Vanmorgen ben ik niet naar de kerk geweest maar ik heb vanachter mijn pc de dienst in de Oude Helenakerk gevolgd. In de Oude-Helenakerk komt de kerkenraad vlak voor de dienst via de ingang aan Elimzijde binnen, niet uit de consistorie. Welkom en mededelingen worden uitgesproken door Jos te Linde. De voorganger is ds. Folkert de Jong en de organist Joop Ormel. ‘Dit is een morgen als ooit de eerste, zingende vogels geven hem door’,lied 216 wordt gezongen. Na bemoediging en groet spreekt de dominee enkele inleidende woorden.
“Goedemorgen, welkom in deze dienst’. Het is nog een weekje tot Kerst. Onderweg zong de dominee een liedje in het Engels, ‘dat het al een beetje op Kerst begint te lijken’ – door al die sneeuw. (Er ligt vanmorgen een laagje sneeuw). Het klopt niet met het lied dat we zojuist zongen, zingende vogels heeft de dominee niet gehoord. Vandaag gaan we lezen over iemand die voor Jezus aan het werk was, Johannes de Doper, en uit zijn inspiratiebron. ‘Misschien hebben sommigen mijn aankondiging op Facebook gezien: Ik ga addergebroed de kerk in slingeren’, zegt de dominee. Die woorden van Johannes zijn oordeelteksten. Horen we liever niet, wat zouden de anderen daarvan zeggen. Misschien zit er ook een andere kant aan, daar gaan we het overhebben. Na het gebed om ontferming wordt lied 435 als glorialied gezongen en volgt het gebed om de Heilige Geest. Hierna mogen de kinderen naar de nevendienst. De dominee ziet er twee, zoekt naar de leidster en ziet dat alle drie blijven zitten. De dominee leest Zefanja 3:14-20, de verzen 1 en 2 van lied 433 worden gezongen, uit Lucas 3 worden de verzen 7-18 gelezen, waarna de verzen 4 en 5 van lied 433 worden gezongen.
‘Het is nogal wat zoals Johannes hier tekeer gaat, hè’, zo begint de dominee zijn verkondiging. Addergebroed, addergebroed. ‘Voelen jullie het?’ Het zal je maar gezegd worden. Op Facebook heeft de dominee er foto met een slang bij geplaatst. Om het aanschouwelijk te maken waar Johannes het over had.Denken jullie beter te zijn omdat jullie kinderen van Abraham zijn? Het staat in het Nieuwe Testament maar het voelt als een Oudtestamentische profetie. Er zit geen woord Spaans bij. We lezen graag om deze woorden heen en lezen liever over liefde en genade. Vroeger hadden we het over het oordeel. ‘Om de goegemeente nog even goed duidelijk te maken hoe zondig jullie wel niet zijn’. In andere, rare, vreemde kerken leren ze dat nog. Maar wij verlichte, moderne gelovigen hebben dat toch niet nodig. Dat is niet zo netjes, niet zo passen. Inde kerk lezen we liever de mooie gedeelten over herstel en vergeving. (Het geluid valt weg en de dominee spreekt vanaf nu in een andere microfoon). Daar zijn we goed in. Toch?
Natuurlijk voelen jullie aan dat het ironisch bedoeld is. Johannes zei al: ‘Denken jullie dat het niet op jullie van toepassing is?’ Zo werkt het dus niet. Je kunt je niet laten voorstaan op een superieure cultuur. Dit kan ook over jou gaan. Als de dominee de kranten leest en het nieuws volgt dan zijn er overal oordeelteksten. Het gaat niet goed met het milieu, met de klimaatverandering. Verander je levensstijl, anders gaat het mis. We moeten minder CO2 uitstoten, want anders! De bijl ligt al aan de wortel, zou Johannes gezegd hebben. Dit soort visioenen komen ook over de politiek. Zorgen om populisme, brexit, multinationals. Als we het niet anders doen gaat het helemaal fout. De dominee zegt dat we die oordeelteksten van Johannes best wel gewend zijn. We kennen het, we horen het bijna iedere dag. Dan komt de vraag aan Johannes: ‘Wat moeten we dan doen?’ Wat moet je doen om te voorkomen dat de wereld vergaat?Johannes wordt heel simpel. ‘Wie twee stel onderkleren heeft moet delen met wie geen heeft en wie eten heeft moet hetzelfde doen’. Ach ja, eerlijk delen dat had ik ook wel kunnen verzinnen. Dat probeert de dominee zijn tweejarige ook te leren. Belastingambtenaren moeten niet meer pakken dan ze moeten pakken.Soldaten moeten tevreden zijn met hun soldij en niet plunderen.
Gaat dit de wereld redden? Johannes schijnt te denken van wel. Maar blijkbaar is het in de praktijk niet zo eenvoudig. Delen van inkomen is niet zo eenvoudig. Als ik naar de wereldwijde cijfers kijk is het duidelijk dat er helemaal niet gedeeld wordt. En zelfs als ik kijk naar armoede in Nederland – eerlijk delen, eerlijk handelen dat valt nog niet mee. Zelfs niet als de dreiging van het einde van de wereld over je hoofd hangt. Dit kennen we niet alleen van Johannes maar ook van de andere ondergangsverhalen. Klimaatverandering, wat is de oplossing? Minder vlees eten, zonnepanelen,elektrisch autorijden. U kent het allemaal. De dominee ziet wel een overgang maar niet dat heel Nederland daar aan overgaat. Denken we werkelijk dat het einde van de wereld niet voor ons geldt?, zou Johannes vragen. Tot zover, als we Johannes lezen, horen we niets nieuws.
Dan gebeurt er iets geks. Er staat dat het volk vol verwachting was. Ze hoopten dat deze profeet de Messias was. Dat is bijzonder.Zo gaan wij niet met onheilsprofeten om. Zeker niet als die ook nog eens met concrete gedragsveranderingen komen. Niemand moet vertellen wat ik moet doen.Toch? Onheilsprofeten snoeren we de mond en we zeggen niet dat hij het heeft opgelost. Het volk, dat Johannes hoort, reageert anders, ze waren vol verwachting. Dat zou weleens te maken kunnen hebben met de tekst van Zefanja die we lazen. De mensen hoorden de teksten van de profeten en groeiden ermee op, het zat in hun DNA. Zefanja schreef zijn tekst aan het begin van de regeringsperiode van koning Josia, een zeer rechtvaardige koning. In het begin was hij nog minderjarig en was er veel corruptie en machtsmisbruik. Daar wist Zefanja wel raad mee. Hij waarschuwde voor de komende dag des Heren. Een dag van razernij, angst en benauwdheid. Rampspoed en onheil. ‘Nou ik denk dat jullie het plaatje wel compleet hebben’, zegt de dominee.
Dan komen we aan de tekst die we lazen. ‘Jubel,vrouwe Sion, zing van vreugde, Israël, juich met heel je hart, vrouwe Jeruzalem! De HEER heeft het vonnis over jou teniet gedaan en je vijand verdreven. De HEER, de koning van Israël, is in je midden, je hebt geen kwaad meer te vrezen.’Een heel andere toon. De profeet predikt niet alleen onheil maar ook een belofte. Een toekomst. Een toekomst ‘waarin de Heer in je midden zal zijn’. Een toekomst waarin, zoals Micha zei, gerechtigheid zal stromen. De toekomst niet als negatief doemscenario. Maar als een plek waar de wil van God op aarde zal gebeuren zoals het in de hemel gebeurt. Toen het volk de woorden van Johannes hoorde dachten ze meteen aan profeten als Zefanja. Zal Johannes de Messias zijn? Nee, zegt Johannes, wacht nog even. Johannes en Zefanja brengen niet alleen visioenen van onheil maar ook beloften van Gods werk. Dat onderscheidt hen van onheilsprofeten die we tegenwoordig horen. Die stoppen bij de nuttige tips.Johannes en Zefanja zetten niet in op menselijke gedragsverandering. Ze zetten hun hoop op wat God doet. Hun goede nieuws, het Evangelie, komt bij God vandaan.
God is een God van genade en liefde, niet van vernietiging. Natuurlijk is het ook zo dat wat er op aarde gebeurt botst met Gods wil. God zegt niet: Ik stop ermee. God komt tussen ons in staan en begint een koninkrijk. Een rijk dat de wereld zal overnemen, een rijk van echte hoop. Die boodschap van hoop en genade mist bij de onheilsprofeten van nu. Volgens de Bijbel mag best benoemd worden wat er fout gaat, maar er is ook een andere kant. Die benadrukken we inde kerk. Dat is het werk van God Die tussen ons komt te staan. Dat maakt ons geloof uniek. Het is de hoop, het vertrouwen, de liefde en de genade die ons geloof de moeite waard maken.
Na het amen van de preek worden de verzen 1,6 en 7 van Psalm 62 gezongen, is er een mededeling van overlijden van zes gemeenteleden, volgen de dank- en voorbeden, stil gebed en het Onze Vader en na de collecte is lied 512 het slotlied.