Op 9 jan. 1958 verscheen Smilde, de directeur, plots bij ons in de klas. Ik was 16 en in de klas vermoeden we al wat. We waren met slecht weer naar school gegaan en het werd steeds slechter weer. Het nieuwe schoolgebouw van de 2e Chr. HBS (thans Augustinuscollege) aan de Admiraal de Ruyterlaan in Groningen was in april 1957 geopend. Smilde was kort en bondig. Leerlingen van buiten de stad moesten direct naar huis, er was een sneeuwstorm opgestoken. Ik liep naar het busstation – zou er nog wel een bus naar Zuidlaren rijden? Er kwam een bus, de bus naar Vries, die over Haren, Onnen, Noordlaren en Zuidlaren naar Vries reed. De bus was gauw vol, chauffeur was Jan de Boer. Een zeer ervaren chauffeur. Tot Haren waren er geen problemen. Dan ging de route over Onnen, een smallere weg dan die over Glimmen. Er stond een felle oostenwind. Tussen Onnen en Noordlaren ligt aan de oostkant een haag van meer dan een meter hoog. Die haag zorgde voor hoge sneeuwduinen op de rijweg. Jan de Boer rijdt er met hoge snelheid door heen. De passagiers vertrouwen op de rijvaardigheid van Jan de Boer, ook pikeur op een sulky, hij zal het wel redden. Ter hoogte van de Appelbergen staat de bus opeens stil. Vastgelopen in de sneeuw. We wachten. Er komt geen verandering. Een kwartier. Nog even wachten. Er zal een andere bus komen. Met anderen krijg ik in de gaten dat die andere bus lang op zich zal laten wachten. Het is koud, wat gaan we doen? Lopen, zegt iemand. Als we gaan lopen dan daar waar zo weinig mogelijk sneeuw ligt. En waar geen sloten zijn. Dat is over de es. Voor Noordlaren ligt een es. Tussen Noordlaren en Midlaren ligt er een. En tussen Midlaren en Zuidlaren ligt de Noord-es van Zuidlaren. We besluiten te gaan. Ik denk dat we met zes of zeven man waren. We zijn in een ruk doorgelopen. De wind en de sneeuw komen van links. Koud was het, zeer koud. Ik had wel winterkleren aan, maar voor deze sneeuwstorm was dat niet afdoende. Toen ik thuiskwam was de linkerkant van mijn lichaam bedekt met ijs. Mijn moeder had zoiets nog niet eerder gezien. Ze kwam me direct te hulp met warm water en handdoeken. Mijn lijf moest als het ware worden ontdooid.
Op dinsdag 13 februari 1979 ijzelt het in Nederland. Niet in heel Nederland alleen boven de lijn Alkmaar – Zwolle. Het ijzelt een dag lang, het waait hard en het vriest. Direct erna, op 14 febr., steekt er een sneeuwstorm op. Ik was sinds sept. 1976 burgemeester van Ferwerderadeel. Van elke dag heb ik aantekeningen gemaakt. Op woensdagmiddag 14 febr. ga ik mee met een vrachtwagen van de buitendienst, een Bedford zonder verwarming in de cabine. De mannen van gemeentewerken zijn sinds dinsdagmorgen in touw. Ze hebben de wegen berijdbaar gehouden. Dat is lang niet overal in Friesland gelukt. Stelpstra, chauffeur van de vrachtwagen, rijdt van Ferwerd naar Marrum, over de Nieuweweg naar Birdaard en dan terug via Jislum. Even buiten Birdaard loopt de vrachtauto vast. Ik kom terug met de auto van Hoekstra, de directeur gemeentewerken. Op het gemeentehuis neem ik de eerste noodmaatregelen. Op donderdag bleken de gevolgen. De wegen waren onbegaanbaar waardoor boerderijen niet bevoorraad kunnen worden en melk niet afgevoerd. Ook mensen zijn in gevaar. Nierdialyse vindt volgens een strak tijdschema plaats. Daarvoor roep ik via de ‘inductielijn’, een noodtelefoon van de BB, een helikopter van de vliegbasis op. Op donderdagmorgen stel ik een crisisteam in voor het afhandelen van de vele steunverzoeken. Vooral boeren bellen over het afleveren van melk en het bevoorraden met veevoer. Voorts bepaal ik dat het gemeentehuis dag en nacht bezet en bereikbaar is. En iedereen die een telefoon aanneemt moet dat bijhouden in een logboek. Er wonen een paar jonge ambtenaren in Hallum. Die haal ik persoonlijk op met een ‘sneeuwauto’. Dat is een kleine tractor (zonder cabine) op rupsbanden die een plaatselijke ondernemer levert voor gebruik in veengebieden en de teerzanden van Canada. Hij rijdt ermee door het dorp, ik hoor het geluid, stuur mijn chef interne zaken erop af en na een praatje met de eigenaar maak ik een proefritje door over enkele sneeuwduinen in het dorp te rijden. Dat bevalt me en het ding is een paar dagen in gebruik bij de gemeente. Er is op donderdag ook nog brand geweest in de grasdrogerij te Marrum. Op vrijdag 16 febr. werkt het crisisteam op volle toeren. Ik zit bij het team en neem de beslissingen. ’s Middags ga ik de gemeente in. In Blija bezoek ik een kippenboer. Het isolatiemateriaal van een stal is losgekomen, 32.000 kippen moeten worden afgemaakt. In Genum ligt de meeste sneeuw en het dak van de stal van een boerderij is ingestort. ’s-Avonds is er beraad in het crisisteam. De wegen zijn weer berijdbaar, het is mooi weer geworden en ramptoerisme in het weekend dreigt. De adjunct-gemeentesecretaris kent de gemeentewet goed. Hij adviseert me een noodverordening (219 en 220 van de Gemeentewet) af te kondigen met als doel al het verkeer van personenauto’s te verbieden. Dat doe ik volgens de regels. Ik ben de eerste in Friesland die naar dit middel grijpt. Het voorbeeld wordt snel gevolgd. Ype Schaaf, hoofdredacteur van het Friesch Dagblad, prijst mij in een hoofdartikel en heeft kritiek op het provinciaal crisisteam dat in de bunker te Grouw bij elkaar zit onder leiding van de Commissaris van de Koningin.
En nu, 7 febr. 2021, maak ik weer een sneeuwstorm mee. Ons huis raakt ingesneeuwd. De omstandigheden zijn zodanig dat er op het terras 35 cm. sneeuw ligt en dat de achterdeur en de garagedeur door sneeuw geblokkeerd zijn. Een plastic sneeuwschep is gesneuveld, de stalen schep is niet effectief genoeg. Ik zal met de schop of een pioniersschep sneeuw moeten ruimen.
Beste Tijme,
Dank voor de mooie en spannende verhalen over 1956 en 1979.
Vr. groet,
Jan Schild
Dank voor je reactie. Toen ik het bericht geplaatst had dacht ik er nog eens over na. Er klopte iets niet. Toen ik 14 was ging ik naar de Kleine Rozenstraat op school. De 1e en de 2e Chr. HBS maakten gebruik van een gebouw,’s morgens de ene school en ’s middags de andere school. Toen directeur Smilde ons naar huis stuurde zat ik op de nieuwe school, de eigen school van de 2e Chr. HBS. Vanmorgen raadpleegde ik het boek over de geschiedenis van de 2e Chr. HBS. Het nieuwe gebouw is op 8 april 1957 geopend. Toen heb ik op internet verder gezocht naar sneeuwstormen. Op 9 jan. 1958 was er een die voornamelijk de Noordelijke provincies trof. Daaraan heb ik dus nog levendige herinneringen. Ik heb het bericht aangepast. In 1979 hield ik reeds een dagboek bij.