Verbondenheid – licht zien en licht zijn

In de Oosterkerk is vanmorgen de afscheidsdienst van ds. Marieke Andela-Hofstede. De kerk is goed gevuld, zij die vlak voor het begin binnenkomen moeten een plaatsje zoeken. Joop Ormel op het orgel en Hanny Jansen-Wikkerink met dwarsfluit verzorgen de muzikale omlijsting. Dat het een bijzondere dienst blijkt ook wanneer de kerkenraad binnenkomt, zij gaan in de ouderlingen- en diakenen bankjes, rechts en links van de kansel, zitten. De ambtsdragers zijn gewoon op de voorste rij te zitten maar daar zitten vanmorgen familieleden. Ada Gerritsen heet de kerkgangers welkom en leest de afkondigingen waarna van Psalm 84 de verzen 1 en 6 worden gezongen. Na stil gebed, bemoediging en groet worden van lied 15 uit de bundel ‘Geroepen om te zingen’ de verzen 1 en 2 gezongen. Het lied dat we zongen zegt ons welkom. Goed dat je er bent. Hier in de kerk waar we samen geloven dat God ons nieuwe kansen geeft, nieuwe moed en een nieuw begin.

Kyrie en gloria, gebed en lofzang, horen bij elkaar. Daarom zingen wij zolang wij ademhalen. Na het gebed om de wereld waarin wij leven worden de verzen 1,3 en 4 van lied 657 gezongen. Na het gebed om Gods Geest worden van lied 837 de verzen 1 en 4 gezongen waarna de dominee een praatje maakt met de kinderen die naar de nevendienst gaan. Ze zegt dat deze zondag een vreemde dag voor haar is. ‘Wie weet waarom?’ Dat is een moeilijke vraag maar na enig nadenken komt als antwoord dat de dominee voor het laatst is. De dominee zegt dat ze afscheid gaat nemen, voor het laatst klinkt zo dramatisch. Bij afscheid denk je aan de goede dingen die je hebt meegemaakt. Die bewaar je in je hart. Ze vond het fijn om elke zondag de kinderen naar voren te zien komen. En wat de dominee zeker zal onthouden is hoe de kinderen het licht meenamen. Het licht dat is aangestoken aan de Paaskaars en daarmee het licht van God is. ‘Ik wens jullie toe dat het licht van God meegaat in je leven’. Vijftien kinderen verlaten de kerkzaal onder het zingen van de verzen 1 en 4, Ik zal er zijn voor jou, uit de bundel ‘Geroepen om te zingen’.

De dominee geeft een korte uitleg over het thema ‘Verbondenheid – licht zien en licht zijn’. Wat er ook verandert Gods licht blijft ons verbinden. Ze wijst op de plaat, een beeldje, op het scherm. Dat heb ik gekregen van een gespreksgroep 30+. Het beeldje inspireerde mij. Het is een teken van verbondenheid, onderling maar ook met iets dat groter is dan onszelf. Eigenlijk is het een kleine kandelaar. We zien mensen (vijf) die elkaar vasthouden rondom het licht. Dat licht schijnt ook naar buiten. Zo houden wij elkaar vast om samen licht te zien en licht te zijn. Daarover gaat het in de kerk.  De eerste lezing wordt gedaan door Henk Fukkink. Hij heeft de woorden van Psalm 84:1-8 extra groot getypt, ‘voor mij wat makkelijker’, en heeft de tekst in verschillende vertalingen met elkaar vergeleken. In de vorige vertaling stond boven deze Psalm: ‘Pelgrimslied’. Zeer toepasselijk voor ons, maar ook voor de dominee, een mens op weg naar de volgende halte. De dominee leest uit Lucas 10:38-42, het verhaal over Marta en Maria, waarna lied 858 wordt gezongen.

‘Het Evangelie van vanmorgen betekent veel voor mij’, zo begint de dominee haar overdenking. Het is altijd met mij mee gereisd, het houdt me een spiegel voor. Laten we beginnen bij Marta, een sympathieke vrouw. Een vrouw die altijd bezig is, een doener, ze deinst er niet voor terug om 13 mannen te ontvangen. Ze doet me denken aan de degelijke huisvrouw uit Spreuken 31. Een vrouw die kon multitasken. Zo’n vrouw moet ook Marta geweest zijn. Ze draaft heen en weer terwijl Maria aan de voeten van Jezus is gaan zitten. Dat kon eigenlijk niet, dat past bij de houding van leerlingen. Zijn woorden opdrinken, al het andere vergeten, dat deden alleen mannen. Maria doorbreekt dat. Ze voelt zich gekend en gezien door Jezus. En Marta? Ik denk dat zij zich niet door Jezus gezien voelt. Niet gewaardeerd terwijl ze toch zo haar best doet. Daarom breekt ze in de cirkel van aandacht in die Jezus omringt. Niet om te luisteren maar om attentie te krijgen. Is dat niet heel herkenbaar? Ieder mens wil gezien worden, wil van betekenis zijn. Dat heb je nodig, of niet soms?

Het nodige, het noodzakelijke, daar draait het om in het leven. Ook in ons leven. Wat hebben wij nodig, wat maakt ons mens. Daar ben ik samen met u op zoek naar geweest. In vreugde en verdriet. Wat hebben we nodig om verder te kunnen. Het antwoord van vanmorgen lijkt eenvoudig. Ga zitten aan de voeten van Jezus en luister naar Zijn Woord. Dat is het ene nodige, het beste deel. Dat heeft Maria gekozen in tegenstelling tot Marta die haar tijd verdoet met draven voor de gasten. Zo is dit verhaal vaak opgevat, Marta als de huissloof en Maria als de wijze. Ze zijn tegenover elkaar gesteld als waren zij geen zusters maar concurrenten. Jammer, want zo is dit verhaal niet bedoeld. Het leven kan niet bestaan zonder vrouwen en mannen die doorgaan met alles wat gedaan moet worden. In de grondtekst neemt Marta het woord dienst in de mond. Dienst aan de ander en je daar druk voor maken. Concrete dingen goed voor elkaar willen hebben. Dat hebben mensen nodig om te kunnen leven. Dat had ook Jezus nodig. Ook Hij kon niet zonder zorg en aandacht.

Waarom dan toch die uitspraak van Jezus: ‘Marta, Marta, je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk’? Omdat er meer is dan dienen en doorgaan totdat je erbij neervalt. Omdat ook Marta recht heeft op dat meer. Marta, Marta, zegt Jezus met genegenheid. Rabbijnen hebben erop gewezen dat het tweemaal noemen van iemands naam heel bijzonder is. In de Tenach, dat is de Joodse Bijbel, komt het vier keer voor. God roept Abraham, Jakob, Mozes en Samuël voor een bijzondere taak. Zo is het ook hier, Jezus roept Marta erbij om samen met Maria te kiezen voor het beste deel. Kiezen voor het beste deel, wat is dat dan? Dat is het huis van je leven bouwen op de rots van Gods trouw aan mensen. En daarom je taak serieus nemen maar ook van ophouden weten. Beseffen dat je op adem mag komen. Dat je mag stilstaan om te voelen dat je gezien wordt en dat je van betekenis bent. Dat alles lees ik in dit verhaal over Marta en Maria.

Hoe het nu verder gegaan is met die twee staat er niet bij. Ik kan me voorstellen dat Marta tot rust is gekomen en aan de voeten van Jezus is gaan zitten. En dat Maria is gaan staan om de zorg over te nemen. Dat zou ik mooi gevonden hebben. Dat vind ik nog steeds mooi als het zo zou gaan. In de afwisseling van zorgen en rusten, van luisteren en bezig zijn. Dat het zo gaat in de kerk. Want de kerk is de gemeente rond Jezus die we samen vormen. Zo heb ik het beleefd die 18 jaar in uw midden. Zo wil ik het zeggen op deze dag. Blijf elkaar ontmoeten door de generaties heen, zoek de verbinding, houdt elkaar vast. Er verandert veel. Maar de kerk van Aalten heeft nog steeds een verhaal te vertellen, het unieke verhaal van God en mensen dat ons altijd wil leren dat goedheid sterker is dan slechtheid, liefde sterker dan haat, licht sterker dan duister. Dat is het toch dat Jezus ons heeft voorgedaan en dat wij verder mogen dragen. Elk met eigen talent. Want er is niemand onder dit goede dak aanwezig die niets te geven heeft. En er is niemand hier aanwezig die niets nodig heeft van een ander. Licht zien en licht zijn. Alleen samen houden wij het vol in een balans die heilzaam is, kwetsbaar en sterk.

Daarnet is Psalm 84 gelezen. Een Psalm die ik wil verbinden met die balans. Het is een pelgrimslied van mensen die onderweg zijn en zoeken naar zin en samenhang. Van alles komen ze tegen. Hoge bergen en dorre dalen, maar gaandeweg ontdekken ze het geheim van zon en schild. God onthoudt zijn weldaden niet aan hen die onbevangen op weg gaan. Onbevangen, dat woord raakt me. Het bepaalt me erbij dat ik niet alles kan regelen of beheersen op mijn levenspad. Maar dat ik erop mag vertrouwen dat er oases zullen zijn. Rustpunten, gouden momenten, waaraan je niet gehaast voorbij moet gaan op weg naar je volgende taak. Onbevangen mag je genieten dicht bij de bron zodat je weet wie je ten diepste bent: Gods geliefde kind. Geroepen om te zorgen, te dienen, maar ook om stil te staan, verwonderd om wat jou gegund wordt. Een mens moet van ophouden weten, ook met een preek. Laat ik me dat aantrekken. Want misschien ben ik nog lang niet klaar, maar dat hoeft ook niet. Als ik verder trek blijft ook hier het Woord van God in al zijn veelkleurigheid. Ik rond af met een lied waarin Marta en Maria voor mij aanwezig zijn in die mooie balans die ik u en mijzelf graag gun. Ze komen samen in stilte en opgewektheid, in zorg en vertrouwen op Gods aanwezigheid. ‘Laat dan uw stilte ook uw kracht zijn en leef uw leven opgewekt’. Houdt elkaar vast, als van klein tot groot, gezegende mensen.

Na het amen van de preek worden de verzen 3 en 4 van lied 905 gezongen. Er is een afkondiging van twee huwelijken die kerkelijk bevestigd zullen worden en er is een afkondiging van het overlijden van twee gemeenteleden, waarna van lied 657 vers 2 wordt gezongen. De gebeden worden uitgesproken door de dominee en ouderling Wim Westerveld. Na iedere voorbede wordt gezongen: ‘Blijf met uw genade bij ons, Heer onze God. O, blijf met uw genade bij ons, op onze wegen.’ In de gebeden spreekt Wim Westerveld namens de gemeente zijn dank uit dat ds. Marieke Andela zoveel jaren in ons midden mocht zijn. Ze was hoogst meelevend en stond op indrukwekkende wijze gemeenteleden bij tijdens ziekte, overlijden en nazorg. In het liedboek vinden we woorden daarvoor. ‘Al wat geliefd is en vertrouwd, het wordt voor wie Gods licht aanschouwt met glans en heerlijkheid verguld, want het bestaat in Gods geduld.’ Hij doet voorbede voor haar man Wytze en hun kinderen voor een gezonde en gezegende toekomst in Neede. De dank- en voorbeden worden afgesloten met stil gebed en het gezamenlijk uitspreken van het Onze Vader.

Hierna volgt de collecte en komen de kinderen weer binnen. Die stellen zich op voor de preekstoel en wachten, het wordt stil in de kerk. Waar is het wachten op? Op muziek. De zes kleinsten voeren een dansje op waarmee ze het verhaal over Marta en Maria verbeelden. De negen oudere kinderen bieden een cadeau aan de dominee aan. Ze hebben nagedacht over het thema ‘Waar maak je tijd voor?’ Alles heeft zijn tijd. Ze hebben op een klok hun namen en vingerafdrukken gezet. Net als bij de kleinsten wordt ook deze bijdrage met applaus beloond. De dominee bedankt de kinderen, de klok krijgt een mooi plekje. In het volgende lied, dat we gaan zingen, zit alles over zin en samenhang. In wisselzang worden alle verzen van lied 655 gezongen.

Hierna komt de voorzitter van de kerkenraad naar voren. Jan Heideman spreekt een afscheidswoord. Af en toe verschijnen er foto’s op het scherm. Zoals van de dominee en haar dochter Marta die vandaag niet aanwezig kan zijn omdat ze in Amerika verblijft. Jan Heideman kondigt aan ook a.s. vrijdagavond tijdens de speciale afscheidsavond te zullen spreken. Een foto laat de dominee wandelend, met een rugzak op, zien. Op weg naar de Needse berg?, vraagt de voorzitter zich af. Hij deelt mee dat dat er in de gemeente zeer veel waardering bestaat voor haar pastorale werk. Ze is op zoek naar harmonie, tussen groepen en tussen generaties. Uit haar preken blijkt haar zorgvuldige woordkeus. Ze heeft veel meer uren gemaakt dan de 60% die voor haar taak staan. Kerk en Israël heeft haar belangstelling, de Joodse wortels van ons geloof vindt ze belangrijk. Haar man Wytze en zij hebben altijd samen één gemeente gediend, twee jaar hebben ze in verschillende gemeenten gewerkt, nu werken ze weer in één gemeente. Hij citeert uit de droom van de dominee bij het ontstaan van de Protestantse gemeente in 2006. (Ik noteer niets in de overtuiging dat die droom op internet nog wel te vinden is, maar dat valt tegen). ‘Een droom, maar tegelijkertijd een aansporing die voor ons nog steeds actueel is’. Na een handdruk en – kennelijk in onze tijd onvermijdelijk – een paar kussen leest de voorzitter het formulier waarbij kerkrechtelijk afscheid wordt genomen. De dominee dankt de voorzitter voor zijn woorden, dankt iedereen die aan deze dienst heeft meegewerkt en dankt de gemeente voor het vertrouwen dat haar gegeven is en voor het geloof dat ze ervaren heeft. De verzen 1 en 4 van lied 416 zijn onze slotzang.

De dominee stelt zich, met haar man Wytze, voor de preekstoel op om de kerkgangers de gelegenheid te geven met een persoonlijk woord en een handdruk afscheid te nemen.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.