Het geloof door de tijd dragen

In de Oosterkerk worden de kerkgangers op Paasmorgen op de schermen welkom geheten en staan de namen van zes medewerkers aan deze dienst op het scherm. De voorganger is ds. Riemer Faber en Joop Ormel zit achter de klavieren van het orgel. Voorafgaande aan de dienst worden de verzen 1 en 3 van lied 630 gezongen, ‘Sta op! Een morgen ongedacht.’ Marcel Driessen heet de kerkgangers welkom. Een jongen brengt het licht, een brandend kaarsje, binnen. De nieuwe Paaskaars wordt aangestoken. De jongen, de voorganger en de gemeente spreken de volgende teksten uit: ‘Licht van Christus, Licht voor alle mensen. De Heer is waarlijk opgestaan, Christus is waarlijk opgestaan’. Direct gevolgd door het zingen van drie verzen van lied 637, ‘O vlam van Pasen, steek ons aan’.

Bemoediging en groet worden uitgesproken. Na het zingen van het eerste vers van lied 632 zegt de dominee dat het helaas niet is gelukt een trompettist te krijgen maar Joop Ormel heeft beloofd dat hij de trompetten van het orgel extra zal laten klinken. In het liturgisch bloemstuk zien we een tuin vol witte bloemen en mogen we deelgenoot worden van de kracht van de opgestane Heer. Zijn licht, liefde en Zijn opstandingskracht mag onze kracht worden. De dominee leest dan de tekst die ook in Kerkvenster staat. Na het zingen van vijf verzen van lied 154B zegt de dominee dat we met Pasen het nieuwe leven vieren daar waar alles dood leek te lopen. Er zijn ook dingen die we niet begrijpen, waar we zorg en verdriet over hebben. Die willen we voorleggen aan God in het gebed om ontferming voor de nood van de wereld. Gezongen wordt: ‘Waar de mensen dwalen in het donker’, de verzen 1 en 3 van lied 286.

De kinderen mogen naar voren komen. Er wordt gewacht tot de laatste er ook is. Ondertussen maakt de dominee een grapje. Hij neemt een slokje water. ‘Willen jullie er ook een?’, vraagt hij. Niemand reageert. Of doe je het niet voor water? Er zijn ook dominees die het niet voor water doen, dat heb je misschien weleens gezien. Die nemen cola. Ik hoef jullie niet te vragen wat het vandaag voor feest is. Dat is Pasen, klinkt het. Er is nog een ander groot feest in de kerk. Daar komt niet direct antwoord op. Als Jezus geboren wordt, wat vieren we dan? Een kind weet het antwoord: Kerst. Wat vinden jullie het mooiste feest, Kerst of Pasen. ‘Kerst, omdat ik dan een cadeautje krijg’. Dat veroorzaakt hilariteit. De dominee zegt dat je met Pasen misschien wel Paaseitjes krijgt, verstopt in de tuin. Kerst is ook een groot feest. Toch staat er geen Kerstkaars maar een Paaskaars in de kerk. Waarom? Een jongen zegt: ‘Omdat Jezus is doodgegaan en weer is opgestaan’. Eigenlijk is Pasen het grootste en belangrijkste feest dat we vieren omdat Jezus is opgestaan. Nadat twee verzen van ‘Wij gaan voor even uit elkaar’ zijn gezongen verlaten 15 kinderen de kerkzaal om naar de nevendienst te gaan.

De dominee leest Johannes 20:1-18 waarna van Psalm 118 de verzen 1 en 8 worden gezongen. Uitgangspunt voor de preek is Johannes 20 vers 15: ‘Maria dacht dat het de tuinman was’. De dominee begint zijn verkondiging met een beroep op onze herinnering. Op de voorkant vaneen recent nummer van Kerkvenster stond de volgende uitspraak: ‘Toen de dominee op een dag erkende dat hij ook niet alles wist, begreep opeens iedereen hem’. Het is een van de 95 speldenprikken uit een boekje dat de landelijke PKN heeft uitgegeven naar aanleiding van de stellingen die Luther 500 jaar geleden op de deur van de slotkapel van Wittenberg spijkerde. De dominee voelde weerstand en irritatie net alsof dominees niet over hun twijfels durven spreken. Hij wilde een ingezonden stuk schrijven en herinneren aan een preek die hij onlangs over Mozes hield. Over de twijfel die hem overviel maar ons ook kan overvallen. Daarover kreeg hij een ontroerende brief van een vrouw die blij was met die preek omdat ze zelf ook weleens twijfelde. De dominee had de pen al opgepakt totdat hij besefte dat die brief (van de vrouw) eigenlijk precies een bevestiging was van die speldenprik op de voorkant van Kerkvenster. ‘Ik besloot de brief niet te schrijven’. Maar de speldenprik bleef hangen.

Twee weken geleden was de dominee met studieverlof in een klooster. Een aantal dagen was hij daar, een bijzondere ervaring. Je leeft op de getijden van de dag. Zes keer per dag kun je met de monniken lezen, zingen, bidden en stil zijn. Te beginnen om kwart over vier ‘s morgens. Geen internet, geen tv. Terug naar de basis, zoals dat heet. En het deed me goed, ik kwam tot rust. Met een tas vol boeken ging ik ernaartoe, want er moest worden gestudeerd. Daar kwam niet veel van terecht. Gelukkig had ik een notitieboekje bij me. Daar heb ik veel in geschreven. Ik merkte dat ik niet zoveel nodig had. Eigenlijk kun je het gemakkelijk een week volhouden met een notitieboekje en jezelf. Ik dacht aan een uitspraak die ik eens las. ‘Als je niet luistert naar jezelf, dan ga je dood’. Ik ontdekte hoe waar dat is. Het is goed om af en toe tijd te nemen voor jezelf en te luisteren naar je ziel. Ik dacht terug aan de eerste preek die ik hield na mijn burnout. Ik sprak over ‘Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand’, en de dubbele gevoelens die ik daarbij had. Aan de ene kant een lied vol vertrouwen dat moed geeft en aan de andere kant een lied dat veel vragen oproept. Met zinnen als: ‘Schijnen mij uw wegen duister, zie, ik vraag U niet: waarom?’ en: “Waar de weg mij brengen moge, aan des Vaders trouwe hand, loop ik met gesloten ogen naar het onbekende land’. Hoezo gesloten ogen, hoezo niet vragen naar het waarom? Is dat niet de kernvraag waar veel mensen mee zitten? Zijn onze ogen niet vaak omsluierd in plaats van dat we het helder zien?

Ik moest denken aan de preek die ik vandaag zou houden over Pasen, het verhaal van de opstanding van Jezus. Wat betekent het voor mij en ik schreef aantekeningen in mijn boekje. Zoals deze: Aan de mensen vragen om een vinger op te steken als ze het verhaal begrijpen. Ik denk dat het niet te begrijpen is. Hoe kun je dat begrijpen als je zo vaak aan het graf hebt gestaan en de onherroepelijkheid van de dood moet onderkennen. Bij die notities bleef het. De volgende dag ging ik naar huis. Ik had me voorgenomen de aantekeningen direct uit te werken. Maar door de drukte die zich aandiende kwam het er niet van. Totdat ik afgelopen dinsdag in Trouw een stukje van Jean Jacques Suurmond las. ‘Wat zou op die vroege Paasochtend een bewakingscamera bij het graf hebben gezien?’ luidt de eerste zin. ‘Niets, antwoorden velen. Ik begrijp dat wel, de verrijzenis van iemand die pas netjes begraven is, klinkt krankzinnig’. Suurmond vervolgt met: ‘Maar zou het niet nog waanzinniger zijn om te geloven in een God die niets bijzonders doet?’ Ik las het verhaal van de opstanding nog eens door en bleef haken bij dat zinnetje: ‘Maria dacht dat het de tuinman was’. Is dat niet de kernzin van het hele Paasverhaal? Geeft het niet feilloos aan dat de opstanding een groot mysterie is? Dat zich onttrekt aan onze waarneming en dat we niet kunnen begrijpen. Natuurlijk kun je zeggen dat Maria Hem niet herkende vanwege haar verdriet. Ik denk dat er iets anders aan de hand is. Maria was niet vertrouwd met de gedaante van de verrezen Heer. Suurmond schrijft: ‘Op Paasmorgen komt Jezus niet op gebroken voeten uit het graf wankelen. De opstanding is geen reanimatie van een lijk. Dat is de reden waarom zelfs Zijn eigen vrienden en vriendinnen Hem niet herkennen…. Pasen betekent de dood van de oude manier van zijn en een sprong in een radicaalnieuw leven’. Het Paasverhaal is een mysterie en is niet zomaar te vatten. Als Jezus Maria bij haar naam noemt, herkent ze Hem. Ze wil Hem omklemmen om nooit meer los te laten. Maar Jezus zegt: ‘Houd me niet vast, want ik ben nog niet opgestegen’. Ook wij willen vaak vasthouden aan het oude, terwijl met Pasen iets nieuws is begonnen. Toen ik dit opschreef en opkeek uit het raam zag ik een merel een nest bouwen. Ik dacht aan een uitspraak van Luther: ‘God heeft de belofte van de opstanding niet alleen in het boek geschreven maar in elk lenteblad’.

Ik begon de preek met die speldenprik. ‘Toen de dominee op een dag erkende dat hij ook niet alles wist, begreep opeens iedereen hem’. U mag best van mij weten dat er heel veel dingen zijn die ik met u niet begrijp. Dingen die in de Bijbel staan, dingen die er in de wereld en in ons leven gebeuren. In het geloof gaat het niet altijd om begrijpen. Misschien willen we dat teveel. Als we het niet begrijpen kunnen we er niets mee. Is dat wel de juiste houding? Laatst hoorde ik iemand zeggen: ‘Ik begrijp het niet, maar ik geloof het wel’. Precies, het leven is meer dan we op aarde zien. Het is niet zonder hoop, niet zonder toekomst. Op mijn kamer in het klooster lag een klein gastenboek met uitleg wat de monniken, behalve hun werk, nog meer bezighouden. ‘Wij dragen de gebeden door de tijd’. Zo heb ik het ervaren. Door zes keer per dag te bidden, te lezen en te zingen heb je het gevoel dat je ervoor zorgt dat iets niet verloren gaat en weer opnieuw tot leven komt. Is dat niet wat we op deze Paasdagen doen? Het geloof, het mysterie van het geloof, door de tijd dragen. Wat is er mooier dan dat. Tegen alle teleurstelling en wanhoop in. Door alle zorgen en twijfels heen met elkaar de hoop bewaren. Het neemt de teleurstelling, de wanhoop en de twijfels niet weg. Maar het kan je wel helpen overeind te blijven. Zoals het zo mooi klonk in de woorden bij het liturgisch bloemstuk: ‘Gods kracht breekt door het donker van de dood heen. Licht raaktons aan. Kom, sta op. Deel het leven, deel vertrouwen. God van licht en leven. In Jezus is de dood overwonnen, in die kracht mogen wij staan.’

Na het amen van de preek worden zeven verzen van lied 642 in wisselzang gezongen, volgt een mededeling van overlijden van drie gemeenteleden, wordt vers 1 van lied 641 gezongen en volgende dank- en voorbeden. De dominee wekt iedereen op om na afloop naar de Markt te gaan voor de Paasmanifestatie van 5 kerkgenootschappen in Aalten. Hij bedankt ook allen die hebben meegewerkt aan deze dienst en noemt ook het bloemencomité die de afgelopen weken de liturgische bloemstukken in de drie gebouwen hebben verzorgd. Op het scherm is een kort filmpje te zien waar pastor Jos Droste, Wilkin van der Kamp, ds. Hendrik Jan Zeldenrijk en ds. Rik Bikker de kerkgangers oproepen om naar de Markt te gaan. De opbrengst van de collecte is bestemd ter bestrijding van de honger in Oost-Afrika en zal door de diaconie worden verdubbeld. Lied 624, Christus, onze Heer verrees, is onze slotzang.

Over Tijme J. Bouwers

Doctoraal economie RU Groningen 1967 Mil. Dienst, 1968-1969, oud res. officier cavalerie Prov. Zuid-Holland, afd. toezicht gemeentefinanciën Min. van Fin. Inspecteur Rijksfinanciën 1972 - 1976 Burgemeester Ferwerderadeel 1976 - 1988 Burgemeester Aalten 1988 -2004
Dit bericht is geplaatst in Kerk, PKN. Bookmark de permalink.