Met bestuur stichting VAS naar Gedenkstätte Esterwegen in het Emsland

De grafstenen hebben de vorm van een omgekeerde spade. Van zeven kampen zijn hier de doden begraven. Doodgemaakt door de Nazi’s die direct na de Rijksdagbrand op 27 febr. 1933 op grond van de Noodverordening (tot bescherming van volk en staat) van een dag later hun politieke tegenstanders, vooral communisten en socialisten, opsloten. In het uitgestrekte Duits veengebed, langs Groningen en Drenthe, was men al barakken aan het bouwen om werklozen te huisvesten die te werk zouden worden gesteld als veenarbeider, om van veen vruchtbaar land te maken. De cellen in de politiebureaus in het Duitse Rijk zaten overvol, de barakken in het Duitse veengebied werden versneld afgebouwd en zo ontstonden in Börgermoor, Esterwegen en Neusustrum de eerste drie van vijftien concentratiekampen in dat gebied. Esterwegen ligt ter hoogte van Bourtange. Het is koud als de leden van het bestuur van de stichting ‘Vrienden van de Aaltense Synagoge’ tegen half elf de ‘Begräbnisstätte Estwerwegen’ oplopen. Hoeveel slachtoffers van het Naziregime liggen hier begraven? Het waren massagraven en direct na de oorlog is er niet naar omgezien. Er is een grote steen voor Carl von Ossietzky waar kransen bij liggen. Jaarlijks is er op de zaterdag die het dichtst bij 8 mei ligt een herdenking. Carl von Ossietzky vocht in WO I als Duits militair bij Verdun, werd overtuigd pacifist en stelde eind twintiger jaren als hoofdredacteur van ‘Die Weltbühne’ de Duitse herbewapening aan de kaak Hij werd twee keer veroordeeld en gevangen gezet. Hij bestreed de Nazi’s te vuur en te zwaard. Toen die aan de macht kwam wisten ze wel raad met hem. Hij was een van de eersten die opgesloten werd in kamp Esterwegen. De internationale gemeenschap probeerde hem vrij te krijgen. Hij kreeg in 1935 de Nobelprijs voor de vrede toegekend. Dat liet de Nazi’s onberoerd, in 1938 bezweek Carl von Ossietzky aan de martelingen. De Universiteit in Oldenburg is naar hem genoemd. Er staan meer bijzondere stenen. Hier werden politieke tegenstanders opgesloten en later, tijdens de oorlog, verzetsstrijders. De steen voor de Luxemburgse verzetsstrijders heeft de vorm van het land Luxemburg. Er is een steen met de symbolen van de vrijmetselaars, winkelhaak en passer. Acht leden van de Belgische loge ‘Liberté Chérie’, Nacht- und Nebel gevangenen, worden hiermee herdacht.  Veel Russen liggen hier begraven. Hoe luiden hun namen? Bij slechts twee stenen heb ik een naam gezien. Er is een overkapt plateau met een gedenksteen voor elk van de vijftien kampen.

Vijf kilometer verderop ligt ‘Gedenkstätte Esterwegen’. In de kantine staat Kaffee und Kuchen voor ons klaar en warmen we ons op. Onze gids, mevr. Alie Noorlag, wacht ons op. Zij woont in Vlagtwedde en was betrokken bij het leggen van Stolpersteine in Stadskanaal. Ze laat ons eerst een film zien. Die begint met beelden van de Rijksdagbrand op 27 febr. 1933. Er zijn originele beelden van het bouwen van de barakken, van het werken van de gevangenen met de schop in het veen. Het wordt afgesloten met een interview uit 1993 met een man die het kamp heeft overleefd. Hij was voor de oorlog communist en woonde na de oorlog in de DDR. Een gruwelijk verhaal. Na de vertoning van de film geeft Alie Noorlag een toelichting. Deze Gedenkstätte is in 2011 geopend. Daarvoor was er 25 jaar lang een Documentatie en Informatiecentrum, bemand door vrijwilligers, in Papenburg. De eerste drie kampen stonden onder toezicht van de SS en dienden om de SS’ers op te leiden. Het doel was om 50.000 ha. land te winnen voor 2.300 nieuwe boerenbedrijven. De SS’ers waren wreed en pesten de gevangenen. ‘Waarom, Hitler had er toch belang bij om nieuw land te krijgen?’, vraagt mevr. Noorlag zich af. ‘Als mensen macht krijgen, gebeuren er rare dingen’, zegt ze. Van het doel is niet veel terecht gekomen. Mevr. Noorlag vertelt het verhaal van De Jonge uit Weener. Die had een fietsen en motorenzaak. Hij verkocht een motor aan een SS’er. Die betaalde niet. De Jonge zei er wat van. De SS’er nam hem gevangen omdat hij communist was. De Jonge was ook Jood. Hij heeft hier vier maanden vast gezeten. In 1937 werd hij weer opgepakt. Nu omdat hij Jood was. Hij is toen vrijgelaten omdat hij ouder dan 60 was. Hij is gevlucht naar Leeuwarden en stichtte daar de firma Jongia. In de oorlog moest hij onderduiken. Bij de familie Nooitgedacht in IJlst heeft hij de oorlog overleefd. Het bedrijf Jongia bestaat nog steeds. Mevr. Noorlag gaat door met verhalen vertellen. Over de broers Alfred en Robert van der Zijl, Joden uit Oude Pekela, die de oorlog overleefden, over de Russen in de kampen die het meest te lijden hadden. Over Bé Reuvers die mee moest helpen met het ophalen van de kampdoden. Vijftien jaar was hij toen. Hij werd geholpen door een Russische tolk. Na de oorlog is hij naar Siberië gegaan om de tolk op te zoeken, die hij helaas niet vond. De Nacht- und Nebel gevangenen hoefde niet te werken. Ze werden apart gehouden van de anderen en zo ontstonden er twee groepen. Bij reünies, ver na de oorlog, gaf dat spanningen. De twee groepen gingen bijna met elkaar op de vuist. ‘Leed kun je niet met elkaar vergelijken’, zegt mevr. Noorlag. Ze geeft nog een voorbeeld. In Westerbork werden voor de oorlog gevluchte Joden opgevangen. Die zaten er al toen de Duitsers er een Durchgangslager van maakten. Zij hadden de baantjes en zetten eigen mensen niet op transport. ‘Waarom pleegden twee Puttense verzetsmensen de aanslag op Duitse officieren terwijl ze wisten dat er vergeldingsacties zouden volgen?’ Zeshonderd mannen werden opgepakt. Via kamp Amersfoort gingen ze naar kampen bij Hamburg, een deel kwam hier terecht in kamp Versen. Na de oorlog waren er 30.000 Polen in dit gebied. Haren werd ontruimd, er kwamen 4.000 Polen te wonen en de plaats kreeg een Poolse naam. Dat heeft tot 1948 geduurd.

Mevr. Noorlag vertelt ook dat er voor de oorlog wel eens gevangenen ontsnapten en naar Nederland vluchtten. De burgemeester van Vlagtwedde waarschuwde in een aanplakbiljet dat het gevaarlijke criminelen waren. Ze stelt de vraag ‘Wat had je zelf gedaan?’ Nederlandse politieagenten die joodse mensen oppakten. Jonge mannen aan de andere kant van de grens moesten in militaire dienst. ‘Moeten wij dan zeggen: Had je maar moeten weigeren! Wie ben ik om te oordelen?’ Ze vertelt over Hotel Postma in Emmen. Een zoon ontving in NSB uniform in 1940 de Duitsers. Zijn broer zat in het verzet en is gefusilleerd. Een derde broer was SS’er en vocht aan het Oostfront. De vierde werkte in Nederlands Indië aan een dodenspoorlijn Dan was er nog een zoon die aan de ‘verkeerde kant’ stond. Het verhaal over de familie Postma is te vinden op werkgroepherkenning.nl Haar verhaal doet de hoorder beseffen dat gedenken meer is dan het hoofd schudden over zoveel wreedheden en je afvragen hoe kon het gebeuren. Het gaat om keuzes maken. Meestal in een fractie van een seconde en zonder te beseffen wat de gevolgen zullen zijn. Het gaat dan om de vraag ‘Wat zou ik gedaan hebben, welke keuze zou ik maken?’ Wanneer een mens snel moet beslissen bij een onverwachte vraag kan het hebben van een anker in het leven zeer behulpzaam zijn. Welke vaste grond heeft iemand onder de voeten, op welke levensovertuiging en beginselen rust zijn leven. Gemakkelijk opgeschreven maar zou ik hetzelfde hebben gezegd als die Jehova getuige die de ‘Heil Hitler’ groet moest brengen? Hij weigerde, God is zijn Heer en niet Hitler, en werd vermoord.

Mevr. Noorlag leidt ons rond over het voormalig kampterrein. Het is nog steeds fris, ik wou dat ik me had voorzien van een wat dikker jack. Ik ben hier al eens geweest en heb daarover in drie berichten over geschreven, zie: https://www.tijmebouwers.eu/2015/06/07/gedenkstatte-esterwegen-de-veensoldaten/ Toch zal ik in een volgend bericht vertellen wat nu mijn indrukken zijn geweest.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Aaltense Synagoge, Geschiedenis. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Met bestuur stichting VAS naar Gedenkstätte Esterwegen in het Emsland

  1. Jan Schild schreef:

    Dag Tijme,

    Dit en vorige bericht met aandacht gelezen. Zal dat zeker ook met het volgende doen. Indrukwekkend en je stelt goede vragen.
    Dank en groet,
    Jan

Reacties zijn gesloten.