikant of wat anders? De gewone visitatie wordt in de toekomst een taak van de regiovoorzitter. De buitengewone visitatie blijft en wordt de taak van zes tot acht visitatoren per regionale classis die worden aangestuurd door een regionale voorzitter visitatie (een tweede beroepskracht per regionale classis). Van de 600 huidige visitatoren blijven er 60 à 80 over.

‘Hoe nu verder in de visitatie?’ is het thema van deze dag. Ds. Wassenaar van Hellendoorn heeft daar een inleiding over gehouden. In 2005 heeft hij een historisch onderzoek gedaan naar de bedoeling en werkwijze van de kerkvisitatie en het resultaat neergelegd in een boek met als titel: ‘Om te zien, hoe het hun gaat’. De woorden zijn ontleend aan Handelingen 15. Paulus en Barnabas zijn terug in Antiochië van een zendingsreis en na een paar dagen zegt Paulus tegen Barnabas: ‘Laten wij toch terugkeren tot onze broeders in iedere stad, waar wij het woord des Heren verkondigd hebben, om te zien, hoe het hun gaat’ (NBG 1951). Ds. Wassenaar, die gepromoveerd is op ‘Noordmans in Friesland’ en morgen in Suameer een lezing over Noordmans (1871 – 1956 – en predikant te Suameer geweest) houdt, heeft zijn inleiding op papier gezet zodat ieder kan meelezen. Hij behandelt twee vragen. 1. Wat heeft de visitatie als kerkelijk instrument ons gebracht in de afgelopen jaren? En 2. Wat willen we in elk geval meenemen in de nieuwe structuur van kerk 2025? Voor de beantwoording van de eerste vraag is voldoende stof, historisch materiaal, voorhanden. De beantwoording van de tweede vraag is spreken over iets dat nog vorm moet krijgen. Wassenaar vertelt dat hij het document ‘Competent op weg naar visitatie in Kerk 2025’ van de subgroep doceren ter hand gesteld heeft gekregen. Daarin wordt gesproken over de ontwikkeling van een nieuwe opleiding, over het profiel van de voorzitter van een visitatiecollege en de scholing van de zes à acht regionale visitatoren.

Tijdens de discussie blijkt verschil van inzicht over wat er in de toekomst de taak van de regionale visitatoren zal zijn. Een visitator, ook lid van de Synode, is van mening dat de regionale visitatoren op een of andere wijze een taak hebben in de nieuwe vorm van visiteren van de gemeenten. Vanuit het Generaal College voor de Visitatie wordt dat met klem tegengesproken. De huidige reguliere visitatie wordt een taak van de voorzitter van de regionale classis. Hoe die dat zal doen moet de praktijk uitwijzen. Bij conflicten, klachten en problemen wordt de regionale visitatie ingeschakeld. Duidelijk is dat veel nog onduidelijk is en nog vorm en inhoud moet krijgen.img_3004 De lunch is goed, een vooruitgang tot de vroegere maaltijdvoorziening in dit etablissement. Na de lunch kunnen de deelnemers kiezen om een van drie bijeenkomsten met verschillende onderwerpen bij te wonen. Ik kies voor een bijeenkomst over ‘buitengewone visitatie’, een terrein waarop ik enige ervaring heb. Bovendien ben ik met een predikant die in Aalten woont nog doende met een buitengewone visitatie. Deze drie sessies worden ‘workshops’ genoemd. Nog steeds gruw ik van het gebruik van woorden die afkomstig zijn uit een vreemde taal in een Nederlandstalige tekst.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Hoe nu verder in de visitatie?

  1. Jan Schild schreef:

    Leerzaam. Bedankt Tijme.
    Vr. groet
    Jan

Reacties zijn gesloten.